31 augustus
2011
Het
protest tegen de omstreden oliepijpleiding Keystone XL groeit
in de VS wellicht uit tot de grootste actie van deze generatie.
Milieuactivisten in de VS en in Canada waarschuwen al geruime
tijd voor de schadelijke gevolgen van de ontginning van de teerzanden
in Alberta.
Op de tiende dag van de protestgolf verzamelden zo'n 300 mensen
in het Lafayettepark tegenover het Witte Huis in Washington. Onder
hen de vooraanstaande NASA-klimatoloog James Hansen. Op 3 augustus
schreef hij samen met twintig andere klimaatwetenschappers een
open
brief aan president Obama: 'Laat het teerzand maar in de grond
zitten. In het belang van de planeet moeten we zo snel mogelijk
op alternatieve energiebronnen overschakelen.'
Hansen
werd maandag jl. samen met andere manifestanten door de politie
aangehouden voor het Witte Huis. Sinds 20 augustus, de startdag
van een campagne die op 3 september eindigt, zijn er al 521 demonstranten
gearresteerd. De betogers verzetten zich tegen de aanleg van een
oliepijpleiding die de Canadese teerzanden verbindt met raffinaderijen
rond de Golf van Mexico. De zogenoemde Keystone XL moet dagelijks
700.000 tot 800.000 olievaten vervoeren over een afstand van 2753
kilometer.

Arrestatie
van James Hansen voor het Witte Huis
Maar het project is een doorn in het oog van steeds meer milieuorganisaties
en lokale bewoners. Ze gebruiken de pijpleiding om actie te voeren
tegen president Obama, die er voorlopig niet in slaagt om zijn
beloften aan de groene kiezers waar te maken. "Dit is een
zuivere test voor Obama's belofte dat onder zijn presidentschap
het stijgen van de zeespiegel zal afnemen en de planeet zal beginnen
herstellen", zei Bill McKibben, oprichter van de milieuorganisatie
350.org, maandag
voor de camera.
Dominee
Paul Mayer, medeoprichter van de Climate
Crisis Coalition, deed ook mee aan de actie. "Klimaatverandering
is één van de grootste morele, politieke, culturele
en spirituele kwesties waarmee onze planeet kampt. De rampzalige
gevolgen worden versneld door de ontginning van teerzand."
Mayer heeft nog samengewerkt met Martin Luther King. "Hij
heeft me geleerd dat je soms de wet moet overtreden om een hoger
doel te dienen.”
Broeikasgas
Milieuactivisten
in de VS en in Canada waarschuwen al geruime tijd voor de schadelijke
gevolgen van de ontginning van de teerzanden in Alberta. "Een
vat olie winnen uit teerzand is een water- en energieslurpend
proces dat drie keer meer broeikasgassen uitstoot dan de productie
van gewone ruwe olie", stelden klimatologen in 2008.
Bovendien
vrezen wetenschappers dat het transport van de olie door het Amerikaanse
binnenland naar raffinaderijen in Oklahoma en Texas de habitat
van vogels zal vernietigen, het milieu rond de pijpleiding zal
verwoesten en de waterhuishouding van de Grote Vlakten kan bedreigen.
Het
project moet nog enkele administratieve hordes nemen voor er met
de bouw kan worden gestart. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse
Zaken bijvoorbeeld heeft het licht nog niet op groen gezet. Vorige
week liet Kerri-Ann Jones van het departement oceanen, milieu
en wetenschap aan de pers weten dat er "geen zware impact
op de natuurlijke rijkdom zal zijn langs de pijpleiding."

