Uit: Ravage #13 van 10 oktober 2003

Verschillen zijn vertrekpunten

In Memoriam: Edward Said (1935-2003)

"De uitdaging is niet tolerant te zijn tegenover de andere, maar kritisch tegenover jezelf"

De op 25 september aan kanker overleden literatuurcriticus en filosoof Edward Said was een militant voorvechter én scherpzinnig criticaster van de Palestijnse zaak. Als een van de eerste Palestijnen zag hij de noodzakelijkheid van een Isralische staat in, en pleitte hij voor een tweelanden oplossing. De Palestijnen en de Israëli waren volgens hem gedwongen met elkaar te leven. Arafat kon deze opvatting nauwelijks waarderen, het rechtse joods-Amerikaanse tijdschrift Commentary verklaarde hem tot aartsvijand nummer 1.

Said was gewend aan kritiek, aan zijn rol als banneling. Hij groeide in zijn eigen woorden op als "een Palestijnse jongen die in Egypte school liep, met een Engelse voornaam, een Amerikaans paspoort en zonder duidelijke identiteit."

De schrijver van invloedrijke boeken als Oriëntalisme en Cultuur en Imperialisme had niet alleen academische kennis over culturen en conflicten, maar sprak uit ervaring. Hij was een overtuigde banneling, bewoner van altijd meer dan één taal, één beschaving en één cultuur. "De botsingen binnen culturen zijn interessanter dan de vermeende botsing tussen culturen", aldus Said.

Korte tijd na de aanslagen van 11 september merkte een journalist, tijdens een gesprek met Edward Said, op dat Samuel Huntingtons boek The Clash of Civilizations opnieuw in de boeken toptien stond. "Oh dear", was Saids reactie. Said heeft het moeilijk met Huntingtons stelling dat de wereld op te delen is in grote culturele gebieden, die bovendien in een sluipende wereldoorlog verwikkeld zijn. "Hij vergeet dat de essentie van culturen ligt in zelfbevraging. Culturen zijn geen waterdichte gehelen. Ik zie ze eerder als gelei die voortdurend uit elkaar valt, waarbij de ene zich met de andere vermengt".

Allesweters

In de weken na de aanslagen in zijn woonplaats New York schreef Said het artikel The Clash of Ignorance. Daarin trekt hij niet enkel van leer tegen Huntington, maar tegen de hele stoet zogenaamde Midden-Oosten specialisten. Die kleine groep allesweters die niet al te zeer gehinderd door kennis van zaken, allerlei onheuse meningen over de islam en de Arabische wereld debiteren.

In de VS, maar ook in Europa, verwarren die experts hun eigen veralgemeniseringen volgens Said met de veel complexere realiteit. Ze haspelen bovendien generalisaties door elkaar. Afghanistan en Iran worden vrolijk bij de Arabische wereld geteld, terwijl de theologische en historische conflicten binnen de islam domweg onder de mat worden geveegd.

"Enorme omschrijvingen als de islam of het Westen worden verpersoonlijkt, alsof onvoorstelbaar ingewikkelde zaken zoals identiteiten en culturen figuren zijn in een stripverhaal. Alsof het een kwestie is van Popeye en Bruto die elkaar onvermoeibaar bevechten, waarbij de deugdzame op het einde altijd wint."

Said stelt dat Huntington een verborgen ideologische agenda heeft en "beschavingen en identiteiten wil omsmeden tot zaken die ze niet zijn: gesloten, verzegelde gehelen die gezuiverd zijn van de ontelbare stromingen en tegenstromingen die de menselijke geschiedenis bewegen."

Verschillen

In feite bouwt Said in het artikel Clash of Ignorance voort op de centrale stellingen in zijn meesterwerk Cultuur en Imperialisme. Daarin stelt hij dat, onder meer als gevolg van de geschiedenis van het westerse imperialisme, "alle culturen met elkaar verbonden zijn. Geen enkele cultuur is eenzelvig of zuiver. Alle culturen zijn hybride, heterogeen, buitengewoon verscheiden en allesbehalve monolitisch. Dit gaat op zowel voor de hedendaagse Verenigde Staten als voor de moderne Arabische wereld."

