1ddRavagedigitaal
30 juni 2009d![]() ![]() |
|
|
Gemeenten laten journalisten in toenemende mate betalen voor openbare informatie. Deze gemeenten zijn illegaal bezig, toegang tot overheidsinformatie moet voor iedereen gratis toegankelijk zijn, aldus Wob-expert Roger Vleugels. door Roger Vleugels
Het door gemeenten voor het behandelen van een Wob-verzoek in rekening brengen van kosten mist, afgezien van kopieerkosten, iedere rechtsgrond en is onrechtmatig. De Wob en haar wetsgeschiedenis zijn volkomen helder: toegang tot overheidsinformatie is gratis; alleen kopieerkosten mogen, tegen maximaal de kostprijs, in rekening gebracht worden. Gratis verstrekkingSinds de inwerkingtreding van de Wob, in mei 1980, verstrekken alle overheidsorganen documenten, afgezien van die kopieerkosten, gratis. Verreweg de meeste organen brengen overigens zelfs die kopieerkosten niet in rekening. Tot twee à drie jaar geleden verstrekten gemeenten ook gratis. Sinds die tijd, zonder dat er ook maar iets veranderd is in wet- of regelgeving, brengen tegen de 15 procent van alle gemeenten, naast de kopieerkosten, soms kosten voor het zoeken en sommige zelfs ook voor het beslissen in rekening. Hierbij valt op dat die 15 procent van de gemeenten dat niet bij alle verzoekers doen. Wat nog meer opvalt is dat 85 procent van de gemeenten, waaronder alle grotere, het niet doen en gewoon blijven omgaan met de Wob zoals het hoort. Wat ook opvalt is dat een deel van die 15 procent als reactie op de ontvangst van een bezwaarschrift, al voor de behandeling, de kosten verlaagt dan wel schrapt. Vanaf de jaren '80 van de vorige eeuw is Nederland in eigen land, maar ook internationaal bijvoorbeeld in de Europese Unie en in de Raad van Europa, een pleitbezorger voor drempelloze toegang tot overheidsinformatie, mede om die reden is er het recht op inzage dat altijd gratis is. Dit betekent dus dat het zoeken en beslissen ten behoeve van een inzage gratis is. Zeer merkwaardig wordt het als dit dan wel in rekening gebracht wordt als het om kopieën gaat. Die gemeenten die kosten in rekening brengen baseren zich op hun legesverordening die ze voor dit doel de afgelopen jaren aangepast hebben. Dit betekent dat die gemeenten, 15 procent van het geheel, er -sinds enige tijd- vanuit gaan dat het beantwoorden aan een Wob-verzoek een dienst zou zijn. Dat is onjuist. Het is voor hen een plicht en voor de eiser een recht. KopieerkostenEr is een bij de Wob behorend Besluit tarieven openbaarheid van bestuur. Dit besluit stelt duidelijk dat alleen kopieerkosten tegen kostprijs in rekening gebracht mogen worden. Dit besluit is ontworpen voor alle overheidsorganen, dus ook gemeenten. Het is door de Tweede Kamer aangenomen voor ministeries en rijksdiensten, in de veronderstelling dat lagere overheden dat voor hun organen zouden doen. Dat is nooit gebeurd. Wel wordt door alle, lagere, overheidsorganen dit besluit als richtsnoer gehanteerd. Te denken valt bijvoorbeeld aan provincies, waterschappen en gemeenten. Sinds kort -zonder enige aanleiding of rechtsgrond- dus niet meer door 15 procent van de gemeentes, dat is om het in niet-juridische termen te zeggen merkwaardig en onbehoorlijk. Toevallig is deze maand het ondertekenen van de Convention on Access to Official Documents van de Raad van Europa begonnen. Deze conventie vormt na ondertekening bindend en hoger recht dan onze eigen Wob. In die conventie staat weer eens een keer dat, afgezien van de kopieerkosten, niets inzake openbaarheid van bestuur in rekening gebracht mag worden. Nederland was binnen de Raad van Europa mede-initiatiefnemer om te komen tot dit verdrag en voorzitter van het gremium dat de conventie voorbereidde. Pikant is dat Nederland niet hoort bij de eerste twaalf landen die de conventie deze maand ondertekenden. Inmiddels luidt het dat de Ministerraad nog voor het zomerreces het besluit tot ondertekenen zal nemen, waarna in de loop van de zomer dit geëffectueerd zal worden. Overigens: zodra Nederland die conventie tekent, geldt die ook voor alle lopende zaken. Internationaal heeft het tot verbazing geleid dat Nederland, gezien zijn gidslandrol, niet bij de eerste ondertekenaars behoort. Lage prioriteit bij kabinetDe verklaring ligt enerzijds in het feit dat dit kabinet Balkenende openbaarheid van bestuur een lage prioriteit gegeven heeft en anderzijds in het gegeven dat de Tweede Kamer haar dit toestaat. Dit heeft allerlei gevolgen naast dat de rol van Nederland bij de totstandkoming van deze conventie van voorvechter veranderde in achterhoede speler zijn er bijvoorbeeld de volgende wapenfeiten: - De jongste vijfjaarlijkse Wob-monitor die de universiteit van Tilburg maakt, die van 2005, is nog niet besproken in de Tweede Kamer; - Minister Ter Horst heeft zeer marginaal de gemeenten licht dekkend geantwoord op