Jones
gaf toe dat tal van inheemse culturele rijkdom net als fauna en
flora "aangetast" kunnen worden, maar ze verzekerde
de bevolking dat het milieueffectenrapport voor Keystone XL maatregelen
bevat om mogelijke schade aan het milieu te herstellen.
Die
verklaring stelt de wetenschappers noch de betogers gerust. Zij
baseren zich op zichtbare ecologische rampen en plaatsen burgerlijke
ongehoorzaamheid tegenover de financiële macht van oliemaatschappijen
als TransCanada, Shell en Exxon Mobil, die hard hebben gelobbyd
om hun investeringen in teerzand veilig te stellen.
Voorstanders
van Keystone XL stellen dat de aanleg van de oliepijpleiding de
VS minder afhankelijk maakt van olie-import uit 'onvriendelijke'
landen. Echter, door de afnemende vraag naar olie in de VS ligt
het volgens de tegenstanders voor de hand dat de controversiële
Keystone XL ook gebruikt zal worden om olie uit teerzanden via
de VS naar Europa te exporteren.
Vervuiling
De
Canadese teerzanden zijn volgens schattingen goed voor 300 miljard
vaten olie. De winning van olie uit teerzand is extreem vervuilend:
grote landoppervlakten worden ontgonnen, oerbossen worden gekapt,
risico op meren vol giftig afval, er is een verhoogd waterverbruik
en de exploitatie veroorzaakt een verhoogde emissie van broeikasgassen
en verspreiding van giftige stoffen.
Voor
de winning van een vat ruwe olie is 0,5 - 0,65 vat olie nodig.
De uitstoot van broeikasgas is voor een effectief gewonnen vat
olie dus ruim 1,5 maal zo groot. In 2008 wordt er voor elk vat
olie dat wordt geproduceerd circa 80 kg broeikasgas uitgestoten.
Voor de winning van een vat olie is daarnaast nog 300 tot 600
liter water nodig. Gebrek aan voldoende water en arbeidskrachten
vormen belangrijke logistieke problemen.

De pijpleiding kan volgens woordvoerders uit de industrie ook
gebruikt worden om grondwater uit de Ogallala Aquifer in het Midwesten
te transporteren naar droge staten in het zuidwesten van de Verenigde
Staten (VS), zoals Texas. Die staat heeft momenteel te kampen
met de ergste droogte in zijn geschiedenis.
Maar
ook daar heeft de milieubeweging iets op tegen. "Keystone
vormt een dubbele bedreiging voor de Ogallala, omdat er een olielek
kan ontstaan en omdat er nu al te veel grondwater wordt onttrokken",
zegt Maude Barlow van de Council
of Canadians, een milieuorganisatie.
Pijpleidingen
die lekken zijn niet zeldzaam. Een Canadees pijpleidingbedrijf
liet een jaar geleden nog 3,2 miljoen liter ruwe teerzandolie
in een rivier in Michigan lopen, zegt Barlow. Ondanks grootschalige
schoonmaakwerkzaamheden, kan het volgens het Amerikaanse Environmental
Protection Agency (EPA) nog jaren duren voordat het werk in het
stroomgebied van de rivier Kalamazoo is afgerond. Dit duurt zo
lang omdat de bitumen uit teerzand zwaarder zijn dan water en
veel zware metalen bevatten.
Keystone
1, een kleinere pijpleiding die eigendom is van TransCanada, hetzelfde
bedrijf dat Keystone XL wil aanleggen, heeft in het eerste jaar
van operatie al twaalf olielekken op zijn naam staan, meldt Friends
of the Earth. Het laatste lek werd in mei in North Dakota ontdekt.
TransCanada wil nu 7 miljard dollar (4,8 miljard euro) investeren
in de Keystone XL-pijpleiding.
Export
naar Europa
De
pijpleiding loopt van het noorden van Alberta, via de Ogallala
Aquifer in Nebraska naar raffinaderijen in Texas en Oklahoma.
Dagelijks kan de pijpleiding 700.000 tot 800.000 vaten ongeraffineerde
teerzandolie transporteren. "Bij Keystone XL gaat het vooral
over de export van diesel uit teerzand naar Europa", zegt
Brant Olsen van het Rainforest
Action Network in San Francisco.
Uit
informatie van de Amerikaanse Energy Information Administration
blijkt dat de huidige pijpleidingen al te veel capaciteit hebben,
zegt Ryan Salmon, adviseur energiebeleid bij de National Wildlife
Federation. De pijpleidingen Keystone 1 en Alberta Clipper zijn
nog maar net af en uit cijfers blijkt dat er in de komende tien
jaar onvoldoende teerzandolieproductie is om die pijpleidingen
en ander bestaande leidingen optimaal te benutten.
Europa
is een grote markt voor diesel, omdat veel vrachtauto's op diesel
rijden. Canada heeft echter geen oliepijpleidingen naar zijn kust
en Europa importeert dus nauwelijks teerzandolie. De huidige klimaatwet
zou dat, vanwege de vervuiling, ook niet toestaan. Europa staat
echter onder druk van de Canadese regering en grote oliemaatschappijen.
Bijna alle grote oliemaatschappijen hebben een aandeel in de teerzanden,
inclusief BP, Total en Shell.
Bronnen:
o.m. IPS, Friends of the Earth, Wikipedia.
●
Meer
achtergrond
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Home
.
.
|