LIMA,
9 OKT 09 - Peruaanse militairen en politieagenten krijgen straks onschendbaarheid
als ze burgers verwonden of doden in 'noodgebieden' waar het leger jaagt
op de guerrillagroep Lichtend Pad.
De
regering-García stuurde een reeks wetsvoorstellen naar het parlement die
militairen en politieagenten bijzondere bevoegdheden moeten geven. Als
de voorstellen groen licht krijgen, zal het doden van burgers in de 'noodgebieden'
niet langer strafbaar zijn.
Een
procureur die een militair of agent voor vermeende mensenrechtenschendingen
wil vervolgen, zal ook eerst over een 'technisch rapport' van de leger-
of politietop moeten beschikken. Nationaal procureur Gladys Echaíz vindt
dit ongehoord. Ook Carlos Bruce, ondervoorzitter van de commissie Defensie
in het parlement, vindt dat zo'n beperking niet kan.
De
voorstellen volgen op een intense campagne vanuit conservatieve en militaire
kringen. Ze hebben het niet begrepen op de gerechtelijke acties die niet-gouvernementele
organisaties ondernemen tegen militairen en agenten die over de schreef
gegaan zijn.
Volgens
de onafhankelijke Waarheids- en Verzoeningscommissie stierven of verdwenen
bijna 70.000 mensen tijdens de burgeroorlog tussen het leger en de linkse
guerrilla (1980-2000). Tussen 54 en 60 procent van de misdaden wordt toegeschreven
aan de maoïstische guerrillagroep Lichtend Pad.
"De
wetsvoorstellen passen in de manier van denken van vice-president Giampietri,
die gezegd heeft dat de procureurs en rechters obstakels zijn voor de
militairen", zegt Roberto Lamilla, van Paz y Esperanza. Deze ngo
brengt families bijeen van de slachtoffers van het bloedbad van Putis,
waar in 1984 meer dan honderd mannen, vrouwen en minderjarigen geëxecuteerd
werden door militairen.