DEN
BOSCH, 24 SEPT 09 - Het burgerinitiatief 'Megastallen Nee' komt pas op
20 maart 2010 op de agenda van Provinciale Staten (PS) in Noord-Brabant
te staan. Volgens de tegenstanders een "puur strategische keuze."
Het onderwerp zal zo de gemeenteraadsverkiezingen niet beïnvloeden.
"Men
vreest de gevolgen van het burgerinitiatief Megastallen-Nee en schuift
de behandeling ervan door tot na de gemeenteraadsverkiezingen. De gezondheid
van mensen is daarbij ondergeschikt aan politieke belangen", zegt
Sonja Borsboom van het burgerinitiatief. "Reeds op 10 juli hebben
wij alle leden een uitvoerige informatieset aangeboden. Heeft men écht
acht maanden nodig om zich voor te bereiden op onze vragen?"
Volgens
het Presidium van Provinciale staten is de reden van uitstel van het debat
gelegen in het feit dat men het onderwerp zo zorgvuldig mogelijk wenst
voor te bereiden. In juli ontving commissaris van de koningin Hanja Maij-Weggen
ruim 33.000 handtekeningen uit handen van Brabantse burgers en verschillende
belangengroepen.
Volgens
de initiatiefnemers tasten de megastallen het leefmilieu en het landschap
aan. Duizend handtekeningen waren al voldoende geweest om het onderwerp
op de agenda van PS te krijgen. In de vergadering van 2 oktober hakken
de leden van PS de knoop door of het onderwerp definitief op de agenda
van 20 maart 2010 komt.
Op
13 maart 2009 gaf een aantal verontruste burgers het startsein voor het
Brabants burgerinitiatief Megastallen-Nee.
De initiatiefnemers hebben niet alleen handtekeningen verzameld, maar
ook bekendheid gegeven aan de veelomvattende problemen die samenhangen
met de intensieve veehouderij: bedreiging van de gezondheid van mens en
dier, aantasting van het leefmilieu en landschap en ondermijning van het
welzijn van dieren.
De
ondertekenaars vragen het provinciebestuur met klem om actie. In het burgerinitiatief
zijn elf
actiepunten geformuleerd. Voorbeelden zijn het instellen van een onderzoek
naar gezondheidseffecten, het beperken van de grootte van bouwblokken
en een betere toetsing op basis van de Natuurbeschermingswet. Het bestuur
moet ook streven naar duurzame en diervriendelijke landbouw die past in
het Brabantse landschap.
In
het kader van de zogenoemde Reconstructiewet worden er temidden van zeer
kwetsbare natuurgebieden, onder de rook van woonkernen en midden in open
landschappen, in Midden- en Oost-Brabant maar liefst vijftig landbouwontwikkelingsgebieden
ingericht ten behoeve van een mammoet bio-industrie die op wereldschaal
zou moeten kunnen concurreren.
Overeenkomstig
de provinciale Reconstructieplannen mogen de bio-industriële ondernemers
in deze gebieden fabrieken laten bouwen met een omvang van 2.5 tot 3.5
hectare (5 à 7 voetbalvelden). Daarnaast verrijzen er omvangrijke mestverwerkinginstallaties
en biogasinstallaties. Door middel van een burgerinitiatief mogen tegenstanders
in de raad meepraten met politici, in de hoop de planvorming te beïnvloeden.