Alexandr
Poesjkin:
Ik denk en smacht en ken geen rust,
Net als voorheen alleen de vonken
Der poëzie zijn uitgeblust.
Begeestering, scheppend verlangen,
Hoe kort en vluchtig was jouw gloed!
Nu ben ik doof en blind, voorgoed,
Voor de godin der zoete zangen.
koppige
lieden
erbarmelijk
ontsierend
weinig zeggend
deprimerend
moedeloos
tot mijn grote ergernis
tot mijn groot verdriet
geen plek voor de creatieve geest
behalve een op de verticale loopband
ik
voel mij gelijk een stervende zwaan
die zijn kop laat hangen
dof staan de ogen
slechts de glans van opwellende tranen zijn opvallend
ik smeek
zie ik zit op mijn knieën
ik vraag niet meer
ik smeek
heb oog en oor naar mijn verlangen
geef camera poëma weer een plek
-
- - - - - - - - -
Overige
fotogedichten:
10-12-12 Twix
03-12-12 het paard
13-11-12 | |