|
14 februari
2012
Schrijver
en podiumdichter Adriaan Bontebal, pseudoniem van Aad van Rijn,
overleed afgelopen zaterdag op 59-jarige leeftijd in zijn woonplaats
Den Haag. Met zijn geestige proza over zijn eigen lotgevallen
en zijn humoristische optredens was Bontebal een markante verschijning
in de Nederlandse literatuur.
door Harry Zevenbergen,
Howard Krol & Robert-Jan Rueb
'Schrijvers zijn over het algemeen in gezelschap van de mooiste
vrouwen. Zo zijn er meer vraagtekens bij mijn schrijverschap te
zetten', tekent Adriaan Bontebal op in zijn verhalenbundel Een
goot met uitzicht uit 1988. Bontebal was onzeker over zijn
eigen kwaliteiten. En hoewel andere auteurs hem bejubelden –
zo noemde Herman Brusselmans hem 'een aanwinst voor de Nederlandse
literatuur' – bleef die onzekerheid hem zijn hele schrijversloopbaan
lang dwarszitten.
Bontebal
trad in 1982 voor het eerst op als dichter. Een opvallende verschijning,
met zijn zwarte krakersjas, zijn lange haar en zijn hinkende tred
(een aantal jaren daarvoor was hij bij een motorongeluk een been
kwijtgeraakt). Zijn eerste gedichten waren komisch en radicaal-links.
Bontebal was een overtuigd politiek anarchist en exponent van
de eigenbeheer-punkgeneratie. Hij behoorde ook tot de krakers
van het legendarische Haagse kraakpand De Blauwe Aanslag.
De
dichter Bontebal vond al snel aansluiting bij geestverwanten in
het toenmalige krakers- en undergroundcircuit. Met onder meer
Frank Starik, Koos Dalstra, Arthur Lava, Eddie Kagie en Jaap Blonk
vormde hij in '83 de dichtersgroep H.J. van de Bijl. Er zouden
meer samenwerkingsverbanden op het podium volgen. Zo trad hij
op met filmmaker Theo van Gogh en striptekenaar Eric Schreurs.
In 1998 bracht hij samen met de Haagse cabaretier Sjaak Bral het
theaterprogramma Uit de Haagse School geklapt op
de planken.
Hij
publiceerde verschillende verhalen- en gedichtenbundels. Zijn
belangrijkste werk verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer:
de verhalenbundels Een goot met uitzicht (1988) en De
Ark (1990). In veel van deze korte, vaak autobiografische
verhaaltjes beschrijft Bontebal op geestige wijze zijn aanvaringen
met agenten, zijn teleurstellende ontmoetingen met vrouwen en
andere belevenissen in het Haagse stadsleven of op de podia. Hierbij
schroomt hij niet om de werkelijkheid soms nog even een extra
absurdistische touch mee te geven.
Verder
was Bontebal een aantal jaren verbonden aan het VPRO-radioprogramma
Music-Hall, waarvoor hij verhalen schreef en voorlas. Ook schreef
hij enkele toneelstukken in opdracht. Als voordrachtskunstenaar
was de man onovertroffen. Met zijn markante voorkomen, zijn Haagse
tongval en zijn ietwat schuchtere, humoristische manier van voordragen
wist hij het publiek altijd voor zich in te nemen en aan het lachen
te brengen. Met gedichten als deze:
ONTWAKEN
Ieder ontwaken
een
feest
Ik sta op
rek
me uit en
krab
me eens flink
aan
het onderlijf
Als rijpe vruchten
vallen
de eitjes
van
mijn schaamluis
op
het dauwvochtige
slaapkamerzeil
Iedere morgen
een
feest
Zwarte koffie
zware
shag en
scharreleieren
bij
het ontbijt
Adriaan Bontebal was zeker in zijn woonstad Den Haag een inspiratiebron
voor menig beginnend dichter. Hij initieerde tal van literaire
avonden, met als klapstuk De Haagse Nach van de Literatuur in
1987, dat hij mede-programmeerde.
Een
paar jaar geleden zette Bontebal een punt achter zijn optredens.
Hij had er zo'n duizend gedaan, vertelde hij, en dat was genoeg.
Een hele prestatie trouwens, die duizend, als je bedenkt de schrijver/dichter
vooral in zijn latere jaren erg veel last had van straatvrees.
Naar een optreden afreizen, was voor hem een enorme opgave.
Adriaan
Bontebal mag in de herinnering blijven als een authentieke literaire
cultfiguur en een warme persoonlijkheid, die in het leven wel
wat moest incasseren. Maar, zo verklaarde hij vlak voor zijn dood:
'Ik ben hoe dan ook heel tevreden over mijn leven.'
Bontebal hield de laatste jaren een weblog
bij.
●
Meer
achtergrond 2012
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Pow News - February 15, 2012 - 07:51 pm Bericht + reacties waaraan Ronald refereert.