Kamervragen over het heffen van leges voor zoeken en beslissen bij Wob-verzoeken. Dit staat haaks op alles en op die conventie, maar ja op haar afdeling contitutionele zaken en wetgeving is de Wob vanwege die lage regeringsprioriteit niet sexy meer; - Minister Ter Horst komt in overleg met de Tweede Kamer met een zeer slecht Wob-wijzigingsvoorstel. Wat ook opvalt zijn de bedragen die de 15 procent van alle gemeenten in rekening brengen. Die lopen uiteen van enkele tientjes tot tegen de tweeduizend euro per Wob-verzoek. Dit verschil is niet te verklaren door het grootte verschil van gemeenten omdat het bij de Wob-verzoeken waar ik hier over spreek om grootte onafhankelijke vragen gaat. Anders gezegd het kost de ene gemeente tientallen keren meer tijd om iets te vinden dan de andere. Dat kan niet. Gemeenten zijn namelijk, krachtens de Archiefwet, gehouden hun archieven in goede en geordende staat te houden. Rechters beoordelen gemeentes -als er iets in rekening gebracht mag worden- op basis van de wet, in dit geval de Archiefwet. Meerkosten die een gemeente moet maken omdat hun archief niet aan de wet voldoet mogen nooit ten laste komen van een eiser. Vanuit deze gedachte is het grootste deel van de kosten die de 15 procent van de gemeenten in rekening brengen ook om deze reden onrechtmatig en overigens een grond voor een onderzoek door de archiefinspectie. Boetes voor overheidsorganen Kamer en regering constateerden enige tijd geleden dat er enorme en veel termijnoverschrijdingen bij het beantwoorden van Wob-verzoeken zijn. Tegen de 90 procent van de Wob-verzoeken wordt door de overheid pas na het verstrijken van de maximumtermijn van 28 dagen beantwoord, vele één tot twee maanden later, sommige nog trager. Deze termijnoverschrijdingen, wetsovertredingen, treden op bij alle soorten overheden. De Kamer bedacht een boetesysteem, de regering zag meer in verdubbeling van de termijn voor antwoord. Was een echte analyse gemaakt dan had iedereen kunnen weten dat boetes niet werken om dit soort problemen op te lossen. Dit type sancties leidt tot automatische afwijzing van verzoeken vlak voor de deadline. De termijnen verlengen maakt dat de Wob nog minder kan doen waar die voor bedoeld is: controle op overheidshandelen, zoveel mogelijk real time. Met de huidige deadline voor beantwoording op 28 dagen komt dat al in het gedrang. Wordt dit 56 dagen dan verliest de Wob een aanzienlijk deel van zijn kracht. Interessant is het om te zien dat er internationaal een trend is naar het verkorten van de deadline voor beantwoording van Wob-verzoeken. Er zijn al landen die de maximumtermijn onder de 10 dagen hebben liggen. Opnieuw laat Nederland zich van een slechte kant zien. De voorvechter van openbaarheid, althans dat is het imago dat we graag koesteren, wordt ook op het vlak van termijnen een achterhoede klant. Sterker nog: met die 56 dagen zouden we met afstand de traagste Wob ter wereld hebben. Was een echte analyse gemaakt dan was opgevallen dat het Nederlandse ambtelijk apparaat totaal niet ingesteld is op Wob-verzoeken. Er zijn 89 landen met een Wob. In de overgrote meerderheid van die landen wordt vanaf de invoering door de centrale overheid naar de ambtenaren gecommuniceerd wat het betekent dat er een recht op toegang is inzake bij of onder de overheid berustende documenten. Zelfs in kleine Balkanlanden worden jaar in jaar uit tientallen tot honderden Wob-ambtenaren per jaar opgeleid. In landen als Engeland duizenden, en op meerdere niveaus, ook academisch. In Nederland is er geen departement met meer dan vijf Wob ambtenaren; in Engeland geen met minder de vijftig. Ofwel een echte analyse had duidelijk gemaakt dat onze overheid de Wob niet series neemt, de ambtenaren niet traint, geen serieuze formatie beschikbaar stelt en daarenboven Wob-ambtenaren onvoldoende mandateert. Merkwaardig land Wij hadden als een van de eerste landen een Wob. Onze wet is, ondanks vage en brede weigergronden zo gek nog niet. Hij is verhoudingsgewijs relatief kort, helder en liberaal. We gebruiken de wet echter vrij weinig [zeven verzoeken per jaar per 100.000 inwoners; landen met een volwassener gebruik zitten op 50-100 per jaar per 100.000; met uitschieters naar boven zoals Bulgarije [200] en de VS [500]]. Verzoeken worden bovengemiddeld vaak afgewezen [slechts 25% van de verzoekers ontvangt op basis van het verzoek het gevraagde, de rest moet in bezwaar en beroep, een maanden en soms jaren kostende weg]. En toch hebben we een succesvolle Wob-praktijk met nagenoeg wekelijks onthullingen vooral afkomstig van journalisten. Dat er een succesvolle Wob-praktijk is komt door verzoeken van de pers en -opkomend- van kleinere belangenbehartigers. Als de openbaarheid afhankelijk was geweest van regering en Tweede Kamer dan was die al lang verdampt.
.
hghg
|