grote
kat
een oude leeuw likt zijn wonden
verslagen door een jonger soortgenoot
verstoten
uit zijn groep
zijn jarenlange harem
zijn bondgenoten in de strijd
moeders
van zijn nazaten
zien niet meer naar hem om
eenzaam
roept hij in de nacht
schudt zich de manen strijkt met
zijn leeuwenkop langs een boom
sproeit
territoriaal de schors
loopt vertwijfeld hongerig verder
onzeker over wat hem wacht
|