WAGENINGEN,
22 FEB 09 – Het aantal vlinders in Nederland neemt met het jaar af. Volgens
de Vlinderstichting is het gebrek aan bloemrijke graslanden hier debet
aan. Ook lijden veel natuurgebieden onder verdroging en liggen ze versnipperd
in agrarisch gebied.
Uit
meetresultaten van de Vlinderstichting,
die daarmee in 1990 is begonnen, blijkt dat 2008 het slechtste vlinderjaar
ooit is geweest. Op meer dan 800 plaatsen in Nederland worden door vrijwillige
veldmedewerkers de vlinders op een vaste route geteld. Deze tellingen
vinden gebeuren wekelijks van april tot en met september.
Vanaf
1990 werden per route gemiddeld 674 vlinders per jaar geteld, in 2008
waren dat er maar 479. Vergeleken met de topjaren 1995 (1022) en 2003
(814) is dit helemaal een erg laag aantal. Niet alleen zeldzaamheden als
de zilveren maan hebben het moeilijk, maar ook veel 'gewone' soorten gaan
achteruit.
Volgens
de Vlinderstichting is de achteruitgang al veel langer aan de gang. Vanaf
het begin van de vorige eeuw zien we het aantal soorten en het aantal
vlinders afnemen. De oorzaken en oplossingen verschillen van soort tot
soort en gebied tot gebied. Toch zijn er volgens de stichting wel een
paar hoofdlijnen aan te geven.
Intensief
boerenland is volkomen ongeschikt geworden voor vlinders. Maïsakkers en
kuilgras: geen vlinder kan er overleven. Bloemrijke kleurige graslanden
zijn er niet meer. Alleen bij een paar (biologische) boeren, in een enkele
extensieve akkerrand en in wat wegbermen kunnen enkele makkelijke mobiele
soorten het uithouden.
Veel
natuurgebieden lijden ook onder verdroging en liggen versnipperd in het
agrarisch gebied. De beheerders moeten rekening houden met een veelheid
aan claims en voorwaarden, waarvan de financiële niet de minst belangrijke
zijn. Dit leidt vaak tot grootschalig beheer, waarbij de 'grootste gemene
deler' ertoe leidt dat enkele vrij gewone soorten zich handhaven.
Het
grootste deel van onze bossen is vrij jong en ligt op arme zandgrond.
Slechts 5 procent van deze bossen beschikt over een bloemrijke mantel
en zoom. De oude, rijke hakhoutbossen zijn praktisch verdwenen. Weinig
ruimte voor vlinders dus. Wel wordt er door steeds meer beheerders aan
bosrandbeheer gedaan, maar zelfs bij een verdubbeling of verviervoudiging
is nog het overgrote deel van de bosranden ongeschikt.