![]() |
1Ravagedigitaal
12 november 2009dd![]() ![]() |
||
|
David is evenals Woody Allen een grootheid in de Amerikaanse komedie. Hij is het brein achter de legendarische tv-serie Seinfeld en hoofdrolspeler en bedenker van de hilarische en vlijmscherpe tv-serie Curb Your Enthousiasm. Gespeeld door Larry David is Boris Yellnikoff een misantroop en onnavolgbare azijnpisser. Hij voert zichzelf op als geniale fysicus, die in het verleden nét niet genomineerd werd voor de Nobelprijs. Intussen verdient hij een paar dollar als schaakleraar voor kinderen. Hij ergert zich echter grondig aan deze dommeriken, eigenlijk aan de hele domme mensheid. Kortom, Boris is geen aardige man. De film begint met een briljant geschreven monoloog over de zinloosheid van het bestaan, gericht aan het bioscooppubliek. Hoe kan een mens gelukkig zijn met al dat slechte nieuws dat door de media over ons wordt uitgestort? Kan je dan niet beter uit het raam springen, vraagt Boris zich af? En dat deed Boris dan ook, hetgeen verklaart waarom hij mank loopt. Hij vertrouwt ons tenslotte nog even toe dat dit geen feelgood movie is. Wanneer de beeldschone, piepjonge en zeer naïeve Melody (Evan Rachel Wood) uit het zuiden van de Verenigde Staten op zijn deurdrempel verschijnt, schrikt hij wakker uit zijn dagelijkse routine. Het jonge ding verleidt de oude brombeer tot een huwelijk. De oudere man die een jonge vrouw aan de haak slaat, is een terugkerend thema in het werk van Woody Allen. In Whatever Works krijgt het echter een iets andere wending en epiloog. Als de streng religieuze moeder van Melody op het toneel verschijnt, gespeeld door de geweldige Patricia Clarkson, wordt het een dolle boel. Wat volgt is niet allemaal even geloofwaardig en grappig, aangezien nogal wat personages tegen het karikaturale aanhangen. Toch is het een genot om te zien hoe de oude meester in zijn vertrouwde universum rond wroet. Zijn obsessie voor jonge vrouwen geeft de film een schurende autobiografische lading. Whatever Works is geen grootse Woody Allen film, zoals hij in de jaren '70 en '80 maakte. Denk bijvoorbeeld aan Annie Hall en Manhattan. Toch ontroert de vertelling wel degelijk. De nare mensen zoals Boris zijn eigenlijk ontwapenend om te zien. Omdat Allen teruggekeerd is naar zijn vertrouwde biotoop de Big Apple, voelt de film aan als een warm en aangenaam bad. De dialogen zijn soms schitterend en scherp als scheermesjes. Larry David brengt het harde cynisme van Boris in zijn uiterst amusante tirades bijna achteloos voor het voetlicht. Voor de ware Allen liefhebber is het dan genieten geblazen. De simpele boodschap van de film is dat we hier een korte tijd zijn, we toch niet begrijpen wat de zin is van het leven is en dat we er daarom maar het beste van moeten zien te maken. Ulrik van Tongeren
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
.
|
|