24 november
2011
Er
zijn op het IDFA documentaires te zien met de makers in beeld
die participeren in de handeling. Dat kan soms leiden tot merkwaardige
en verwarrende films. De Palestijnse documentaire 5
Broken Cameras en de Deense documentaire
The Ambassador
zijn interessante voorbeelden hiervan, in alle opzichten tegenpolen.
5
Broken Cameras is bepaald geen doorsnee documentaire over
het lot van de Palestijnen. Het bevat persoonlijke impressies
van het conflict tussen de Palestijnen en Israël belicht
vanuit de Palestijnse gemeenschap, hetgeen de film bijzonder maakt.
De Palestijnse boer Emad Burnat maakte samen met de Israëlische
regisseur Guy Davidi een pakkend tijdsdocument, opgenomen gedurende
een periode van zes jaar.
Emad
leeft in Bil'in ten westen van Ramallah op de West Bank. Iedere
camera die hij gebruikte tekent een tijdsperiode. Met zijn eerste
camera filmde hij in 2005 hoe de bulldozers de olijfbomen uit
de grond trokken. De beruchte scheidingsmuur werd op zijn land
gebouwd. De documentaire laat het meestal vreedzame verzet van
de Palestijnen tegen de gewelddadige invasie zien.
Emad's
zoon Gibreel werd tijdens deze periode geboren en ingewijd in
het verzet. Dat is misschien wel het meest huiveringwekkende aan
de documentaire, te zien hoe de kinderen opgroeien tussen het
dagelijkse geweld. Palestijnse kinderen kunnen geen kind meer
zijn. Het Israëlische leger is dag en nacht aanwezig, bij
elke demonstratie van de bewoners worden traangasgranaten afgeschoten.
5 Broken Cameras
In het laatste deel van de film zien we dat Palestijnse burgers
zelfs dood worden geschoten. De melancholische vertelstem van
Emad begeleidt de vaak shockerende beelden. Documentaires over
de Palestijnen zijn meestal gemaakt door buitenstaanders. Dat
maakt ze nogal afstandelijk, en vaak tamelijk propagandistisch.
De grote rauwe kracht van 5 Broken Cameras daarentegen
is de persoonlijke invalshoek hetgeen de film geloofwaardig maakt.
The
Ambassador van de Deense regisseur Mads Brüggger
is een merkwaardig voorbeeld van een documentaire waar de maker
voortdurend in beeld is. De film beoogt een beeld te geven van
de donkere zijde van Afrika. De regisseur verkleedt zich als een
neokoloniale diplomaat die met een gekocht diplomatiek paspoort
zich voordoet als ambassadeur van Liberia. Doel van zijn reis
is de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Deze
republiek is een broeinest van corruptie, diamantsmokkel en een
vluchtoord voor allerlei dubieuze en gevaarlijke figuren. De missie
van de filmmaker is om de corruptie en machtsmisbruik in Midden-Afrika
aan te tonen. Dat begint al met de dubieuze handel in paspoorten
via allerlei duistere figuren, met onder meer een Nederlandse
zakenman in de hoofdrol. Bloeddiamanten smokkelen is de volgende
onvermijdelijk stap. Onder dekmantel van de opzet van een luciferfabriek
gerund door Pygmeeën begeeft Brügger zich te midden
van de gevaarlijke diamanthandel.
The
Ambassador
Grotendeels gefilmd met verborgen camera's heeft de film een satirische
en cynische ondertoon. Met gevaar voor eigen leven heeft Brügger
een uiterst politiek incorrecte visie op neokoloniaal Afrika neergezet.
Het is een ontregelende documentaire die veel vragen oproept.
Brügger is niet bang om raciale stereotypen te tonen met
het risico dat de film een racistisch stempel opgedrukt krijgt.
Feit is dat iedereen verdorven en hebzuchtig is, Afrikanen en
Europeanen, allemaal zijn ze om te kopen.
Het
is een levendige documentaire met veel, soms pijnlijke humor,
gelardeerd. Maar wat de filmmaker precies wil zeggen met zijn
exposé over de corruptie in Centraal Afrika blijft ongewis.
Is het uitsluitend een aanklacht van misstanden of moet er meer
achter worden gezocht? Duidelijk is dat Brügger zich kostelijk
vermaakt heeft in zijn rol als neokoloniaal, hetgeen resulteert
in een verontrustende ondertoon.
The
Ambassador stelt pijnlijke vragen over de moraliteit van de
documentairemaker. Hoever kan jezelf gaan met je aanklacht? Zijn
alle middelen geoorloofd om de boodschap te verkondigen? De regisseur
is niet bang om onder het mom van satire grenzen te overschrijden.
Behalve de satirische kant heeft de film evenzeer een serieuze
ondertoon. In ieder geval is het een documentaire die veel discussie
losmaakt en een verfrissend tegenwicht biedt aan de vaak stichtelijke
documentaires over Afrika.
Ulrik
van Tongeren
Eerdere bijdragen over IDFA 2011 lees je hier
en hier.
T/m 27 november in Amsterdam. De officiële website.
●
Meer
filmrecensies
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Home
.
.
|