Ronald Leive - February 14, 2012 - 10:48 pm Bontebal
Afgelopen zaterdag, 11 februari 2012, overleed Adriaan Bontebal. Ik heb Aad heel lang geleden, halverwege de jaren tachtig, leren kennen. Ik was jong en wild. O nee, ik was jong en wilde (zo graag). Het is dat mijn vader een vriendin aan de haak sloeg met wilde artistieke kinderen, anders was ik misschien tussen de computernerds terechtgekomen, of tussen 'F-siders.' Hoe dan ook, ik belandde in de krakersscene. Ik herinner mij Haagse winkelpandjes waar wij niet meer kwamen om brood te kopen, maar om rond te hangen. De vloeren leeg, bedekt met een zurig, vettig stof. De muren zwartgeschilderd. Ik zweeg veel en loerde naar lekkere kraakmeisjes, was doodongelukkig. Aad liep er ook rond met zijn houten poot, om zo nu en dan gedichten voor te dragen. We droegen dezelfde soort bril. Dit 'vliegeniersmodel' stond ons allebei niet. Op een piloot staat zo'n ding fantastisch maar bij ons bleef het een stel uitvergrote tranen. Weggeblazen worden door de wind omdat wij de neiging hebben in een straaljager te stappen die per ongeluk met draaiende motor is achtergelaten. En dan toch naar het geluk denken te kunnen vliegen. En er dan natuurlijk niet aan denken om de kap van de cockpit te sluiten. Nou ja, ik weet helemaal niet of Aad zoiets zou doen. Ik ken hem eigenlijk helemaal niet. Of niet meer. Het duurde zelfs even voordat ik mij die houten poot van 'm herinnerde. Toch zette ik het 'm op een snikken, zondagochtend. De dooi was ingevallen. Onder het nog onwetende ijs kwetterden honderden onderwaterspreeuwen. Het zal wel door mijn vriendin komen dat ik even moest huilen. Meer door haar dan door Aad. Ik ben het nog niet zo gewend, zo'n warme brok kwetsbaarheid. En toen, in die zwarte bakkerskelder, zou ik de kwetsbaarheid nog niet herkend hebben, al was zij met straaljager en al op mij neergepletterd. Ik denk niet dat ik naar Aad's begrafenis ga, vrijdag. Het zal Aad worst wezen of ik er wel of niet ben. Ik weet zeker dat hij me nu niet meer herkent. Ik zal hém zeker niet meer herkennen, daar kan ik vergif op innemen. Waarom ga je naar begrafenissen? Om je gezicht te laten zien? Ik zal me weer net zo voelen als toen. Bedremmeld in een hoekje. Die-en-die en die-en-die, het is te lang geleden om nog te vragen 'Goh, hoe gaat het met jóú...' Ik denk dat ik trouwens blij zal zijn dat ik het toen niet gedaan heb met Truus en Miep. Jezus wat zijn ze dik geworden en uitgedroogd. Truus en Miep leven voort in mijn herinnering, zal ik maar zeggen, al zijn zij nog in leven. Hè, wat onaardig van me.
Ik las een gedicht van Aad vandaag en het beviel me uitstekend. Ik wilde meer en kwam op een homepage terecht die ik nog nooit eerder gezien had. Er staat niet veel meer op dan beschrijvingen en foto's van zijn huisje en zijn tuintje. Over een bloem en rare wormen en over allerlei katten die zijn pad kruisten. En welke boeken er in zijn kastje staan. Hij heeft het over zijn digitale camera alsof hij de allereerste gelukkige bezitter is van de allereerste digitale camera die ooit gemaakt is. En de wereld kijkt toe hoe Aad De Eerste Foto maakt. In het vluchtleidingscentrum is de spanning te snijden en tuurt men bewegingloos naar de schermen. Aad, wonderlijke tovenaar! Jij die met kikkers praat! Jij krijgt het voor elkaar dat ik gefascineerd je website spel, terwijl er meer homepages zijn met foto's van katten en bloemen-in-de-tuin en dit-is-mijn-huisje dan korrels op het strand. Jij krijgt het voor elkaar dat ik gehaast op zoek ga naar een computerprogramma waarmee ik hele websites integraal en helemaal in één keer kan downloaden. Voordat het te laat is! Even overwoog ik om geen Grote Kunstenaar meer te zijn maar gewoon te worden, zoals jij!
Dit kwam ik ook nog tegen tussen jouw en aan jou gewijde virtualia:
[ op de site van powned, reactie van een bezoeker: Uhm.. is het erg als ik nog nooit van deze man gehoord heb? huup huup barbatruuk | 12-02-12 |15:00 | dit is niet ok ]
Je moet wel een heel groot man geweest zijn als zelfs huup huup barbatruuk helemaal de moeite neemt om wereldwijd te publiceren dat hij je niet kende. Huup huup's prangende vraag blijft mij hinderlijk bezighouden: zou het Aad zelf zijn vanuit de Wachtkamer, waar hij zich stierlijk verveelt. Als je niks meer om handen hebt, rest je toch niks meer dan wat zinnen onder elkaar te zetten. Nou, huup huup, ik kende Aad eigenlijk niet, maar ik heb wel van hem gehoord en daar ben ik best blij om.
Home
.
.
|