24 december
2011
In
Het Groene Optimisme,
een evaluatie van 25 jaar klimaatbeleid, laat
Wijnand Duyvendak zich positief uit over particuliere initiatieven
op het terrein van duurzaamheid, maar vraagt zich terecht af of
de optelsom van al deze projecten voldoende zijn om een klimaatramp
te voorkomen.
door Hans Beerends
De titel Het Groene Optimisme zal ironisch bedoeld zijn
want erg optimistisch stemt het boek van Wijnand Duyvendak (ex-kamerlid
GroenLinks) niet. De ondertitel Het drama van 25 jaar klimaatpolitiek
doet meer recht aan de inhoud. Als je de moeite neemt door de
omvangrijke stortvloed aan cijfers, percentages, beleidsstukken,
uitspraken, feiten en feitjes heen te worstelen ontvouwt zich
een bijna klassiek drama met in de hoofdrollen politici, ambtenaren,
milieuactivisten, wetenschappers en vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven.
Er
wordt met elkaar samengewerkt maar even later werkt men elkaar
tegen, er ontstaan bondjes en complotjes die weer uit elkaar vallen
of ontkracht worden, hoofdrolspelers die het gloeiend met elkaar
eens zijn keren zich dan weer tegen elkaar. Kortom, wat als drama
begon, ontwikkelt zich tot een regelrechte soap.
Milieubeleidsplan
Het
verhaal begint in 1986. Het is niet de milieubeweging maar de
VVD bij monde van milieuminister Ed Nijpels die in dat jaar het
klimaatprobleem zal gaan aanpakken. Sterker nog, de milieubeweging
stelt zich op dat moment terughoudend op vanuit de vrees dat prioriteit
voor een schoon klimaat zou kunnen leiden tot het rechtvaardigen
van kernenergie.
Als
kersverse milieuminister in het centrum-rechtse kabinet VVD–CDA
weet Nijpels premier Lubbers te overtuigen van het gevaar van
het broeikaseffect. Het wetenschappelijk rapport Zorgen voor
Morgen, dat onder zijn bewind in 1988 uitkomt, zorgt voor
algemene opschudding. Koningin Beatrix waarschuwt in haar kersttoespraak
voor de gevolgen van de CO2-uitstoot en Nijpels komt met een Nationaal
Milieubeleidsplan met daarin een reeks maatregelen om verdere
uitstoot tegen te gaan.
Op
dat moment komt de eerste kink in de kabel. Het ministerie van
Economische Zaken wil niets weten van maatregelen die ongunstig
zijn voor de economie. De feiten worden niet ontkend maar volgens
secretaris-generaal Rutten 'kunnen we ons op dit moment gewoon
geen duurzaamheid veroorloven'.
Als
het kabinet toch via een belastingmaatregel de CO2-uitstoot wil
tegengaan door terugdringing van het autoverkeer komt De Telegraaf
op de voor haar bekende wijze op voor de autobezitter. Als gevolg
van de onrust die ontstaat onder autobezitters zegt de VVD-fractie,
bang voor verlies van de kiezersgunst in 1989, het vertrouwen
in haar eigen minister op. Dat is het einde van het kabinet. In
de verkiezingscampagne die volgt wordt het milieu zowel door het
CDA als de PvdA ingezet als speerpunt van toekomstig beleid.
In
het daarop volgende CDA-PvdA kabinet pakt milieuminister Alders
de draad weer op en komt met een aangescherpt Milieubeleidsplan.
Zodra Alders echter een energiebelasting voor bedrijven wil instellen,
komen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (Akzo, Shell, DSM,
KPN e.a. ) bij Lubbers op bezoek en dreigen Nederland te verlaten.
Lubbers geeft toe en laat Alders vallen. De afkeer van staatsbemoeienis
wordt in die jaren nog eens versterkt door de opkomst van een
neoliberale ideologie na de val van de Berlijnse Muur in 1989.
Kyoto-verdrag
Ondertussen
maken wetenschappers, milieuactivisten, politici en ambtenaren
zich op voor de grote internationale milieuconferentie in Rio
de Janeiro in 1992. Op die conferentie wordt met veel mitsen en
maren besloten dat er afspraken moeten worden gemaakt voor het
terugdringen van CO2-uitstoot. Dit zou vijf jaar later leiden
tot het klimaatverdrag van Kyoto.
Voor,
tijdens en in de eerste jaren na Rio ontstaat er, ondanks de magere
resultaten, een optimistische sfeer in Nederland. Nu de feiten
zo duidelijk zijn, zo verwacht men, zal er toch iets gaan gebeuren.
Dat viel bitter tegen. Bij de verkiezingscampagne in 1994, die
zouden leiden tot het eerste Paarse kabinet, krijgt milieu nauwelijks
nog enige aandacht.
