
De Deense documentairemaker Janus Metz ging begin 2009 voor vier maanden
embedded bij een gevechtspeloton Deense
soldaten in Afghanistan. Ze waren gelegerd in de Brits-Deense legerbasis
Camp Armadillo gelegen in de zuidelijke provincie Helmand.
Evenals
onze jongens in Uruzgan hebben de Deense militairen de opbouwmissie
om de plaatselijke bevolking te helpen. Van die missie is in de documentaire
weinig terug te vinden. Armadillo toont hoofdzakelijk hoe de
jonge Deense soldaten zich overgeven aan geweld om te overleven in een
vreemd land tegen een ongrijpbare vijand, de Taliban.
Vanuit
elke greppel, vanachter iedere muur, kan een Taliban-strijder met een
kogel een einde aan je leven maken. Dit beangstigende besef kleurt de
houding van de jonge soldaten tegenover de plaatselijke bevolking. Ze
gaan ervan uit dat niemand te vertrouwen is, de paranoia steekt voortdurend
de kop op. Dat zorgt mede voor een flinke dosis cynisme jegens de bewoners.
Het
was de bedoeling van Janus Metz om de soldaten zo dicht mogelijk op
de huid te zitten. Hij ging zelfs zo ver om camera's op hun helmen te
monteren met het doel de ervaringswereld van de soldaten zo nauwkeurig
mogelijk weer te geven. Om zo het proces te laten zien van hoe gemoedelijke
jonge mannen veranderen in moorddadige vechtmachines.

De
documentaire leidde tot heftige reacties in Denemarken. Er werd een
officieel onderzoek ingesteld naar een vermeende begane oorlogsmisdaad
van de Deense soldaten. Het betreffende incident laat ons het doodschieten
van vijf Taliban-strijders zien die zich in een greppel bevinden. De
juridische vraag is of het hier om liquidatie gaat of om een legitieme
oorlogshandeling.
Armadillo
toont aan dat er in oorlogssituaties morele grenzen overschreden worden.
Kan men de soldaten de schuld geven voor het doden van de Taliban, of
moet de schuld hogerop worden gezocht, bij de leiding van het leger
en de Deense regering? Feit is dat de soldaten zich in een moeilijke
situatie bevinden.
Dan
is de bravoure en opluchting van de soldaten na hun slachtpartij enigszins
te begrijpen. Als kijker is het lastig om een moreel kompas te vinden.
De jongens doen verschrikkelijke dingen, maar je hoopt stilletjes dat
ze niet het loodje leggen, want die bijna onzichtbare Taliban-strijders
zijn bepaald geen lieverdjes.

Het
is een nuchter feit dat de sommige jonge mannen na hun eerste missie
in Afghanistan terugkeren naar het oorlogstoneel, en anderen afhaken
door fysieke en of psychische schade. De schade die ze in Afghanistan
aanrichten wordt terloops getoond, maar daar gaat de documentaire dan
ook niet over.
Metz
gooit alle filmische middelen in de strijd om de kijker bij de lurven
te grijpen. Prachtig gecomponeerde shots in uitgebleekte kleuren van
soldaten in een woest landschap, gecombineerd met opzwepende muziek,
leiden bijna tot een speelfilmervaring. Films als Apocalypse Now
en Platoon komen in de herinnering naar boven.
Het
knappe is dat Armadillo een dwingend beroep doet op de kijker
om morele kwesties onder ogen te zien. Hij weet de extase en de verschrikkingen
van het geweld te tonen, maar bouwt ook afstand in om te reflecteren
op het hoe en waarom van het oorlogsgeweld. In deze documentaire is
oorlog niet langer een abstracte kwestie.
Ulrik
van Tongeren
Armadillo (90 min, 2010); vanaf nu in Kriterion Amsterdam, Louis
Hartlooper Complex, Utrecht en Lux, Nijmegen. Zondag 9 januari om 15.00
uur in Kriterion een debat over de documentaire.
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Matilda - May 30, 2011 - 03:13 pm Wow! Great tihninkg! JK
.
Naar
boven
Naar
homepage
|