![]() |
1Ravagedigitaal
25 december 2009dd![]() ![]() |
||
|
Deze gedachte drong zich op, toen ik eenmaal het autobiografische boek Zaken in Afrika van de jonge veertiger Jacqueline Novogratz uit had. Novogratz wortelt namelijk onmiskenbaar in de Amerikaanse traditie van de filantropie, die wordt gekenmerkt door een strikte scheiding tussen geld verdienen en geld uitgeven en die al zoveel grote namen van Andrew Carnegie tot Bill Gates heeft opgeleverd. Tegelijkertijd wordt ze geobsedeerd door de vraag hoe ze die aloude filantropie een heel ander gezicht kan geven (p.296) en boven wat ze zelf 'de liefdadigheidssfeer' noemt (p.363) uit kan stijgen. Blauwe sweaterDe oorspronkelijke titel van het boek The Blue Sweater dekt eigenlijk veel beter de lading dan de titel van de Nederlandse vertaling. Die verwijst regelrecht naar een persoonlijke ervaring van de auteur en weerspiegelt in het algemeen haar neiging zaken die haar overkomen op te vatten als een vingerwijzing of welkome levensles. De blauwe sweater slaat op een cadeautje van een oom, waar ze jaren lang mee rondgelopen heeft. Op de voorkant stond de afbeelding van een Afrikaans landschap en op het merkje aan de binnenkant had ze haar naam geschreven. In het begin van de middelbare school, toen ze een keer was uitgelachen vanwege die sweater, bracht ze hem naar een tweedehands winkel voor het goede doel. Jaren later, in 1987 in Kigali (Rwanda), zag ze opeens tijdens het joggen een magere jongen ermee lopen. Ze hield hem staande en ja hoor, haar naam stond erin (p.17).
Novogratz had ondertussen, na haar afstuderen, drie jaar gewerkt voor de Chase Manhattan Bank en bedacht dat ze - als geboren idealist en wereldverbeteraar - de bakens in haar carrière maar eens drastisch moest verzetten. Ze benoemde armoedebestrijding als haar hoofddoel en beschouwde, vanuit haar ervaring in de (commerciële) bankenwereld, microfinanciering als hét instrument bij uitstek waarmee ze uit de voeten kon. Zo belandde ze, via een non-profitorganisatie voor vrouwen in New York, voor het eerst in Afrika. Na een fnuikende ontgroening in het elitaire milieu van de Afrikaanse ontwikkelingsbank in de Ivoriaanse hoofdstad Abidjan vestigt ze zich in Nairobi, waar ze begin 1987 haar eerste grote opdracht aanneemt in een microfinancieringsorganisatie voor vrouwen. Ook die draait uit op een fiasco. Dan vindt ze pas echt haar plek in Rwanda, waar het klikt met bepaalde mensen. Ze heeft een groot aandeel in de oprichting van een 'bank' voor vrouwen op basis van microcredietverlening (Duterimbere). Wijze lessenRwanda - ze blijft er twee jaar hangen - is in haar geval het land, waar de herprogrammering plaatsvindt die nodig is wil een westerling zich in Afrika thuis voelen en daadwerkelijk samen met mensen ter plaatse iets uitrichten. Vandaar dat de auteur later telkens weer, in gedachten of in werkelijkheid, naar dat land terugkeert. Dat geldt met name voor de periode van de massamoorden in 1994. Ze neemt zich dan voor elk jaar terug te keren om beter te begrijpen wat daar is gebeurd en om te zien wat het met haar bekende mensen heeft gedaan (p. 227). Twee van de lessen die haar 'voor altijd dankbaar' (p.285) stemmen ten opzichte van Rwanda is dat microfinanciering niet dé maar wel een belangrijk deel van de oplossing is en dat armoede niet door traditionele liefdadigheid alleen kan worden opgelost. Die lessen neemt zij mee in haar constante zoektocht naar mogelijkheden om zelf het verschil te maken in deze wereld. Eerst vooral in Afrika, maar allengs ook steeds meer daarbuiten. De tocht mondt uit in de oprichting van de eigen organisatie Acumen Fund, op 1 april 2001 geregistreerd als publieke liefdadigheidsinstelling (p.293). Op dat moment heeft Novogratz op grond van haar bedrijfsplan al acht miljoen dollar bij elkaar, waarvan vijf miljoen geschonken door de Rockefeller Foundation en twee miljoen door de Cisco Foundation. Het is de bedoeling dat geld, zowel in de vorm van leningen en aandelen als bij wijze van subsidie, te investeren in (op winst gerichte) bedrijven en non-profitorganisaties. Novogratz omschrijft haar aanpak bij voorkeur in bewoordingen als 'durfkapitaal voor de armen' en benadrukt dat armen moeten worden gezien als klanten, voor wie 'sociale ondernemers' markten kunnen scheppen. Acumen Fund had in 2008 al meer dan 40 miljoen dollar geïnvesteerd in ruim 40 ondernemingen, die zich op de een of andere manier met armoedebestrijding bezig houden. De organisatie is vooral actief in India en Pakistan en Oost- en Zuid-Afrika.
