7
juli 2012
Bikkelharde
weergave van het zigeunerleven in Slowakije. Regisseur Šulik
heeft de fim een magisch-realistisch trekje gegeven waardoor het
geen doorsnee zigeunerfilm is geworden.
Een realistische weergave maken van het leven van zigeuners is
moeilijk. Het resulteert al snel in een voorspelbare opsomming
van clichés. Zoals de zigeuner wegzetten als stelend en
bedrieglijk volk, en waarvoor muziek een uitermate belangrijke
rol speelt.
Cigán
van de Slowaakse regisseur Martin Šulik is een poging om
het leven van de Roma te tonen zoals het in werkelijkheid is.
De regisseur ging met zijn scenarioschrijver Marek Lešĉák
twee jaar lang op onderzoek uit in nederzettingen van de Roma
in Oost-Slowakije. Daarna volgden de opnamen met echte zigeuners
die hun eigen dialect spreken. Dat heeft een rauwe film opgeleverd
die toch elegant en speels oogt.

Šulik
is een regisseur die doorgaans surrealistische en magisch realistische
films maakt. Cigán wijkt van zijn eerdere werk af
vanwege de sociaal-realistische insteek. Het is een keiharde aanklacht
tegen de discrimatie van de zigeuner, maar toont ons tevens hoe
de zigeuners tegen ons, niet-zigeuners, aankijken. De gekozen
filmlocatie is een dorpje dat bestaat uit bouwvallige, armoedige
huisjes in een modderig dal.
De
14-jarige Adam verneemt op een dag dat zijn vader vermoord is.
Hij probeert uit te zoeken hoe dat is gebeurd. Zijn moeder hertrouwt
bijna onmiddellijk met de barse en duistere Žigo, die de plaatselijke
misdaadorganisatie leidt. Žigo wil Adam ronselen voor zijn criminele
activiteiten. Een priester wil de jongen op het rechte pad zien
te houden, terwijl de eerste liefde van Adam uitgehuwelijkt dreigt
te worden.
En
dan is er de vader van Adam die diverse malen in het verhaal opduikt.
Overigens niet in flashbacks, wat bij de kijker voor verwarring
zorgt. Het is een typisch magisch-realistisch trekje van Ŝulik:
de geestverschijning van een vader die dood is, en toch aanwezig.
De samensmelting van hard realisme en dromerig maken de film boeiend
en prikkelend. Cigán gaat wel degelijk ook over
louche handeltjes, illegale houtkap en het snuiven van lijm door
de Roma-jeugd. Het is de harde werkelijkheid voor de zigeuners
die moeten zien te overleven.

Dergelijk
gedrag wordt niet goed gepraat door de makers van de film, het
is de realiteit. De Roma zitten in hun eigen wereldje, met hun
eigen erecodes. Ze zien de boze buitenwereld als blanken die hen
discrimineren en onderdrukken. De buitenwereld zou op de zigeuners
neerkijken als zwarten. Die term wordt letterlijk in de film gebruikt,
discriminatie komt van beide kanten. De tragiek van de Roma is
dat ze gevangen zitten in een vicieuze cirkel. Hun sociaal isolement
is van alle tijden.
Twee
weken na de première van Cigán zal The
Garden (Záhrada) van regisseur Šulik
uit 1995 opnieuw in de Nederlandse filmtheaters worden vertoond.
Het betreft hier een nog immer betoverend magisch realistisch
sprookje over een man die in de tuin van zijn overleden grootvader
zichzelf hervindt. Durf te dromen, dat is de belangrijkste boodschap
van het speelse filosofische The Garden. Een film met de
sprankelende humor waar Ŝulik het patent op heeft, doortrokken
van een aangrijpende en weemoedige toon over het verstrijken van
de tijd.
Ulrik
van Tongeren
Cigán (Contact Film, 2012), nu in tien theaters. The Garden
(Contact Film, 1995), vanaf 19 juli in de bioscopen.
●
Meer
filmrecensies uit 2012
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Home
.
.
|