Ik
heb mij altijd verwonderd over sentimenten zoals het nationalisme. Wat
een eenzaamheid om bij een heel volk te willen horen. Maar gaandeweg betrap
ik mij steeds vaker op een soort gevoel van collectieve identiteit gebaseerd
op zoiets ongrijpbaars als vrijheid van meningsuiting.
Vrijheid
van meningsuiting is voor mij absoluut. Maar een doodsbedreiging is geen
mening. 'Ik zou het niet erg vinden als je zou sterven' is een mening.
'Ik zou je graag zien sterven' weer niet, volgens mij dan. Ik heb hiervoor
ook geen sluitende redenering, het is gewoon een intuïtieve kwestie.
Het
kost mij ook bijzonder veel moeite om het verschil te duiden tussen een
groep anarchisten die geweld verheerlijken, en een groep moslims die dit
doen. Voor rechts is dit natuurlijk geen probleem, zij zien in ieder een
even groot kwaad. En sinds Marcel
T. .weten we dat dit wellicht niet geheel onterecht is.
Toch
zou ik met Marcel T. een goed gesprek kunnen voeren, maar met Mohammed
B. niet. Is dit een kwestie van gedeelde identiteit? Dat Marcel en
ik, ondanks onze kardinale verschillen ten opzichte van ethiek een gezamenlijk
denkkader hebben? Dat van de individuele vrijheid?
Voor
mij vallen anarchisten die oproepen tot een gewelddadig omverwerpen van
de staat behalve in de categorie 'aandoenlijk' kennelijk ook in de categorie
'individualistisch' en behoren daarmee tot de ingroup. Moslims
die oproepen tot het stichten van een kalifaat vallen bij mij in de categorie
'collectivistisch' en behoren daarmee tot de outgroup.
Ik
heb aldus een niet-racistische discriminant in mijn denken opgespoord.
Maar wel een gevaarlijke. Want al reagerend op moslimfunda-blogjes kreeg
ik sterk de behoefte de imaginaire grenzen van het individualisme, van
de gewetensvrijheid te verdedigen. Tegenover zoveel religieus geblaat
over de rechtvaardiging van moord en doodslag krijg ik een atheïstische
bloeddorst. Opeens was het mijn vrijheid van meningsuiting. Mijn
grondwet.
Nog
nooit zoiets meegemaakt, uniek. Dat is wat funda-blogjes met veel citaten
uit de Koran en veel dreigementen aan het westen in mij losmaken. Ik,
de apologeet van terrorisme nota bene (want gewoon oprotten uit Irak en
Afghanistan). Ik ga mij eerdaags laten opnemen in een PSP-commune ergens
in Stadskanaal. U hoort nog van mij.