25 juni
2012
Het
huidige linkse levensgevoel is door gevestigde belangen onafscheidelijk
geworden van het populisme.
door Ron
Kretzschmar
Programma's van politieke partijen, van zowel links als rechts,
zijn ideologisch nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Alleen
op procenten is er verschil, schrijft socioloog Willem Schinkel
in zijn boek De Nieuwe Democratie (2012). Politiek in ons
land zou je hooguit nog probleemmanagement kunnen noemen. Principiële
tegenstellingen worden 'democratisch' verdoezeld of 'gedepolitiseerd'
tot 'deelproblemen', waarna er een manager op wordt losgelaten.
Met populisme tot gevolg. Het Nederlandse politieke bestel ruikt
naar rottend vlees, beweert Schinkel dan ook.
Het
is duidelijk dat de oude politiek van het midden, met haar tactiek
van 'verdeel en heers' om de bestuurlijke macht, kraakt in haar
voegen. Vooral de PvdA en het CDA hebben er electoraal last van.
Niet alleen vanwege hun banencarrousel voor hoger opgeleide partijtijgers,
ook de zelfverrijking in de publieke sector wordt ze aangerekend.
Bert
Brussen van weblog GeenStijl
schrijft in de Volkskrant dat de elite vooral oog heeft
voor haar eigen positie en denkt dat de 'PVV en SP splinterpartijen
zouden zijn gebleven als de sociaaleconomische elite niet aan
het graaien was geslagen'. Zijn pijlen richt hij daarbij geregeld
op de PvdA, de partij met haar grote linkse geweten.
Morele
superioriteit
Wat
is er nog over van het linkse ideaal? Het maandblad voor uitkeringsgerechtigden
MUG, ontstaan uit het linkse actiewezen, kan als voorbeeld
dienen om het linkse levensgevoel en het broertje populisme te
onderzoeken. Is het kleine MUG dan verantwoordelijk voor
het ontstaan van het populisme? Welnee, dat zou te ver te gaan.
Maar de gedachtegang van de redactieleden over de gure rechtse
storm die ons land teistert en de angst voor het populisme kan
ons meer vertellen over deze fenomenen, die onlosmakelijk met
elkaar zijn verbonden.
In
februari verzuchtte redacteur Jos Verdonk bijvoorbeeld in een
filosofische overpeinzing:
'Het valt niet mee links te blijven in rechtse tijden. In de jaren
'80 was het eenvoudig om jong en links te zijn; iedereen op school
was links. Behalve Martin Bosma' [ideoloog van de Partij voor
de Vrijheid]. 'Maar nu ís links het establishment'. Te
denken geeft een opmerking die daar op volgt: 'Daar komt bij dat
ik veel mensen ken die links zijn omdat het voor hen zelf goed
uitkomt'.
Hoofdredacteur
Joop Lahaise, tevens deelraadpoliticus voor de PvdA en naar eigen
zeggen 'onafhankelijk journalist die de macht kritisch volgt',
klaagt bijna maandelijks over de rechtse revolte. 'Een anonieme
medewerker van de Dienst Werk en Inkomen roept zelfs op tot verzet
tegen dit kabinet', schreef hij in maart, en met wie hij het hartstochtelijk
eens is. Want zo kan het immers niet langer. Daarnaast draait
ook zijn journalistieke hart er geregeld van om.
In
december beweerde hij op de opiniewebsite Joop.nl
dat het weblog GeenStijl weinig te maken heeft met journalistiek:
'Een clown met een microfoon is geen journalist'. Daarbij verwees
hij naar zijn partijgenoot minister Ella Vogelaar (PvdA), hoe
onheus zij in 2008 werd bejegend
door het pseudojournalistieke internetgajes.
Hoe
zat dat ook al weer? Er werd haar een vraag gesteld over een mediastrateeg
(PvdA) die zij en haar collega minister Kramer (PvdA) hadden gehuurd
voor 187,50 euro per uur om hun politieke boodschap beter over
te brengen in de media. Vogelaar ontkende dat ze een spindoctor
had en liep toen weg van de interviewer, die haar volgde om te
weten te komen of het belastinggeld wel goed besteed werd. Het
tafereel wat toen volgde is tenenkrommend. Later verklaarde ze
op de radio dat ze 'de interviewer beter met haar handtas had
kunnen wegslaan'.
Een
clown wegslaan met een handtas? Het is bekend dat politici niet
van het televisiescherm zijn af te slaan, zoals Lahaise, zelf
communicatieadviseur, moet weten. De andere gasten aan de praattafel
worden vooraf beoordeeld, opdat zich onverhoeds geen publicitaire
rampen kunnen voordoen in de vorm van geruzie of ordinaire scheldpartijen.
