herinneringen
van een zevenjarige
mijn jeugd was geen lolletje
ter compensatie voor de ellende thuis
haalde ik heel wat kattekwaad uit
ik
slenterde vaak over straat en zag soms
een niet geheel opgerookte nog brandende
peuk liggen raapte deze op om er de laatste
beetjes rook uit te zuigen
een
dag liep er een man op straat met
een rokertje tussen zijn lippen
ik er achteraan gesneld wachtend op het
moment hij de bijna opgerookte peuk
de straat op zou schieten
als
een lenige kat nam ik een spurt
naar het restant voor hij het rode
kogeltje met de onderkant van zijn
grote schoen zou doven en liep
zuigend op het natte mondstuk
tevreden weg
mijn
grootste triomf
één hele sigaret
dat ging als volgt
op
de hoek van onze straat stond
grenzend aan het huizenblok een
stenen elektriciteitshuisje waar je
aan beide kanten langs kon lopen
via twee smalle doorgangen van
ongeveer een halve meter breed
een
ochtend liep ik op naar school
langs dat gebouwtje toen ik over
wilde steken hoorde ik geroezemoes
ik ging polshoogte nemen en liep
naar een van de doorgangen
er
stond een jong stelletje de jongen
met zijn mond op die van het meisje
ze waanden zich onbespied en waren
elkaar flink aan het betasten
verrast keek ik toe
de
jongen kreeg mij in het vizier
beet mij toe dat ik op moest rotten
eerst een sigaret zei ik brutaal
om verder te gaan waar hij gebleven
was en van mij af te zijn
pakte hij een pakje uit zijn zak
en stak mij zowaar een sigaret toe
voorzichtig
stak ik deze in mijn jaszak
liep regelrecht naar school wat een vreugde
een hele sigaret vol zelfvertrouwen liep ik
het drukke schoolplein op regelrecht in de
handen van een meisje uit een paar klassen
hoger mijn zelfverzekerde houding stond
haar kennelijk niet aan
wat
ben jij laat snauwde ze
geïntimideerd door dat kind toch gauw
een kop groter dan ik was pakte ik de
sigaret uit mijn zak liet haar deze zien
heb ik gekregen zei ik nu een stuk minder
zeker van mijzelf er vormde zich een
groepje kinderen om ons heen
jij
mag helemaal nog niet roken
ze griste hem uit mijn hand gaf me
een klap op mijn wang en liep weg
verward en beteuterd keek ik haar na
weg sigaret weg triomf
|