In een toespraak tot de studenten van de Amerikaanse Universiteit in Beiroet, twee jaar geleden, preciseerde Said die stelling: "Culturen zijn geen koopwaar, en dus ook nooit het bezit van deze of gene. Ze zijn voortdurend in een staat van dynamische verandering. Wie spreekt in naam van een hele cultuur vernedert die cultuur, bevriest haar en maakt er een afgod van", stelde hij, wederom als kritiek op de stellingen van Huntington.

Hij voegde er in diezelfde toespraak wel aan toe dat het dom zou zijn "te doen alsof er geen fundamentele verschillen bestaan tussen mensen, of vol te houden dat culturele, linguïstische of religieuze verschillen niet bestaan. Je kunt Arabieren onderscheiden van Amerikanen of Indiërs of Latijns-Amerikanen. Spaans is geen Arabisch, en Duits is geen Frans. De hamvraag is echter hoe je omgaat met de anderen in een wereld die de voorbije tien jaar op spectaculaire wijze gekrompen is. Elektronische communicatie, e-mail, internet, vliegtuigen en ruimtesatelieten hebben afstand, scheiding en verschil immers veel makkelijker overbrugbaar gemaakt."

Loopgraven

Said roept daarom ook voortdurend op de loopgraven te verlaten en de ander te zien als een uitdaging om meer over de wereld, de mensheid, en uiteindelijk ook over jezelf te leren kennen. Hij presenteert die uitdaging aan iedereen, en meer bepaald aan de huidige tegenpolen in de wereld: de Arabieren, die de Verenigde Staten vaak zien als de vreemde Andere, en de Verenigde Staten die, zeker na 11 september, de islam behandelen als de bedreigende Andere.

"Wij Arabieren, hebben de Verenigde Staten nauwelijks bestudeerd", zegt Said. "Aan geen enkele Arabische universiteit wordt de Amerikaanse literatuur, politiek of samenleving op een systematische manier bestudeerd, en je vindt haast geen enkele intellectueel die er iets ernstigs over schrijft. Onze onwetendheid over Israël is vergelijkbaar, alsof het verwerven van kennis over iets waarmee je toch moet omgaan al een soort nederlaag of compromis inhoudt."

In een interview met het Amerikaanse blad The Progressive voegt hij daaraan toe: "Ik zie alleen heil in een frontale ontmoeting met de andere, ook al is dat een grootmacht of een staat die ons bezet. We moeten de taal van de Israëli leren, zoals zo veel Israëlische politicologen, sociologen, oriëntalisten en intellectuelen tijd investeren in de studie van de Arabische samenleving. Waarom bestuderen wij hen niet? Het is toch een manier om je buren en je vijanden - als ze dat zijn - te leren kennen. En het is een manier om uit de gevangenis te breken waarin de Israëli de Arabieren zo graag opgesloten zien."

Said is niet zacht voor de Arabische intelligentia. Hun weigering om de Israëlische, maar ook de Japanse, Chinese of westerse samenlevingen grondig te analyseren en te leren kennen, noemt hij "een teken van onze nalatigheid, onze zwakte, onze houding van intellectuele apathie. Wij moeten onze zelfgemaakte, imaginaire kluisters afleggen. Wij moeten de rest van de wereld recht in de ogen kijken en met iedereen omgaan als gelijken. We hebben een te defensieve houding, we wentelen ons te veel in het slachtoffergevoel. Dat wordt gedeeltelijk veroorzaakt door het gebrek aan democratie, maar het despotisme van de machthebbers, of de samenzweringen van het imperialisme verklaren niet alles. Er is meer dan enkel de corruptie van de regimes of de greep van de geheime politie op onze levens. Het heeft uiteindelijk vooral te maken met het gebrek aan burgerzin van onze intellectuelen."

Vooroordelen

Kort na het verschijnen van Cultuur en Imperialisme sprak Said over zijn boek aan de York Universiteit in Toronto. Ook daar pleitte hij hartstochtelijk voor meer kennis van de bestaande verscheidenheid, en voor de erkenning van onzuiverheid als een positief en veralgemeend gegeven in de huidige globale samenleving.

