Begin jaren '80 maakte stripheld RedRat onmiskenbaar onderdeel uit van
het alternatieve interieur van menig kraakpand. Na jaren van afwezigheid
zagen onlangs twee nieuwe stripalbums van Johannes van de Weert het
daglicht.
door Keesje Maduraatje
Wat heeft de kraakbeweging opgeleverd en wat hebben we er nu nog aan?
Als het aan de meerderheid van de Tweede Kamer ligt is de vraag stellen
hem meteen beantwoorden: niets. Toch hebben we het aan kraakacties te
danken dat oude stadswijken behouden zijn gebleven en dat er anders
over stadsplanning wordt gedacht dan dertig jaar geleden. De kale en
technocratisch aangelegde Wibautstraat in Amsterdam is een levend bewijs
van hoe PvdA-bestuurders destijds over de stad dachten.
Andere
voorbeelden zijn de vele kleine theatertjes en kleinschalige podia die
de kraakbeweging in de loop van de jaren heeft opgeleverd. Cultuuruitingen.
In stripvorm is dat goed te zien in het werk van Johannes van de Weert
met zijn RedRat strips. De feestdag, het tweede deel van de roemruchte
avonturen van RedRat, ontstond in 1980 naar aanleiding van de rellen
tijdens de kroning van Beatrix, in de strip 'Beapix' genaamd, op 30
april van dat jaar.
Ironie
en cynisme
De
uitgaven werden verzorgd door Stichting Raket uit Rotterdam, die gelieerd
was aan de kraakbeweging. De strip werd uitgegeven in eenvoudige zwart-wit
lijntekeningen, waarbij RedRat samen met andere ratten en woelmuizen
de 'linkse rakkers' waren, terwijl de 'kapitalisten' werden getekend
als varkens. De tekenstijl was rudimentair, eenvoudig, enigszins gehaast
en nonchalant. Maar tegelijk ook weer heel precies en uiterst zorgvuldig.
De
strips van RedRat brengen in het begin van de jaren '80 het leven van
krakend en actievoerend Nederland in beeld. RedRat loopt in de albums
deel 1 tot en met 10 dwars door het strijdtoneel en geeft ironische
en cynische commentaren op de samenleving en op de acties tegen woningnood
en onrecht. RedRat is bepaald geen held, eerder een onschuldige voorbijganger
die door maatschappelijke strubbelingen van hot naar her, en van het
kastje naar de muur wordt gedreven.

Ik
herinner me een nummer waarin RedRat Berlijn bezoekt, waarna je hem
vervolgens door Kreuzberg, Oost-Berlijn en de Kurfürstendam ziet lopen.
De verschillende strijdtonelen worden weliswaar afstandelijk maar tegelijk
op betrokken wijze getekend. Steeds heb je het idee dat RedRat zich
in geen van deze gebeurtenissen ook echt thuis voelt. Hij observeert
vooral.
Het
laatste dubbele deel van RedRat verscheen in 1983. "Destijds had
ik het idee dat ik alles wel zo'n beetje gezegd had, voor zover het
de avonturen van RedRat betrof. Tien delen vond ik ook wel genoeg, was
toe aan ander tekenwerk", vertelt Van de Weert. In 1984 verscheen
van zijn hand het stripboek Uitverkoop!, over de opkomst van
de NSB in de jaren '30. Twee jaar later maakte hij No pasaran!,
een stripverhaal over Nederlanders ten tijde van de Spaanse burgeroorlog
in 1936.
Nieuwe
avonturen
Groot
was mijn verrassing toen onlangs RedRat deel 11 en 12 van de drukpers
rolde. Na meer dan 25 jaar gesappel aan de onderkant van de samenleving
beleeft mijn stripheld van weleer nieuwe avonturen! RedRat voelt zich
nog steeds niet thuis in de grote stad. Van zijn oude idealen is niet
veel terecht gekomen. Hij aanschouwt met verbazing levensgrote reclameborden
die tot consumptie oproepen en probeert zijn leven zin te geven door
New Age cursussen te volgen in de 'KlooiBibio'.
