![]() |
Ravagedigitaal
27 maart 2010 , print
deze pagina ![]() |
||
|
De staat is een van de belangrijkste instanties die de zelfbeschikking bij mensen wegneemt. Dit is echter geen reden om de staat te wantrouwen. De overheid schept namelijk ook mogelijkheden voor het individu om zich te ontwikkelen en beter gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die er zijn.
Individualisme, het stellen van de rechten van de persoon boven dat van de groep, werd in het boek On Liberty (1859) door John Stuart Mill getypeerd als het recht op zelfbeschikking ongeacht afkomst, geslacht, nationaliteit, volk of ras. Volgens Mill zou iedereen die handelingsbekwaam is zijn eigen levenspad kunnen bepalen. Geen instantie, kerk of overheid die dit mag inperken, afgezien van de momenten dat anderen schade ondervinden van de acties van het individu. Anti-individualismeIn het stuk Mill en het individualisme (2009) van Dirk Verhofstadt wijdt de schrijver verder uit over dit onderwerp. Hierbij komt hij ook op het anti-individualisme, een grote bedreiging volgens hem, dat hij terugziet in allerlei kwalijke regimes. Voorbeelden daarvan zijn de Sovjet-Unie, Mao China en Cambodja onder Pol Pot. In deze landen werd alles dat afweek van de groep afgestraft. In Cambodja ging het zelfs zover dat het dragen van een bril al genoeg reden was om omgebracht te worden. Een bril is namelijk een teken van de intellectuelen en die zijn eerder geneigd op te komen voor hun recht op zelfbeschikking. Ook in andere landen, zoals in China of Albanië, werd zelfbeschikking op de proef gesteld. Er werd voor de mensen bepaald welk werk ze moesten doen en eens in de zoveel tijd dienden ze weer wat anders te gaan doen. Afgezien van de rampzalige economische gevolgen was dit een grove inmenging in de rechten van elk persoon om zijn of haar handelen zelf te bepalen. De theorie achter deze vrijheidsinperking was waarschijnlijk een overtuiging dat dit beter zou zijn voor 'het collectief'. Of zoals de, op communistische leest geschoeide, propagandastrip Het Geschiedenisboek (1974) het beschrijft: 'Om er voor te zorgen, dat de kantoorbedienden en ambtenaren niet zouden gaan denken, dat ze meer waren dan arbeiders, moest iedereen elk jaar weer een tijd lang in een fabriek of op het land werken. Ook de arbeiders en boeren gingen naar de universiteit en andere hogere scholen.' DystopieënHoewel het evident is dat die situatie totaal onacceptabel is vanuit een individualistisch perspectief, moet er wel enige vorm van inperking zijn om anarchie te voorkomen. De vraag is dus: hoe ver mag de vrijheid van het individu gaan en hoe ver mag deze worden ingeperkt? Het eerder geschetste beeld van de weerstand van totalitaire regimes tegen individuen wordt versterkt door boeken die deze door en door slechte samenleving beschrijven, dystopieën. In erkende dystopieën, zoals 1984 (1949) van George Orwell en Blokken (1931) van de Nederlandse schrijver Ferdinand Bordewijk, zie je dat er ook daar weinig plaats is voor het individu. Het individu is namelijk een gevaar voor de staat en dient uit de weg geruimd te worden. Het liefst zal men daar de mensen elke individualiteit afnemen, beginnende bij de naam. Deze wordt vervangen door een nummer. Mensen mogen hun mening niet geven, mogen zich niet ontwikkelen zoals ze zelf willen, het individu is de vijand. In 1984 wordt Engeland geregeerd door de Partij onder leiding van Big Brother. Deze controleert alles dat mensen doen en zeggen, het is niet mogelijk daar aan te ontsnappen. Mensen die zich niet aanpassen verdwijnen, net als in de Sovjet Unie van 1984. Om het Ingsoc, het socialisme van Engeland, tot uitdrukking te laten komen wordt Newspeak ontwikkeld, een nieuwe vorm van het Engels. Daar komt het woord ownlife in voor, dat zoveel betekent als individualisme of excentriciteit, twee eigenschappen die niet gewaardeerd worden door de staat. Ook in Blokken is het individu de tegenstander van het systeem. 