AMSTERDAM,
12 FEB 09 – In de aanloop naar en tijdens de Gaza-oorlog hebben Hamas-milities
tegenstanders, critici en 'collaborateurs' bedreigd met de dood, ontvoerd,
gemarteld of vermoord. Dat meldt Amnesty International op basis van eigen
onderzoek.
De
campagne begon kort na het begin van het Israëlische offensief tegen de
raketbeschietingen vanuit de Gazastrook, dat van 27 december tot 18 januari
duurde en waarbij circa 1.300 Palestijnen, onder wie honderden burgers,
de dood vonden.
Bij
de vergeldingsacties van Hamas zijn zeker twintig mannen doodgeschoten.
Anderen zijn blijvend verminkt door kogels in hun knieën of schenen te
schieten. Hamas treed volgens Amnesty keihard op tegen vermoedelijke tegenstanders,
waarbij ze worden mishandeld, gemarteld of gedood.
Doelwit
van Hamas waren Palestijnen die gevangen zaten op verdenking van collaboratie
met het Israëlische leger en die ontsnapten na een Israëlisch bombardement
op de gevangenis van Gaza op 28 december. Andere mikpunten waren ex-leden
van de veiligheidsdiensten van de Palestijnse Autoriteit van president
Abbas en activisten van Abbas' Fatah.
De
meeste slachtoffers werden ontvoerd uit hun woning en later gedumpt -dood
of gewond- in een verlaten gebied. Anderen zijn teruggevonden in het lijkenhuis
van een van Gaza's ziekenhuizen. Sommigen zijn doodgeschoten terwijl ze
voor behandeling in het ziekenhuis lagen.
Een
onderzoeksteam van Amnesty International bezocht de Gazastrook na de Israëlische
invasie en verzamelde getuigenverklaringen van verschillende slachtoffers.
Ook werden medische bronnen geraadpleegd en werden ooggetuigen gehoord
die de verhalen bevestigden. Vele anderen kunnen niet praten uit angst
voor vergeldingsacties van de Hamas-milities.
Een
woordvoerder van Hamas zei op een persconferentie op 2 februari dat "de
regering onderscheid maakt tussen schendingen [van de wet] en de acties
van het verzet om zich tegen collaborateurs te beschermen in oorlogstijd."
Amnesty
roept
de feitelijke machthebbers van Hamas op onmiddellijk haar vergeldingscampagne
te stoppen en in te stemmen met de oprichting van een onafhankelijke en
onpartijdige commissie van experts die de misstanden gaan onderzoeken.