In
de 'Spirituele Krijgersgroep' probeert RedRat met oerstrijdkreten vanuit
zijn binnenste het oude krakersgevoel weer bij zichzelf op te roepen.
Maar hij voelt zich nog steeds alleen. Als hij op straat een kraker
meent te herkennen en deze begroet met 'hoi', krijgt hij als antwoord:
'Bek houwe! Ouwe lul! Fascist'. Zijn ouders zitten alleen nog maar achter
het internet en kijken TeeVee. Als hij na een zoektocht naar zichzelf
uiteindelijk met een speer de straat op loopt, wordt hij op grond van
de nieuwe terreurwetten opgepakt door een anti-terreurteam.
Hilarisch
zijn de gebeurtenissen in RedRat deel 12 De Spijt, waarin een
terugblik op de wilde RaRa-jaren van Snijtand Kippenek wordt opgetekend.
[RaRa pleegde in de jaren '80 en '90 aanslagen wegens apartheid in Z-Afrika
en het Nederlandse asielbeleid –red.] De oude krakers lopen met spijtgevoelens
door de strip en 'Feekske Helsema' roept op TeeVee nog eens dat het
"ontzettend fout" is geweest wat ze destijds allemaal hebben
gedaan.

RedRat
beleeft de aanslagen van de Duitse guerrillaorganisatie Rote Armee Fraktion
(RAF) op warenhuizen en de 'onteigening van geld' opnieuw, samen met
terroriste Ulrike. Na de arrestatie wordt hij bevrijd en gaat hij er
vandoor achter op de scooter van Ulrike. Ze duiken onder op een zolder.
Uiteindelijk verlaat Ulrike hem met achterlating van een briefje: "RedRat,
ik moet verder, maar der Kampf geht weiter, Ulrike."
Ondanks
de onmiskenbare flirt met de gewelddadige jaren '80 en de RAF is de
strip zelfkritisch en beschouwelijk. De kritiek op de multiculturele
samenleving wordt er net zo ironisch in beschreven als de neoliberale
uitwassen van de jaren '90. Daardoor is de strip aan te bevelen voor
zowel fortuynistische oudkrakers, modepunks, babypunks, oudlinkse actievoerders
als nieuwe lichting.
Aktiesyndroom
In
zijn woning in Amsterdam-Oost leg ik Johannes van de Weert de vraag
voor of hij à la Wijnand Duyvendak in De Spijt last heeft van
een 'posttraumatisch aktiesyndroom'. Daar moet hij wat meewarig om lachen.
"Hoe kan je nu achteraf zeggen dat het helemaal nergens goed voor
was? Ik kwam naar Amsterdam en er waren duizenden krakers bezig een
alternatief leven op te bouwen. Theaters, sauna's bioscopen
en restaurants. Allemaal in eigen beheer en met een enorm positieve
sfeer. Ook dát was kraken."
Die
sfeer van weleer is wat Van de Weert betreft totaal verdwenen. "Amsterdam
is zo vreselijk commercieel en vervreemdend geworden. De tijd van de
alternatieve subcultuur is echt voorbij. Ik woon weliswaar nog steeds
in Amsterdam-Oost, maar het is mijn wijk niet meer. De bevolkingssamenstelling
is dusdanig veranderd, dat een sociaal leven in de wijk niet meer plaatsvindt.
Tenminste, niet iets waar ik bij betrokken ben."
Hij
ervaart soms aan den lijve dat krakers hem met verwondering aankijken.
"Laatst zag ik een punker met een tekening van mij op zijn T-shirt.
'Die is wel door mij getekend', denk ik dan. Maar voor die punker ben
ik een ouwe lul. Jongerencultuur… het is niet goed daar te lang in te
blijven hangen. De huidige kraakcultuur, met hun capuchonnetjes en hun
nep-punkkleren is een karikatuur van wat wij ooit zelf bedacht hebben.
