
AMSTERDAM, 30 DEC 09 - De Hoge Raad in Den Haag heeft het cassatieberoep
verworpen dat Ravage had ingediend naar
aanleiding van de huiszoeking in 1996. De redactie overweegt als laatste
stap een procedure aan te spannen in Straatsburg.
Rechercheurs
laden onder toeziend
oog van de pers in beslag genomen
spullen in.
|
Mei
1996 doorzocht
een rechercheteam van het regioteam Gelderland-Midden het kantoor van
het toenmalige actieblad Ravage in Amsterdam. De aanwezige redacteur
kreeg te verstaan dat men op zoek was naar een claimbrief die verwees
naar een bomaanslag op het bedrijf BASF in Arnhem. De redacteur meldde
de rechter-commissaris bij aanvang van de inval dat deze claimbrief
door de redactie vernietigd was.
De
claimbrief was niet meer, maar de rechercheurs namen wel computers,
met onder meer het abonneebestand van Ravage, adreslijsten, een groot
aantal door nieuwe abonnees ingevulde aanmeldingsbonnen, adreswikkels,
een agenda, een telefoonklapper, een schrijfmachine, gegevens over contactpersonen
en ander redactiemateriaal en privé-gegevens van redacteuren in beslag.
Daarop
startte Ravage een gerechtelijke procedure, die na ruim dertien
jaar via voor de redactie positief en negatief uitgevallen tussentijdse
uitspraken met de afwijzing van het cassatieberoep van de Hoge Raad
in Den
Haag uiteindelijk is beëindigd. Dit wat de Nederlandse rechtsgang
betreft,
want de medewerkers overwegen serieus de procedure bij het Europees
Hof in
Straatsburg voort te zetten.
De
Hoge Raad onderschrijft
de uitspraak van het Gerechtshof van Amsterdam dat in een eerdere procedure
concludeerde dat 'moeilijk anders valt af te leiden' dan dat de Staat
van mening was dat 'ieder mogelijk spoor naar de daders' meer dan welkom
was. Daarmee was volgens het hof en de Hoge Raad voldaan aan de stelplicht
van de Staat dat er geen andere mogelijkheid was dan een huiszoeking
naar de claimbrief.
Dat
bij de doorzoeking diverse redactionele bescheiden in beslag zijn genomen,
die niets van doen hadden met de claimbrief, daar oordelen het Gerechtshof
en de Hoge Raad niet over. Ravage is van mening dat het karakter van
de doorzoeking erop wees dat de rechercheteam, dat in de periode oktober
1995-april 1996 een drietal aanslagen onderzocht, verder reikte dan
het in bezit willen hebben van de claimbrief.
Ook
oordeelt de Hoge Raad dat het Amsterdamse Gerechtshof de belangenafweging
tussen opsporingsbelang en vrijheid van meningsuiting en privacybescherming
afdoende heeft gemotiveerd, zonder daarbij telkens opnieuw de vraag
de betrekken of dat noodzakelijk was in een doorslaggevend publiek belang,
'an overriding requirement in the public interest', het criterium
dat door het mensenrechtenhof in Straatsburg wordt gehanteerd.
De
Hoge Raad oordeelde in 2005
na twee uitspraken van respectievelijk de rechtbank en het Gerechtshof
in Den Haag, die erop neerkwamen dat aan Ravage geen bronbescherming
toekwam, dat het blad tóch het recht had zijn bron te beschermen. Bovendien
vindt het hoogste rechtscollege dat de Staat had moeten toelichten waarom
de inval noodzakelijk was. De Hoge Raad had de zaak vervolgens door
verwezen naar het Gerechtshof in Amsterdam.
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Home
..
|