De
in 2009 overleden moraalfilosoof en politieke doordenker Jaap
Kruithof was in staat om een groot publiek te begeesteren met
zijn scherpe analyses over hoe alles, tot en met de mens en natuur
zelf, ondergeschikt is geraakt aan het marktdenken en winstbejag.
door
Ron Kretzschmar
De luis in de pels zijn, zo zag Jaap Kruithof (1934-2009) zijn
levenstaak. Uitgenodigd in 2000 om een speech te houden op de
opening van de Boekenbeurs in Antwerpen gaf hij een geleerde verhandeling
in plaats van een feestelijke toespraak die je verwacht bij dit
soort gelegenheden. Hij behandelde de staat van de wereld en Europa
in het bijzonder. "In Europa wordt in de jaren '80 het onderscheid
[…] tussen depositobanken [spaarbanken] en investeringsbanken
[zakenbanken] opgeheven. Risicokapitaal en niet-risicokapitaal
worden vermengd."
Afijn,
we weten hoe dat afliep. Alsof zijn toehoorders niet bestonden
uit boekenliefhebbers, maar uit economen van het IMF en de ECB.
Zijn relaas ging over zijn stokpaardje: de desastreuze gevolgen
van het neoliberalisme die hij zag opdoemen. En dat in een tijd
toen de bomen nog in de hemel leken te groeien en het geld nog
tegen de plinten klotste van de luxe directiekamers van de financiële
instellingen, die onlangs nog hun hand moesten ophouden bij de
belastingbetalers.
In
plaats van de geschokte boekenliefhebbers te onthalen op het moois
wat de literatuur ons te bieden heeft, de wereld van de verbeelding,
doceerde hij zijn toehoorders over trucs van de megaconcerns om
belastingen te omzeilen: "Er is een tendens waarneembaar
om kantoren op de goedkoopste locaties te plaatsen." Met
rampzalige gevolgen: "Die giganten vernietigen duizenden
minder krachtige ondernemingen, verwoesten lokale, regionale,
nationale economieën."
Om
tot de conclusie te komen: "Gaan we, na de dictaturen van
het nazisme, fascisme en stalinisme nu naar een […] neoliberale
economische dictatuur?" Terloops vertelde hij nog dat de
kleine boekhandel met zijn rijkdom aan titels wordt opgeslokt
door de concerns die slechts oog hebben voor bestsellers.
De
economisch onderlegde Kruithof voorspelde in feite de financiële
ramp waar we nu mee te maken hebben en waar deftige economen vechtend
over straat rollen met de oplossing: investering van de overheid
of rigide bezuiniging en meer vrije markt, of iets van beiden
om onder de drie procent te blijven. Dit terwijl men in praatprogramma's
zich het hoofd breekt of de crisis een economische aard heeft
of dat we moeten we spreken van een moreel failliet. De 'politieke
doordenker die de mensen een geweten schopte' had niet lang geaarzeld
met zijn antwoord.
Verzamelde
teksten
Kruithof
was 'te veel de luis in de pels', schrijft Eric Goeman, één
van de inleiders van het boek Teksten voor de toekomst. 'Natuurlijk
heeft men hem proberen te vergeten, uitrangeren, te verbannen
naar het politieke niemandsland. Niet meer interessant voor nieuwe
formats, praatprogramma's en kwaliteitspers. Deze jongen had geen
leuke boodschap te melden'. Wanneer je de woorden van Goeman leest,
zie je in gedachten de gezellige giechelkonten voor je van televisieprogramma's
als DWDD, waar geen plaats is voor diepgravende analyses.
Dit
boek bestaat uit artikelen en fragmenten uit Kruithof's boeken
die aan actualiteitswaarde niets verloren hebben. Samengesteld
door zijn oud-student, de antropoloog Rix Pinxteren, zijn vroegere
medewerker en moraalfilosoof Ronald Commers en de psycholoog Luc
Desmet. Zij hebben de teksten, vanaf de vroege jaren '60 tot 2007,
ingedeeld in vier thema's: politiek, moraal, cultuur en mens.
In de Epiloog, het vijfde deel, worden zijn ongepubliceerde teksten
besproken.
Ze
besteden aandacht aan de persoon Jaap Kruithof, zoals zijn verzameling
kleine voorwerpen die hij had ondergebracht in een privémuseum.
Maar ook teksten die enige bekendheid vereisen met het onderwerp,
Vrijheid en vervreemding (1984) bijvoorbeeld, over het
denken van Hegel en Marx.
Over
zijn inspiratie door Marx beweerde hij: 'Sartre merkte op dat
iedereen in de westerse filosofie te maken krijgt met het marxisme.