Margreet
de Boer (PvdA) wordt de nieuwe milieuminister en Wijers (D66)
minister van Economische Zaken. Wijers keert zich tegen elke extra
belastingaanslag voor het bedrijfsleven en raadt minister De Boer
aan het terugdringen van CO2-uitstoot te bereiken via energiebelasting
op huishoudens.
Een
lichtpunt in deze kabinetsperiode is het voornemen om in 1997
op de VN-conferentie in Kyoto te komen tot een internationaal
klimaatverdrag. Ondanks de afwijzing van dit verdrag door enkele
landen waaronder de VS kwam er een principe-afspraak die verder
uitgewerkt zou worden.
Die
uitwerking volgt tijdens het volgende Paarse kabinet (1998 –
2002). Jan Pronk wordt minister van Milieu en zorgt ervoor dat
in 2001 in Bonn het Kyoto-verdrag werkelijkheid wordt. De bijeengekomen
landen minus de VS onderschrijven de plicht zich te houden aan
een per land aangegeven maximale uitstoot van CO2. Ontwikkelingslanden
die nog niet aan hun maximale uitstoot toekomen, kunnen hun 'uitstootrechten'
verkopen.
Klimaatsceptici
Het
succes van Pronk komt net op tijd want met de opkomst van Pim
Fortuyn in de aanloop van de verkiezingen van 2002 worden de feiten
van het klimaatprobleem voor de eerste keer glashard ontkend.
Fortuyn noemt milieuhoogleraar Lucas Reijnders een echte schoft
en, zo verklaart hij in een interview met het blad Milieudefensie
Magazine, 'van die praatjes van jullie word ik doodziek. Wat
nou opwarming, als de zeespiegel stijgt dan gaan ze in Bangla
Desh toch dijken bouwen?'
Het
is ook de tijd dat klimaatsceptici in de media meer ruimte krijgen.
Volgens deze sceptici is de grote aandacht voor klimaatveranderingen
gebaseerd op irrationele emoties van zonde, schuld en angst, een
gevolg van onze 'protestantse cultuur die doordrenkt is van schuldgevoel'.
Het eerste kabinet Balkenende wil toch iets doen tegen toekomstige
uitstoot en besluit 'schone energie' een kans te geven door de
kerncentrale Borssele niet te sluiten in 2013 maar in 2033.
In
2006 wordt het milieu, dank zij de klimaatfilm Een onaangename
waarheid van Al Gore, weer even belangrijk. Balkenende raakt
van de noodzaak overtuigt en in de verkiezingscampagne van 2006
krijgt milieu opnieuw een belangrijke plaats. Zelfs Rutte lijkt
tijdens de campagne bekeert gezien zijn uitspraak milieu zo belangrijk
te vinden 'dat we het niet aan de linkse partijen kunnen overlaten'.
De financiële crisis van 2008 maakt echter een einde aan
de positieve aandacht voor het milieu. Alle zeilen worden bijgezet
om Nederland door de crisis te loodsen.
Als
in 2010 een aantal foute berekeningen worden ontdekt in een wetenschappelijk
klimaatrapport van de VN grijpen de partij van Wilders en De
Telegraaf dit aan om wetenschappers te beschuldigen van opzettelijke
manipulatie. Klimatologie wordt door De Telegraaf een 'zieke
wetenschap' genoemd. In oktober 2010 treedt het kabinet Rutte
aan en is het gedaan met het milieu. Het milieuministerie is volgens
CDA-politicus Ger Koopmans een ministerie met 'een ongebreidelde
regelzucht' en wordt daarom opgeheven.
Minister
Verhagen gooit er nog een schepje bovenop in een toespraak voor
het Christelijk Sociaal Congres in augustus 2011. De milieubeweging,
zo stelt hij, is in feite een links project dat problemen wil
oplossen door wetten en regels op te stellen die vervolgens door
een bureaucratische staat dwingend moeten worden opgelegd. En,
zo vervolgt hij, 'het milieuvraagstuk is daarmee verworden tot
een moralistische stok om ondernemers, boeren en bedrijven mee
te slaan'.
Duurzaamheid
Die
uitspraak maakt de cirkel rond. Het klimaatprobleem, aangezwengeld
door de liberale minister Nijpels, wordt in de jaren '80 en '90
als een onwelkome boodschap genegeerd, in 2001 door Fortuyn ontkend,
in 2002 gezien als het gevolg van het protestantse schuldgevoel,
vanaf 2008 door Wilders cs weggezet als een links complot en tenslotte
wordt de milieubeweging door Verhagen verweten het probleem te
gebruiken als opstapje naar een sociaaldemocratische staat.