Krakers bedenken nog maar heel weinig zelf vandaag de dag."

Gedurende
de RedRat-loze jaren heeft Van de Weert onder meer samen met zijn vrouw
Mariël zeven boeken in eigen beheer uitgegeven. "Ik verzorgde de
tekeningen, zij schreef de begeleidende teksten." Het werk gaat
onder meer over hun kindertijd, en over Zen die een wandeling maakt
door de bergen. In deel 11 van RedRat behandelt Van de Weert onder meer
yoga, sjamanendans en jezelf ontdekken.
"Ben
jij dat soms zelf, die bij spiritueel centrum 'KlooiBibio' naar binnen
stapt?", wil ik weten. Van de Weert: "Ik heb in de jaren '90
in Oibibio van Ronald Jan Heijn gewerkt. Voor mij ging het al snel teveel
de commerciële kant op. Bedrijven lieten hun personeel daar trainen.
Vreselijk. Je mag van dat soort esoterische trainingen natuurlijk geen
handel maken. Maar ik heb er wel de inspiratie voor Het Heimwee
mee opgedaan."
RAF
sympathisant
Wat
voor weerslag de affaire 'Kippenek' met Duyvendak op de tekenaar zelf
heeft gehad, die immers als zanger van de Rotterdamse punkband Rondos
in de jaren '80 zijn sympathieën voor de gewapende Duitse guerrillaorganisatie
Rote Armee Fraktion (RAF) niet onder stoelen of banken stak, laat zich
raden. Als 17-jarige verbleef hij in Berlijn waar op dat moment huisdoorzoekingen
plaatsvonden bij sympathisanten van de RAF.
"Fascinerend
vond ik dat", zegt Van de Weert. "Ik beschouw de activiteiten
van de RAF als verzet tegen het onverwerkte nazi-verleden. Nazi-rechters
werden gewoon na de oorlog weer in de rechtbanken aan het werk gezet.
De jeugd van na 1968 kwam daar terecht tegen in opstand." Maar
het bleef altijd bij het koesteren van warme sympathieën. "Het
dodelijke geweld van de RAF ging mij veel te ver. Ik ben tekenaar, geen
terrorist."

Naast
zijn tekenwerk geeft Van de Weert lezingen over Germaanse mystiek, runentekens
en esoterie binnen het christendom. "Dat ik Germaanse runentekens
interessant vind, klinkt natuurlijk heel verdacht. Maar ik hou mij daar
nu eenmaal mee bezig. Ik heb überhaupt wel wat met de Duitse geschiedenis."
Onlangs
verscheen Black and White Statement, een verzamel cd-box van
de Rondos, een herinneringsuitgave met foto's, teksten, muziek en striptekeningen
die het Rondos-collectief destijds in hun Rotterdamse kraakpand gemaakt
heeft. Prachtig samengesteld, en met nostalgische waarde voor alle punkfans.
Wat mij stoort zijn de hamer en sikkel als illustratie op de box. "Dat
moet je als popart-illustratie uit de toenmalige tijd zien", verklaart
Van de Weert. "Het is geen oproep om de communistische tijden weer
te doen herleven."
Op
dit moment interesseert Van de Weert zich helemaal niet meer voor politiek.
Hij leest ook geen kranten. "Al het Haagse gedoe is voor mij banaal.
Ik probeer iets goed met mijn eigen leven te doen. Zoveel mogelijk in
zelfbeheer en zo weinig mogelijk commercieel. In die zin zijn de idealen
wel helder gebleven. Er volgen ook nieuwe RedRat stripalbums. Het gaat
gewoon door."
Â
De
Avonturen van RedRat deel 11 en 12, 'het heimwee' en 'de spijt'. Uitgeverij
Papieren
Tijger. ISBN 9789067282369. 72 pagina's. € 15,-.
A
Black & White Statement. Een verzamelbox
met 2 cd's + 4 boekwerken.
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Geef
je mening:
Naar
boven
Naar
homepage
|