29 mei 2012
Het
Maandblad voor Uitkeringgerechtigden
(MUG) is verworden tot een optocht van
Bekende Nederlanders, die wordt afgewisseld door een stoet politici
van de PvdA en haar coalitiegenoot GL uit de gemeenteraad om hun
boodschap aan de kiezer over te brengen.
door Ron Kretschmar
Een lange rij BN'ers trok de laatste jaren voorbij in MUG.
"Lekker eten hoeft niet duur te zijn", aldus culinaire
goeroe Johannes van Dam. "Hoe kon iemand toch zó alleen
en eenzaam zijn!", vraagt Joep van 't Hek zich vertwijfeld
af. En Ruwe bolster, blanke pit Henk Schiffmacher: "Ik bied
me gratis aan om gelovigen op het altaar te tatoeëren."
Het wachten is op Natasja Froger die vergezeld van Echte Gooise
Meisjes in de Bijstand een bezoek brengt aan de voedselbank –
uiteraard met een cameraploeg in het kielzog.
Dit
beproefde feelgood format van de Grachtengordel, vol empathie
neerhurkend bij de minder bedeelde mens, wordt afgewisseld met
politici die zonder uitzondering het hart op de goede plaats hebben.
Zoals Lutz Jacobi (PvdA), wethouder en tevens MUG-columnist
Freek Ossel (PvdA), politicoloog en MUG-columnist Pieter
Hilhorst (PvdA), wethouder en tevens MUG-columniste Andrée
van Es (GL en coalitiegenoot in de gemeenteraad), Henk van der
Kolk van FNV Bondgenoten enzovoorts. Tussendoor worden er ook
nog wat mededelingen gedaan voor de doelgroep en uitleg gegeven
over regelingen en openingstijden.
Critici,
vijanden van overheid
Dat
dit vragen oproept, denkt hoofdredacteur Joop Lahaise te ondervangen
met zijn
column van februari jl.: "Er zijn MUG-lezers die
vinden dat we wel erg veel ruimte aan de gemeente bieden. Hoe
zit dat met onze onafhankelijkheid en kritische houding? Nou,
dat zit wel snor." Verder schrijft hij: "MUG
volgt beleidsmakers en hun uitvoerders (DWI, UWV, SVB) kritisch",
en als uitsmijter: "Lezers die denken dat de overheid de
vijand is, zijn een tikkeltje naïef."
De
hoofdredacteur lijkt met de laatste zin ook te reageren op het
artikel Hilhorst, pleitbezorger van Work First, januari
jl. geplaatst
op deze website. Hierin wordt getwijfeld aan de journalistieke
onafhankelijkheid van het maandblad dat innige banden heeft met
de Dienst Werk en Inkomen (DWI). Dat moet haast wel partijdigheid
in de hand moet werken, gezien het feit dat bij directeur/hoofdredacteur/politicus
Lahaise meerdere belangen door elkaar heen lopen.
Op
de financiële
pagina van MUG wordt vermeld dat met een omzet van
306.000 euro 'de gemeente via de DWI voor 150.000 euro participeert'.
Dit wordt als volgt verklaard: 'wederdienst voor het plaatsen
van advertenties voor DWI' en 'het laten meeliften van folders
en het leveren van redactionele diensten van publicaties van DWI'.
Het betreft bijna 50 procent van de omzet. En die andere 50 procent?
'De overige inkomsten komen uit advertenties en opdrachten voor
derden'. Zo open als MUG is over de ene helft, zo gesloten
is het over de andere.
De
redactie bestaat, zoals het zelf zegt, in feite uit zeven betaalde
medewerkers in dienst van de DWI. De directeur van stichting BBU,
de uitgever van MUG, is Joop Lahaise. MUG
blijkt ook partner te zijn van Pantar Amsterdam, het re-integratiebedrijf
dat nauw samenwerkt met DWI. Vanwege de oververtegenwoordiging
van PvdA'ers die een platform krijgen in het blad, moet in dit
kader tevens vermeld worden dat de hoofdredacteur politicus is
van dezelfde partij voor deelraad Centrum.
Lahaise
ziet deze situatie echter geheel anders en reageerde in januari
met de opmerking: 'MUG is niet in handen van de gemeente
maar volkomen onafhankelijk, compleet met een redactiestatuut
dat de onafhankelijkheid van de redactie borgt'. Waarop hij suggereert
dat ondergetekende zich in het kamp van 'maatschappijhaters' bevindt
want, zo schrijft hij, 'MUG volgt de overheid kritisch,
maar ziet de overheid en zeker de DWI niet als haar vijand'. Dit
standpunt zal hij een maand later in zijn column opnieuw benadrukken.
