levensvreugde
de lach op mijn mond
is mij vreemd
in
mijn ziel woedt een onrust
gelijk een storm die zee tot
meters hoge golven dwingt
mijn
kalm gelaat verbergt
niet de last ik draag
zes
zonen heb ik gebaard
allen geen lang leven beschoren
de zevende zoon ik draag
zal
met mij sterven in schande omdat
het mij ontbrak aan levensvreugde
|