danseres
jij ranke ziel
met je zacht grijze kroezende haar
je ogen turen moeizaam naar waar
op je fijne mond ligt een vage grijns
zo niet hangen de mondhoeken wat af
je
tedere gebaartjes
de frons op je bleke voorhoofd
bij ieder woordje
elke zin die je spreekt
het is mij allemaal zo beminnelijk
voor
mij ben je ballet
muziek
ben je een schouwspel van genot
|