slak
de slak op weg
zijn gang gelijk
een trekharmonica
laat een slijmerig
spoor na
hij
ziet er krachtig
uit doch ook broos als
een vochtig krijt dat
in drab verandert als
je er met je schoen
op staat
zoekt
mijn vingertop
toenadering met zijn
voelspriet trekt deze
zich in zo het laatste
stuk sliert spaghetti
tussen getuite lippen
naar binnen gezogen
dit
zwijgzame dier
verdwijnt geleidelijk
uit zicht als een
vlammetje dat uitdooft
in een opgebrande kaars
|