'De staat loochende alle individuele waarden, in de eerste plaats de waarde van het individu. Het individu had slechts één belang voor de Staat, zijn staatsgevaarlijkheid.' Het land wordt geregeerd door de raad die alle beslissingen neemt waarbij het collectief het meest gebaat zou zijn. Hierbij speelt eigenbelang bijna geen rol, regelmatig worden mensen weggezuiverd uit de raad wanneer ze te gevaarlijk worden voor de staat. Zelfs aan de top is er dus geen plaats voor afwijkende meningen. De staat is een machine geworden die geen tegenstand kan dulden. Eenzelfde thema wordt uitgewerkt in de film V for Vendetta (2005) waarin Groot Brittannië wordt geregeerd door een totalitaire minister van Financiën die ook als een soort Big Brother alles controleert. Deze wordt bestreden door de gemaskerde V die eigenlijk zowel het totale individu representeert, dat zich verzet tegen de totalitaire staat, maar zich ook helemaal wegcijfert, dat het niet om hem, maar om het land gaat. UtopieAan de andere kant wordt ook in een perfecte wereld het individu onderdrukt. Wanneer de ideale wereld van Sir Thomas More wordt beschouwd die hij in zijn boek Utopia (1516) beschrijft, is ook daar geen plaats voor het individu. Het eiland Utopia weerspiegelt hoe de ideale samenleving er volgens More uit zou zien. Op Utopia is bezit afgeschaft en is iedereen volstrekt gelijk. Dit heeft tot gevolg dat het individu wordt weggedrukt. Elke vorm van zelfontplooiing wordt in de kiem gesmoord. De inwoners van het eiland worden in een strak keurslijf geperst waar ze aan moeten voldoen. Alle individualiteit wordt weggenomen. Alle steden zijn gelijk, iedereen draagt dezelfde kleding, slaapt op gezette tijden, maar lijkt daar wel bij te varen. Het collectief staat bij elke beslissing voorop. Op Utopia bestaat een perfect egalitaire samenleving, die zelfs door geen enkel communistisch regime benaderd is. Bezit, mogelijkheden tot zelfontplooiing, of zelfs maar keuzevrijheid zijn niet aanwezig. Het individu bestaat niet. Een van de redenen waarom Floris van den Berg in zijn essay Lessen uit Utopia (2009) aangeeft zeker niet in Utopia te willen leven. Een gebrek aan persoonlijke vrijheden geldt ook voor de ideale wereld die Plato onder andere beschrijft in zijn boek Politeia (c. 380 BC). In de ideale samenleving, zoals Plato die voor zich ziet, is er weinig plaats voor zelfbeschikking. Plato was een voorstander van slavernij, was van mening dat de staat over het individu mag heersen, omdat deze niet in staat zouden zijn zelf hun leven zo in te delen dat het gunstig is voor het collectief en had niets met democratie. AanpassingIn zijn boek The Open Society and Its Enemies (1945) noemt de filosoof Karl Popper Plato dan ook een van de vijanden van onze huidige liberaal democratische samenleving. Er kan dus worden gesteld dat het individu de ultieme vijand is van zowel een utopie als een dystopie, want voor beide systemen is absolute aanpassing noodzakelijk. Het wezen van individualiteit is dat mensen zich kunnen gedragen en ontwikkelen zoals ze zelf willen en niet zoals daartoe opgedragen door het systeem. Het systeem vereist namelijk dat iedereen zich goed gedraagt, anders raakt het instabiel. Wat zou er immers gebeuren wanneer iemand op Utopia het idee krijgt dat hij groter is en daarom meer voedsel nodig heeft? Dat lijkt zeer legitiem, maar als iemand afwijkt van de vastgestelde rantsoenen is er geen principiële reden meer om deze te handhaven. Het gevolg is dat iedereen zich toeëigent wat hij passend vindt en daarmee grote tekorten veroorzaakt. Dit zal uiteindelijk leiden tot het einde van het systeem. Daarom moet iedereen zich aanpassen. In de dystopie geldt hetzelfde. Wanneer mensen voor zichzelf gaan denken en inzien dat Big Brother niet het beste is voor hen persoonlijk loopt het systeem gevaar. Als mensen zichzelf belangrijker vinden dan anderen of een beter leven verdienen is dat het begin van het einde voor het systeem. Voor het collectief zou de absolute aanpassing het beste zijn, maar voor alle individuen niet. Daarom wordt afwijkend gedrag niet geaccepteerd. Ook in hedendaagse dystopieën is dit waar te nemen. Streng godsdienstige regimes als Saoedi-Arabië en Iran proberen de keuzevrijheid van individuen te onderdrukken. Vrouwen hebben minder rechten dan mannen en mensen met een afwijkende mening, godsdienst of geaardheid lopen kans op de doodstraf. Dit alles om een zo mak mogelijk volk te hebben dat simpel onderdrukt kan worden. Maar ook in de katholieke leer is een tendens van het onderdrukken van individuen waarneembaar. In het verleden was het niet mogelijk zelf te kiezen welk geloof aan te hangen, ketters werden immers op de brandstapel gedood. Later ondersteunde de katholieke kerk allerlei totalitaire regimes zoals de Franco-dictatuur in Spanje en verzette ze zich amper tegen