nacht
wind doet een vuilnisbak omvallen
hij rolt een stuk door over
de uitgestorven straat
lantarens
schijnen onrustig
wiegen flauw licht in het donker
omringende huizen doen onbewoond aan
de
meeste mensen slapen sommigen hebben seks
een ander zit in elkaar gedoken op het echtelijk
bed na een meningsverschil met zijn vrouw
een
zwerfhond ziet zijn kans schoon
eet schichtig afgekloven kippenbotjes
en andere etensresten uit het vuilnis
een
brutaal krassende kraai springt vanuit
het niets op de bak en slaat met
zijn harde snavel venijnig op het ijzer
blaffend
springt de hond opzij de staart strak
tussen de benen opgekruld met ontblote tanden en
diep gegrom verjaagt hij de vogel voor even
plots
zwaait er een deur open een dikbuikige man
op sloffen in enkel een pyjamabroek loopt
vloekend en tierend op de twee herrieschoppers af
de
hond schiet angstig weg de kraai neemt luidkeels zijn toevlucht
in een boom en een weinig later is de straat
weer stil en verlaten zelfs de wind is gaan liggen
|