Duizenden
agenten van de Chinese oproerpolitie controleren de straten van Urumqi
URUMQI/DEN HAAG, 6 JULI 09 – Bij een opstand van Oeigoeren in de West-Chinese
provincie Xinjiang zijn tenminste 140 personen om het leven gekomen door
politiegeweld. De Chinese ambassade in Den Haag werd maandagochtend bekogeld
met stenen.
De
betoging van 250 Oeigoeren bij de Chinese ambassade in Den Haag is uit
de hand gelopen. Betogers gooiden stenen naar de ambassade en wilden over
de hekken klimmen. Zestig betogers zijn opgepakt, ze zijn met bussen afgevoerd.
De demonstratie van de Oeigoeren is door de politie beëindigd.
De
betogers protesteerden tegen de dood van ten minste 140 Oeigoeren in Xinjiang,
in het noordwesten van China, die zondag in opstand zijn gekomen. De demonstraties
hebben zich maandag verplaatst naar een tweede stad, melden ooggetuigen.
In de stad Kashgar city zouden zich 300 demonstranten hebben verzameld.
Zondag
kwamen in de stad Urumqi al ten minste 140 mensen om en raakten ruim 800
personen gewond bij straatrellen, waarbij duizenden inwoners betrokken
waren. De Chinese regering vermoedt dat het dodental zal oplopen. Het
is de gewelddadigste opstand sinds decennia in de regio waar vooral islamitische
Oeigoeiren wonen.
Oproerpolitie
heeft de straten van de provinciale hoofdstad afgesloten. Controleposten
zijn op diverse plekken opgesteld om te voorkomen dat opstandelingen ontsnappen,
melden Chinese staatsmedia. Volgens ooggetuigen zou het internet in de
regio zijn geblokkeerd om te voorkomen dat demonstranten informatie met
elkaar uitwisselen.
De
demonstraties in Xinjiang leggen de etnische spanningen bloot die gepaard
gaan met China's economische en politieke expansiedrift in de westelijke
Chinese provincies. Samen met Tibet is Xinjiang een van de politiek meest
gevoelige provincies in China, en in beide gevallen tracht Peking het
religieuze en culturele leven in de regio's sterk te controleren.
Veel
Oeigoeren, met 8 miljoen zielen de grootste bevolkingsgroep van de provincie
Xinjiang, klagen over discriminatie. Peking stuurt jaarlijks duizenden
etnische Han-Chinezen naar het gebied om daar 'vooruitgang te brengen'.
Critici stellen echter dat de komst van de Han-Chinezen bedoeld is om
de etnische minderheden te onderdrukken en de traditionele gebruiken te
'ver-Chinezen'.