De centrale vraag die ze zich telkens weer stelt is: hoe kan tegen zo laag mogelijke kosten worden voorzien in de behoefte van mensen aan fundamentele producten en diensten, waarmee de kwaliteit van hun leven verbeterd en hun eigen productiviteit verhoogd wordt. Voorbeelden zijn, afgezien van financiële dienstverlening, de behandeling van staar op het Indiase platteland, de introductie van druppelirrigatie in Pakistan en India en de toepassing van Japanse technologie voor de productie van klamboes in Tanzania. Typerend voor de benadering van Acumen Fund - in de naam klinkt dat al door - is ook het belang dat wordt gehecht aan leiderschap. In de jaren '90 deed Novogratz daarmee veel ervaring op binnen de Rockefeller Foundation, als gangmaker van een project onder de naam Next Generation Leadership (p.213). Vandaar het trainingsprogramma voor potentiële leiders, waarmee Acumen Fund in 2006 van start ging (p.369). VerademingZaken in Afrika is een verademing in de stroom boeken van allerlei geleerden (doorgaans mannen), die met elkaar wedijveren in ontoegankelijk taalgebruik en hun inzichten en meningen verpakken in een stortvloed van voetnoten en literatuurverwijzingen. De persoon achter de auteur is daar vaak ver te zoeken, laat staan dat je erachter komt wat voor fouten hij heeft gemaakt of wat voor twijfels en onzekerheden hij kent. Jacqueline Novogratz maakt van haar hart geen moordkuil en hoewel ze meestal goed weet wat ze wil, kan ze zichzelf ook prima relativeren. Wie ooit heeft geprobeerd voor langere tijd zijn draai te vinden in Afrika (of in andere warme landen), zal zich vaak herkennen in de situaties die ze beschrijft en de rollen die ze daarin speelt. Haar boek moet dan ook zeker tot de verbeelding spreken van de zogenoemde doe-het-zelvers, die de laatste jaren in groten getale de wijde wereld in trekken om persoonlijk een steentje bij te dragen aan de wereldwijde armoedebestrijding. Het is te hopen dat ze dan ook tot de ontdekking komen dat je heel wat keren op je bek moet gaan, voor je echt kunt zeggen dat je bijdrage iets voorstelt. De grootste beperking van het boek is in mijn ogen dat de auteur - ondanks haar schat aan praktijkervaring en haar uitdrukkelijk streven de filantropie opnieuw uit te vinden - geen brug weet te slaan tussen het eigen filantropisch universum en de omringende buitenwereld. Heel af en toe maakt ze melding van actualiteiten op een bepaald tijdstip of een bepaalde plaats, maar een arena waar belangentegenstellingen worden blootgelegd en strijd wordt gevoerd voor de afbakening van wat wel en wat niet in 'het algemeen belang' is, bestaat voor haar niet, althans niet in dit boek. Politieke processen en gebeurtenissen zijn eigenlijk niet meer dan een onderdeel van het decor op het toneel waar Novogratz en honderden andere individuele mensen de sterren van de hemel spelen. Tussen de regels door zou je kunnen lezen dat zij een rol voor zichzelf en anderen ziet weggelegd, waar of omdat de overheid of de staat in gebreke blijft. Maar zelfs dat maakt ze niet expliciet. In dat opzicht is ze trouw aan de filantropische traditie van haar vaderland. Waar en hoe je daar rijk geworden bent doet niet ter zake, als je maar luid en duidelijk een deel van je bezit weggeeft. Op die manier ben en blijf je altijd een deel van de oplossing en hoef je nooit een deel van het probleem te worden.
Auteur: Novogratz, Jacqueline Uitgever: Artemis & Co, 2009 ISBN: 9789047201267 Prijs: € 22,50
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
|
|