Professioneel
broddelwerk
Maar
in het Ravage-artikel staan ook feiten die door Lahaise
niet weerlegd worden. Hoe kritisch is MUG eigenlijk?
Voorziet het de doelgroep wel van de juiste informatie, zoals
het zelf beweert? In het verlengde van mijn eerdere artikel volgen
hier nog twee voorbeelden waar MUG geen oog voor had: Een
onderzoek in opdracht van de DWI en uitgevoerd door de Universiteit
van Amsterdam (UvA) en een onderzoek van de Raad voor Werk en
Inkomen (RWI) uit hetzelfde jaar over de Amerikaanse methode Work
First (WF).
Competentie-ontwikkeling
& Re-integreerbaarheid van de UvA uit 2008, aangeboden
aan de wethouder van Sociale Zaken, betreft een promotieonderzoek
met vervolgonderzoeken in 2009 en 2010. Het 'richt zich niet op
effectiviteit van re-integratie, maar op de ontwikkeling van de
klant'. Om die te meten is een vragenlijst naar 2853 huisadressen
gestuurd, waarvan 1036 (36 procent) retour kwamen. Representatief
volgens de onderzoeker.
Hoewel
anonimiteit was verzekerd, waren er veel klanten die hun administratienummer
niet hadden ingevuld en werden verwijderd uit het onderzoek. In
de (eind)rapportages staan de vragenlijsten niet vermeld zoals
gebruikelijk is, maar via een omweg zijn die te achterhalen. Enkele
voorbeelden van vragen: 'Gelooft uw klantmanager u?' 'Luistert
uw klantmanager goed naar wat u zegt?' 'Neemt uw klantmanager
u serieus?' Ook met de klantmanagers zelf zijn gesprekken gevoerd
waarvan de resultaten niet in het rapport worden beschreven.
Van
belang te vermelden is het onderzoek dat kort daarvoor en daarna
plaatsvond, Begeleiding van Bijstand naar Werk (2007/9),
dat werd uitgevoerd door de Amsterdamse Rekenkamer met als conclusie:
'Klantmanagers worden niet zelden [door DWI] onder druk gezet
om een traject te vullen wanneer dat achter blijft bij de contractafspraak',
'De klantmanager heeft geen tijd zich te verdiepen in de klant
en het onoverzichtelijk aantal trajecten' en 'Het ontbreekt ze
aan ondersteuning [door DWI] en hebben daardoor beperkt lerend
vermogen'.
Had
MUG geen aandacht moeten besteden aan deze rapporten? Natuurlijk
wel, en het had daarbij de volgende vragen moeten stellen om de
conclusies van de UvA-onderzoekers voor de doelgroep te kunnen
duiden: 'Is dit onderzoek van de UvA geldig wat betreft haar representativiteit?',
'Anonimiteit en de procedure?', 'Wat is het belang van dit onderzoek?'
en 'Wat zijn de gevolgen voor de doelgroep?' Dan pas maak je waar
dat je kritisch bent.
Goed
betaald amateurisme
Beschamend
is het onderzoek
Work First: Aanbevelingen aan de gemeenten uit
2008 dat RWI hield onder 75 deelnemers aan WF in zes gemeenten
naar de tevredenheid van het traject WF. WF is een verplicht werktraject,
op straffe van korting, waar de deelnemers eenvoudige werkzaamheden
verrichten met behoud van bijstandsuitkering.
De
respondenten werden (onverwacht) op hun huisadres opgebeld en
men kan er van uitgaan dat de deelnemers van schrik laaiend enthousiast
waren over WF. Je kan je dan ook afvragen of het niet zonde van
het geld is om onderzoek te doen wanneer de uitkomst vaststaat,
die als volgt luidde: 'In tegenstelling tot veel beelden die rondom
Work First bestaan, blijkt dat de meeste deelnemers het Work First-traject
positief beoordelen'.
De
bevindingen werden vervolgens in professionele vorm gegoten en
aangeboden aan de gemeenten: 'Dit advies kunnen gemeenten gebruiken
bij het opstarten en/of uitbreiden van hun Work First-aanpak'.
Tegelijkertijd verspreidde RWI persberichten over het succes,
die door de media klakkeloos werden overgenomen.
MUG
publiceerde de propaganda eveneens op de website (volgens Lahaise
is het digitale archief door een technische oorzaak inmiddels
verdwenen) en nam niet de moeite het rapport te downloaden en
in te kijken, laat staan er kritisch over te schrijven in de papieren
versie. Maar het is nog niet te laat. Aan MUG nu de taak
om voor de doelgroep te onderzoeken in hoeverre WF de werkloosheid
heeft teruggedrongen.
●
Meer
achtergrond 2012
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Home
.
.
|