het fascisme en de jodenvervolging van de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig wordt het gebruik van condooms nog steeds afgekeurd, terwijl dat de verspreiding van aids zou kunnen stoppen. Hierdoor kunnen heel veel mensen niet het leven leiden dat ze zouden willen. Dieren zijn gelijkOp het moment dat een onderdrukkend systeem omver wordt geworpen, zoals in George Orwells Animal Farm (1945), een parabel voor de oprichting van de Sovjet-Unie, lijkt het eerst goed te gaan. De dieren die de boer van de boerderij hebben gejaagd gaat het aanvankelijk goed af en hun situatie verbetert, hoewel de individualiteit wordt ingeperkt. De belangrijkste regel is 'alle dieren zijn gelijk', maar gaandeweg ontwikkelt zich een nieuwe elite van varkens die zich steeds meer rechten geeft en even slecht is als de oude 'kapitalistische' machthebber. Dieren die tegen de varkens in opstand komen worden aangepakt en de belangrijkste regel wordt 'alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen.' Ook hier stopt de kans voor de gewone dieren om zichzelf te zijn, ze moeten zich aanpassen aan de wens van de varkens en hebben het nog slechter dan eerst. Naast het theoretische uitgangspunt van J.S. Mill dat individualisering een groot goed is, wordt het ook duidelijk dat wanneer de rechten van het individu niet worden gerespecteerd het niet fijn leven is. Hoewel het stoppen van het individu als belangrijk wordt gezien door sommigen, zoals Thomas More, Ayatollahs in Iran en verscheidene communistische helden, betekent dit niet per definitie dat het individu heilig verklaard moet worden zoals sommige aanhangers van Mill doen. Hoewel het tegenovergestelde van kwaad goed is, kan het ook een ander kwaad zijn. Het losgeslagen individualisme, waarbij er geen verantwoordelijkheidsgevoel meer is voor de rest van de samenleving, dient ook aan de kaak gesteld te worden. Dit wordt in Nederland onder andere gedaan door premier Balkenende die een campagne begon voor normen en waarden. Sinds de individualisering toesloeg is zijn jaren '50 ideaalbeeld van de samenleving verdwenen. Waar de gedachte kan bestaan dat het hem er vooral om gaat dat niet ieder gezin op zaterdagavond gezellig mens-erger-je-niet speelt, lijkt hij toch een punt te hebben. Er wordt minder verantwoordelijkheid genomen door de samenleving, zie bijvoorbeeld de dalende opkomstpercentages bij verkiezingen, maar als er iets gebeurt, dat het individu direct treft, wordt er moord en brand geschreeuwd. EgoïsmeDit gevoel speelt ook in het buitenland. De Amerikaanse satiricus en cartoonist Scott Adams bijvoorbeeld gebruikt het woord 'induhvidu' als scheldwoord voor alle dombo's en incompetente mensen die hij tegenkomt. Wanneer iemand wordt uitgemaakt voor 'individu' zal deze dat eerder als compliment zien dan als een belediging. Individualisering schiet namelijk vrij snel door naar egoïsme. Dit heeft ook grote gevolgen en levert minstens even grote problemen op. Als iedereen alleen handelt naar eigen goeddunken, is dat het einde van de samenleving. Er is dus wel degelijk een instantie nodig om dit in goede banen te leiden. In vroeger tijden was dat de kerk die mensen duidelijk maakte wat ze moesten doen en vinden. Nu is dat de overheid die regels stelt; en belangrijker nog mogelijkheden schept. Mill kan dan wel aangeven dat iedereen recht heeft op zelfbeschikking, maar wanneer je in tegenstelling tot hemzelf niet in een intellectuele familie maar in een negentiende-eeuws arbeidersgezin geboren werd, was daar weinig kans op. Educatie was onbereikbaar en dientengevolge was zelfontplooiing alleen voor de rijken beschikbaar. Ook nu nog dreigt het gevaar dat mensen die het wat minder getroffen hebben achtergesteld worden terwijl mensen die 'het gemaakt' hebben, en dus weinig steun nodig hebben, zeer goed beloond worden. Hier komt de overheid in het spel. Ultraliberalen of libertariërs zoals Verhofstadt ze noemt, vinden dat de overheid zich met zo min mogelijk moet bemoeien, en streven naar de zogenoemde nachtwakersstaat. Elke vorm van overheidsingrijpen wordt verfoeid door deze ultraliberalen, want dat is een inbreuk op de zelfbeschikking van het individu. Rol overheidVoor zelfontplooiing is de overheid echter hard nodig. Niet iedereen heeft vanaf het begin gelijke kansen. Iemand die wordt geboren in Nederland heeft meer ontplooiingsmogelijkheden dan iemand die in Zambia wordt