"Niemand valt vandaag samen met slechts één ding. Etiketten zoals Indisch, Canadees, vrouw, moslim of Amerikaan zijn niet meer dan vertrekpunten. Die worden bovendien volkomen verwaarloosbaar indien je ze ook maar even volgt tot in de dagelijkse ervaring. Het imperialisme zorgde voor een vermenging van culturen en ideeën op wereldschaal. Toch is de voornaamste en meest paradoxale erfenis van dat imperialisme het feit dat mensen gingen geloven dat ze enkel, vooral of exclusief blank of zwart of oosters of westers waren. Zoals mensen hun eigen geschiedenis maken, zo bouwen ze ook hun eigen culturele en etnische identiteiten op."

Hoewel volgens Said niemand de continuïteit van lange tradities, duurzame bewoning, nationale talen en culturele geografie kan ontkennen, is er geen enkele reden - buiten angst en vooroordelen - om te blijven hameren op de scheiding van en het verschil tussen culturen, alsof het menselijke overleven daar vanaf zou hangen. "Overleven hangt integendeel af van de verbindingen die gemaakt worden. Om het in de woorden van T.S. Elliot te zeggen, de realiteit mag 'de andere echo's die de tuin bewonen' niet ontzegd worden."

Cliché

De grootste bedreiging voor de culturele diversiteit ligt volgens Edward Said in de veralgemeniseringen die over en weer over culturen gemaakt worden. Hij heeft daarover uitgebreid geschreven in Oriëntalisme, waarin hij aantoont dat de Oriënt niet bestaat los van de westerse schrijvers die dit concept in de negentiende eeuw uitgevonden hebben.

De afgelopen maanden trok hij vooral van leer tegen de onaangename veralgemeniseringen in het Westen over de islam, opnieuw een veralgemenisering die meer verhult dan onthult. "Het gevoel dat de islam de bedreigende Andere is, waarbij moslims beschreven worden als fanatiek, gewelddadig, wellustig en irrationeel, werd ontwikkeld tijdens de koloniale periode. Dit beeld is blijven bestaan, omdat het zo'n diepe, religieuze wortels heeft in de veronderstelde concurrentie tussen christendom en islam.

In de populaire media vind je het al in de film The Sjeik, met Rudolf Valentino. Dat stereotiepe beeld is daarna uitgegroeid tot de Arabier in de rol van internationale schurk, zowel op televisie, in de film als in de cultuur in het algemeen. "Het is erg makkelijk geworden om woeste veralgemeniseringen te maken over de islam", zegt Said. "Neem een nummer van The New Republic, en je leest uitgebreid over het radicale kwaad dat verbonden wordt met de islam. Of over Arabieren en hun ontaarde cultuur. Het zou in de Verenigde Staten onmogelijk zijn om dit soort algemene uitspraken te doen over eender welke andere religieuze of etnische groep."

Diversiteit

In een bespreking van het boek God has ninety-nine names van Judith Miller zegt Said dat een hele cultuur wordt gedemoniseerd en ontmenselijkt op basis van haar veronderstelde woede tegenover de moderniteit. "Het effect daarvan is dat moslims het voorwerp worden van een therapeutische én straffende aandacht."

Said verzet zich niet enkel tegen de negatieve veralgemeniseringen. "Er bestaat niet één islam", schrijft hij in de week na 11 september, "er is een veelheid aan islams, net zoals er vele Amerika's bestaan. Diversiteit is een kenmerk van alle tradities, religies en naties. Die diversiteit bestaat, ook al hebben sommige aanhangers tevergeefs geprobeerd grenzen te trekken tussen het ene geloof en het andere, ook al putten sommigen zich uit om het eigen geloof netjes te omschrijven en in te perken."

Culturele diversiteit begint, in de ogen van Edward Said, bij het erkennen van de verschillen en de verscheidenheid binnen de tradities of groepen waartoe je zelf behoort. De uitdaging is niet tolerant te zijn tegenover de andere, maar kritisch tegenover jezelf. Wie langs deze weg wandelt, ontdekt dat de territoria van verschillende culturele tradities elkaar overlappen. Dat de culturele landkaart van de wereld niet door grenzen, maar door ontmoetingen gekenmerkt wordt. Het doel is dan niet een multiculturele samenleving, waarin de verschillen benadrukt worden en gescheiden leefwerelden gecultiveerd worden. Het doel is keuzes maken, oprecht onderhandelen, samen groeien. Samenleven, met andere woorden.

Vertaling: Gie Goris

Bron: Indymedia.nl




Naar boven

 

 






Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #13

..