Een adviseur neemt de vragen door om 'de baas' zo voordelig mogelijk
uit te laten komen. De hoofdredacteur had dus evengoed kunnen
beweren dat de dominante cultuur van communicatieadviseurs wel
dwingt tot andere journalistieke methoden.
Probleemmanagement
en partijbelangen
Populisme
wordt eveneens veroorzaakt door de wijze waarop politiek en wetenschap
met elkaar verstrengeld zijn geraakt. Wanneer politici beslissingen
moeten nemen die gevoelig liggen, besteden ze deze taak uit aan
de wetenschap, waardoor politiek verwordt tot probleemmanagement:
'De feiten wijzen nu eenmaal in die richting'. Zoals men al jaren
achter de neoliberale computermodellen van de economische wetenschap
aanloopt die, in combinatie met deregulering, een economische
crisis en grote werkloosheid tot gevolg had.
Bij
deze optocht loopt ook de Raad voor Werk en Inkomen in de pas.
De Raad, die bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers
en gemeenten en werd voorgezeten door Jan van Zijl (PvdA) en Pieter
Jan Biesheuvel (CDA), produceerde zo'n 130 rapporten en was betrokken
bij ontelbare externe publicaties. Veel van de rapporten die zich
richten op de onderkant van de arbeidsmarkt zijn partijdig te
noemen waardoor geleidelijk een hardvochtig beleid ingevoerd kon
worden, met louter afschrikking als doel. Hoe beschreef het maandblad
voor uitkeringsgerechtigden deze ontwikkeling? Afgezien van enkele
persberichten van de Raad werd hier geen aandacht aan besteed.
De
verslaggeving in MUG over het debâcle van de Noord-Zuidlijn
was niet veel beter. In november 2009 en december 2010 werden
er wel geteld twee columns aan gewijd. Dat kon niet anders, want
MUG is een Amsterdams blad en de landelijke media berichtten
dagelijks uitgebreid over de zin en onzin van de metroverbinding.
De overschrijding van 1,4 miljard tot 3,1 miljard als gevolg van
spelletjes van aannemers die het zwakke openbaar bestuur (VVD,
PvdA, CDA en D66) met een kluitje in het riet stuurde, groeide
uit tot wereldnieuws. Maar een artikel dat helder uitlegde hoe
de zaak in elkaar stak en wat de gevolgen zouden kunnen zijn voor
mensen met een uitkering, kwam er niet van. Het bleef bij herkauwen
van het nieuws: 'Ja, het is crisis en we moeten bloeden voor de
Noord-Zuidlijn'.
Het
kan erger. Een oorverdovend zwijgen deed zich voor in 2011 toen
de miljoenenstrop met het muziekcentrum [MuzyQ] in stadsdeel Oost
bekend werd. Dat zou tot forse bezuinigingen leiden. Een 'bestuurssoap'
die een wethouder (PvdA) de kop kostte. Ook de stadsdeelvoorzitter
(PvdA)trad af; ze hadden gelogen over de financiële risico's.
Later keerden ze doodleuk terug op hun post. In MUG geen
woord, laat staan enige uitleg over de gevolgen voor de lezers
die behoren tot de economisch zwakkeren. GeenStijl nam daarentegen
de journalistieke verantwoordelijkheid en zag kans om geheime
documenten van het stadsdeel te bemachtigen om die vervolgens
openbaar te maken.
●
Meer
achtergrond 2012
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
ron - June 27, 2012 - 07:47 am Keest, het voorbeeld van MUG was misschien ten overvloede, maar ik probeerde te laten zien hoe dit mechanisme in het groot werkt.
De politieke partijen die na de verkiezingen (waarschijnlijk) verder gaan, hebben de problemen voor een groot deel veroorzaakt. Of zij die kunnen oplossen?
Na de verkiezingen gaan we net als Peter over tot de orde van de dag: zelfgenoegzaam gapen en klagen dat alles blijft zoals het is.
Peter - June 26, 2012 - 10:20 am Gaap. Wat een suf artikel.
keest - June 25, 2012 - 11:02 pm Nog een poging dan: je weet denk ik niet goed wat 'links' betekent. Hier heb je het alleen over het sociaaldemocratische partijgebeuren in het parlementaire wereldje.
Hans - June 25, 2012 - 10:28 pm Heel erg randstedelijk en Amsterdam...
Home
.
.
|