geboren. Iemand met hoogopgeleide ouders is vaker ook hoger opgeleid en heeft een goede kans het te maken in het leven. Terwijl iemand die wordt geboren in armoede daar zelfs met veel talenten moeilijk uitkomt. Daarom moet er een rechtvaardige overheid zijn die actief de mensen steunt om zelf echt over hun leven te kunnen beschikken. Dit kost geld en beperkt de mogelijkheden van de mensen die 'er' al zijn. Echter het is wel solidair en steunt de ontwikkeling, de emancipatie van de zwakkeren en tast daarbij inderdaad de mogelijkheden van anderen aan. Echter mensen met de mogelijkheden zullen daarbij nooit alle mogelijkheden verliezen, terwijl mensen zonder mogelijkheden wel vooruit komen. Dit idee wordt ook ondersteund door Verhofstadt die stelt dat een echte liberaal sociale zekerheid moet ondersteunen, want het is een essentiële voorwaarde voor de ontwikkeling van het individu. In zijn invloedrijke boek A Theory of Justice (1971) beschrijft John Rawls aan welke voorwaarden een rechtvaardige samenleving moet voldoen, de belangrijkste daarvan in dit opzicht is gelijkheid van kansen, dat iedereen vanaf het begin een gelijke kans moet hebben op succes. Hierbij hoort een sterk belastingstelsel om de welvaart van de rijken her te verdelen naar de armen. Er moet dus een balans gevonden worden tussen geen overheidsingrijpen zoals het de libertariërs voorstaat, maar waardoor een heleboel individuen geen zelfontplooiing kunnen vinden; en een totalitaire staat die alles bepaalt, waarbij er geen enkele vorm van zelfbeschikking is. DemocratieIn het boek Political Philosophy (2003) van David Miller wordt er ook een beschrijving gegeven in hoeverre de overheid zich mag inmengen in de beslissingen van het individu. Deze geeft ook aan dat het een misvatting is dat de overheid alleen vrijheden beperkt, de overheid creëert ook mogelijkheden. Een actueel voorbeeld is het rookverbod in de horeca. Zelfbeschikking wordt deels weggenomen bij mensen, maar daar tegenover staat dat anderen daardoor minder geconfronteerd worden met meeroken. Daardoor kunnen ze echt zelf de beslissing nemen of de rook en bijbehorende troep wordt geïnhaleerd of niet. Dit is dus het beperken van het individu, ten gunste van anderen die daardoor meer zelfbeschikking hebben. Een middel om deze balans te vinden is democratie. Hierbij kunnen zij die handelingsbekwaam zijn uiting geven aan de mate waarin de staat zich met allerlei zaken dient te bemoeien. Het geeft een bepaalde macht aan de staat ten opzichte van een anarcho-kapitalistische 'samenleving' waarin het recht van de rijkste geldt. Aan de andere kant wordt het individu in een echte democratie ook beschermd tegen een alles omvattende overheid die exact bepaald hoe individuen zich moeten gedragen. Deze balans geeft de staat dan ook een goede mogelijkheid om echt individuen te steunen en de zelfbeschikking van ook de minder gefortuneerden te bevorderen. Kortom, de staat is een van de belangrijkste instanties die de zelfbeschikking bij mensen wegneemt. Dit is echter geen reden om de staat te wantrouwen, zoals vele liberalen doen. De overheid schept namelijk ook mogelijkheden voor het individu om zich te ontwikkelen en beter gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die er zijn. Dit is échte zelfbeschikking. Individuen die zich kunnen ontwikkelen zoals ze zelf willen ongeacht afkomst, geslacht, ras of nationaliteit. Aan de andere kant is er ook kritiek op de individualisering. Deze kwam onder andere van Thomas More, maar ook van de kerk en andere conservatieven. Dit dient echter ook niet door te schieten in een wens naar een totalitaire staat, die door een heerser of een godsdienst wordt geregeerd. Ook dat is een inbreuk op de zelfbeschikking van ieder mens.
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
JE DIKKE KALE ROYMOEDER - October 28, 2010 - 12:54 pm Fanta - October 28, 2010 - 10:06 am de Monnik - June 01, 2010 - 11:41 am de Veteraan - June 01, 2010 - 11:24 am de Officier van Justitie - June 01, 2010 - 10:57 am Lullo - June 01, 2010 - 10:13 am Tommy - May 31, 2010 - 05:46 pm Ernst - May 19, 2010 - 08:52 am frankén - May 18, 2010 - 10:22 am pim - April 18, 2010 - 12:18 pm Ernst - April 17, 2010 - 12:44 pm pim - April 07, 2010 - 08:46 pm S. - April 07, 2010 - 12:24 pm Co Smick - April 07, 2010 - 11:12 am Hans Langbroek - April 02, 2010 - 09:47 pm pim - March 28, 2010 - 12:59 pm .
|
|