DEN
HAAG, 6 JUNI 09 De ministeries van Algemene Zaken en Vrom hebben doelbewust
een zeer gevoelig TNO-onderzoek achtergehouden in het strafrechtelijk
onderzoek naar de brand in het Catshuis, waarbij een schilder om het leven
kwam.
Dit
blijkt uit het onderzoek van de Rijksrecherche naar de Catshuis-affaire,
dat vrijdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Volgens het Rotterdamse
openbaar ministerie (OM), dat het onderzoek leidde, had de informatie
destijds wel gegeven moeten worden, en heeft de overheid zo willens en
wetens verhinderd dat justitie en de rechter hun werk naar behoren konden
doen.
"Door
dit niet te doen is afbreuk gedaan aan de mogelijkheid de strafrechtelijke
verwijtbaarheid in volle omvang aan de strafrechter voor te leggen. De
consequenties van het niet beschikbaar stellen van het rapport aan het
OM zijn onvoldoende afgewogen en er is het OM belet om bij de vervolging
zelfstandig te beslissen omtrent de strafrechtelijke relevantie",
zo luidt het harde verwijt van het OM.
Het
gaat om een geheim gehouden TNO-rapport [PDF]
uit 2005. Daarin werd geconcludeerd dat de wandbekleding in het Catshuis
zeer brandgevaarlijk was. Die wandbekleding heeft de brand versneld en
versterkt en mogelijk een rol gespeeld in de dood van de schilder.
Ambtenaren
van de ministeries van Algemene Zaken en de Rijksgebouwendienst besloten
- in overleg met de Landsadvocaat - om de informatie doelbewust niet door
te spelen aan het OM: "De conclusie luidt dat de inhoud van het rapport
zeer gevoelig is. Het zou in de strafzaak tegen het schildersbedrijf mogelijk
relevant kunnen zijn."
In
2004 kwam een schilder om het leven die in het Catshuis werkte. Bij de
renovatie werd het verboden middel thinner gebruikt, wat leidde tot de
fatale brand. Alleen het schildersbedrijf werd daarvoor veroordeeld. Het
onderzoek van de Rijksrecherche werd ingesteld na aanhoudende vermoedens
dat ook ambtenaren wisten dat thinner zou worden gebruikt. De Rijksrecherche
stelt nu dat dat 'niet aantoonbaar' is.
De
advocaat van de weduwe van de omgekomen schilder spreekt van frustratie
van de rechtsgang. Hij zegt dat vijf jaar na de brand blijkt dat de schilder
het ongeluk dus mogelijk had kunnen overleven. Hij wil nu op grond van
de nieuwe informatie alsnog strafrechtelijke vervolging afdwingen van
betrokken ambtenaren.