Ondanks
de poging van het kabinet Rutte, onder druk van de populistische
PVV, het milieuvraagstuk weg te zetten als een niet relevant links
stokpaardje, wordt binnen het bedrijfsleven, in de internationale
politiek en in maatschappelijke organisaties de gevaren van ernstige
klimaatverstoringen wel degelijk serieus genomen.
Desondanks
zijn de internationale milieuconferenties in Kopenhagen en Durban
grotendeels mislukt. Niet omdat men de feiten ontkent maar omdat
landen de verantwoordelijkheid naar elkaar toeschuiven. Men wil
dat het probleem opgelost wordt maar dan graag door een ander
land.
Omdat
een internationale regeling maar niet van de grond komt, pakken
burgers en bedrijven de zaak zelf aan. Consumenten vragen in toenemende
mate naar duurzame producten, het bedrijfsleven haakt daarop in
en geleidelijk aan maakt duurzaamheid, samen met fair trade,
onder uit van een verkoopstrategie. Uiteindelijk krijgt duurzaamheid
de status van moderne bedrijfsvoering.
Ter
illustratie: Op 15 december 2011 luisteren honderden managers
in de Rai in Amsterdam naar een toespraak van Michael Porter,
hoogleraar aan de Harvard Business school. Hij vertelt hen dat
zij hun talenten verspillen door vast te houden aan oude gewoonten,
en voegt daaraan toe dat het oude kapitalisme dood is en het duurzaam
kapitalisme de toekomst heeft. Ook gemeenten en overheidsinstellingen
streven naar klimaat-neutrale gebouwen en een duurzaam en fair
trade gericht inkoopbeleid.
Van
onderop
In
de evaluatie van 25 jaar klimaatbeleid laat Duyvendak zich positief
uit over deze particuliere initiatieven, maar vraagt zich terecht
af of de optelsom van al deze duurzame projecten voldoende zijn
om een klimaatramp te voorkomen. Hij vreest van niet want, zo
stelt hij, grote structurele veranderingen komen er alleen als
de politiek durft in te grijpen in de prijsvorming van fossiele
energie en strenge uitstootnormen introduceert.
Tegelijkertijd
is Duyvendak zich ervan bewust dat een structureel klimaatbeleid
alleen mogelijk is als er een draagvlak ontstaat doordat mensen
zich bewust worden van de gevaren en aandacht voor het milieu
een nieuwe sociale norm wordt. Dit lukt volgens hem alleen met
campagnes en initiatieven van onderop, dicht bij mensen in hun
eigen omgeving. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor de valkuil
van een nieuw links-rechts schisma.
Met
die analyse ben ik het eens. In feite zie ik overeenkomsten met
de strijd van ontwikkelingsorganisaties tegen mondiale armoede.
Aan de ene kant zie je bij de rechtse en centrum-rechtse politieke
partijen, maar ook bij een groot deel van het publiek, een bijna
instinctieve weerzin tegen (inter-)nationale wet- en regelgeving
ter bestrijding van mondiale armoede, aan de andere kant is er
sprake van een grote toename van particuliere initiatieven die
willen bijdragen aan de oplossing van het armoedeprobleem.
Dit
uit zich in een forse toename van de aankoop van fair trade
producten, een groei van het aantal kleinschalige 'eigen derde
wereldprojecten', een toename van financiële adopties van
kinderen, weduwen, ouderen, zieken en van vrijwilligers bij een
reeks van grote en steeds meer kleine derde wereld organisaties.
Leiden
al deze kleine activiteiten tot een oplossing van het armoedevraagstuk?
Nee! Leiden deze activiteiten tot een grotere kennis van de draagwijdte
van het probleem? Ja! Zal dit bewustzijn leiden tot meer acceptatie
van noodzakelijke (inter-)nationale wet- en regelgeving? Laten
we het hopen en die hoop waar maken door er aan te werken. Uiteindelijk
zal het gezonde verstand en de respect voor de aarde en haar bewoners
het zeker winnen van het huidige kortzichtige eigenbelang.
titel:
Het Groene Optimisme
auteur: Wijnand
Duyvendak
uitgeverij: Bert Bakker
uitvoering: paperback, 304 pag.
isbn: 9789035137097
prijs: € 29,90
●
Print
artikel
● Meer
achtergrond
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Alyssa - February 27, 2012 - 12:17 pm Leuk osemhrevcn S. Lammers! Ik vind de Kerst sfeervoller, omdat die tijd langer duurt. Het is ook veelomvattender dan de Sinterklaas. Mijn mening, is zeker die Kerst-traditie behouden.
Flip - December 26, 2011 - 03:45 pm Klimaathoaxer Duyvendak is zeker de nieuwe tekstschrijver van Hare Majesteit.
Home
.
.
|