Omdat de problemen die hij in het kapitalisme aanwijst niet zijn
opgelost'. (1974) Maar Kruithof was geen slaafse volgeling en
wees ook de knelpunten aan: 'Marx en zijn discipelen hebben ons
belangrijke inzichten gegeven, maar bijna altijd op macro-economisch
en macrosociologisch terrein. Zij hebben weinig empirische onderzoekingen
gedaan'.
Opmerkelijk
is de ontstellende geschiedkundige fout, tot twee maal toe op
pagina 475 en 488, waarvan je je niet kan voorstellen dat die
van de hand van Kruithof is dan wel een fout betreft van de samenstellers.
Het betreft een schematisch opgestelde tekst die Kruithof gebruikte
als geheugensteun voor lezingen aan studenten over de westerse
geschiedenis voor de vakgroep Cultuurwetenschappen. Het boek vermeldt
dat Duitsland (Duitse staten onder leiding van Pruisen) in 1870
de oorlog tegen Frankrijk heeft verloren. Deze oorlog, die begon
op 19 juli 1870 en duurde tot 10 mei 1871, werd echter verloren
door Frankrijk.
Godvrezend
en plankenkoorts
Kruithof,
geboren in 1929 in het Vlaamse Berchem, begon zijn leven als gepassioneerd
muziekliefhebber. Op 6-jarige leeftijd speelde hij piano, werd
organist van een protestantse kerk in Antwerpen en wilde dominee
worden. Op zijn achttiende werd hij echter overtuigd atheïst:
'God bestaat volgens mij niet. Maar het heilige bestaat wel: dat
zijn bepaalde dingen in het geheel, die een functie bezitten,
en een relatie met mij hebben'. (2007)
Vanaf
dat moment besloot hij zijn leven te wijden aan 'het onzegbare'
van de muziek, totdat hij ondervond last te hebben van plankenkoorts.
Vervolgens ging hij geschiedenis, rechten en wijsbegeerte studeren
aan de Universiteit van Gent, waar hij hoogleraar wijsbegeerte
zou worden. Samen met de filosoof Leo Apostel richtte hij de opleiding
Moraalwetenschap op aan dezelfde universiteit.
Op
de vraag of moraal wel geschikt is om objectief te bestuderen,
antwoordde hij destijds: 'In de filosofie van [Immanuel] Kant
lopen feitelijke en normatieve oordelen nog door elkaar. De laatste
vijftig jaar is er een trend om ethische fenomenen wetenschappelijk,
niet waardegebonden, te bestuderen'. (1974)
Met
zijn uitgesproken mening over mens en natuur meende hij dat politici
weinig waakzaam zijn over het milieu, schrijft hij in De mens
aan de grens (1985). Critici beweren dat zijn zorg voor het
milieu, extra versterkt door het Rapport van de Club van Rome,
samenhing met zijn vroegere godvrezendheid.
Was
er sprake van eco-religiositeit? 'Als kind werd ik woedend op
de speelplaats van de Marnixschool in Antwerpen, toen jongens
met een vergrootglas vleugels van insecten afbranden. Mijn eerste
religieuze beleving'. Religiositeit ziet hij ook als een dam tegen
het heersende kapitalisme en het 'antropocentrisme', waarmee hij
aangeeft dat de mens zichzelf ten koste van het milieu als het
middelpunt van het bestaan ziet.
Socialisme
versus sociaaldemocratie
Zelf
zegt hij over zijn ontwikkeling: "Drie huizen heb ik bewoond,
het protestantse, die van het humanisme en in het laatste huis
van het socialisme wil ik blijven wonen", waar hij aan toevoegt:
"niet te verwarren met sociaaldemocratie." 'De sociaaldemocratie
wordt door hem niet tot de linkerzijde gerekend', schrijft Francine
Mestrum in De crisis van de linkerzijde, 'maar denkt door
regulering het beste van het systeem te kunnen handhaven en negatieve
invloeden te kunnen weren. De huidige crisis bewijst dat dit een
illusie is'.
Zijn
kritiek op de sociaaldemocratie was (en is) dat ze het kapitalisme
buiten beschouwing heeft gelaten. Kruithof: 'De sociaaldemocratie
verbond de westerse arbeidersklasse door de hogere levenstandaard
met de bourgeoisie en toonde weinig enthousiasme voor de intercontinentale
klassensolidariteit' (1984) En: 'Als we eerlijk de geschiedenis
van de laatste honderd jaar bestuderen, zijn sociaaldemocraten
de beste bewakers […] van het kapitalisme'. (1995)
Dit
beschrijft ook de tragiek van de PvdA in Nederland. Eerst was
ze een imitatie van de neoliberale VVD en voerde in jaren '90
een privatiseringsprogramma uit. Nu ze op de grenzen van deze
ideologie is gebotst, dreigt de partij weer een fletse kopie van
de SP te worden.
titelJaap Kruithof, Teksten voor de toekomst
samenstellingRik Pinxten, Ronald Commers en Luc
Desmedt