1ddRavagedigitaal 12 mei 2009dPrint deze pagina

Het oog van De Wolf:

07-05-10
Hoe komen we uit onze identiteitscrisis?
27-02-10
Politiek theater
18-01-10
Visieloos
01-11-09
Help, taal!
04-10-09
Lichtpuntjes
19-06-09
Een blik op de toekomst...
28-05-09
An inconvenient question?
12-05-09
Nederland in therapie?
18-04-09
De glimlach van Obama
01-04-09
Keep the economy running
02-03-09
Het spel om de knikkers
14-12-08
Zij die zien worden (nog) niet gehoord


 

 




Hoe komt het dat steeds meer mensen zich voelen aangetrokken tot simplistische, anti-politieke figuren buiten de grote partijen. Partijen die vaak anti-Europees zijn, op rechts vaak anti-islam, anti-buitenlander, maar allemaal anti-establishment?


door
Philip de Wolf


De groep kiezers die hier de afgelopen jaren steeds vaker naar is gaan uitwijken, bouwt niet meer op oude ideologische stromingen. De grootte van de overheid, de hoogte van belastingen, de mate van (economische) vrijheid versus socialisme en milieu, of de houding richting buitenlanders is geen leidraad. De SP'er van vandaag kan bij een blunder van Agnes morgen Geert stemmen.

Het stemgedrag is voor intellectuelen, waaronder ik mezelf dan ook maar even reken, moeilijk te doorgronden. Hoe kan je politiek zo snel draaien? Hoe kan ik vandaag mijn stem geven aan een partij die een socialere wereld wil, en morgen aan hen die grenzen het liefst pertinent sluiten? Wat is de voedingsbodem van deze groep ontevreden mensen die hier de tegenstrijdigheid niet van in ziet? Wat beweegt ze?

Teleurgestelden

Al een tijd geleden kreeg deze groep het stempel 'maatschappelijk teleurgestelden' op haar hoofd gedrukt. Het profiel is de TROS-kijker, Telegraaf-lezer, veelal lager opgeleid en vermoedelijk murw geworden door een maatschappij bestuurd door hoogopgeleiden. De hoogopgeleiden die deze groep niet begrijpen.

Al jaren voelen ze zich slechts minimaal vertegenwoordigd in Den Haag, en verkeren zo in een slachtofferrol, gecombineerd met een gevoel van machteloosheid. De hoogopgeleide klasse beschikt over de grotere intellectuele bagage en doet de maatschappelijke analyse in de politiek en media. Ze hebben de banen in de maatschappij die uitdagender, creatiever en minder eentonig zijn dan de laagopgeleide klasse. Zo gaapt er een gat tussen deze klassen.

De boosheid van zo'n groep resulteert zich naar mijn idee in verschillende en ook tegenstrijdige vormen, zoals we dat zien bij de normen en waarden discussie. Aan de ene kant is er een sterk verlangen naar oude normen die recht doen aan de beschaafdheid die hoort bij een normale, burgerlijke, bijna dorpse cultuur. Jan Peter is hier tijdens de vorige verkiezing heel handig op in gesprongen met zijn, uch, normen en waarden.

Tegelijkertijd heeft een deel van de jongere generatie een allergie tegen zulke belerende tonen, en zien zij de hypocrisie die er in schuilt. Geen enkel mens is perfect, en zij die ons vertellen hoe het wel hoort, zullen we met de grond gelijk maken, als we ook maar ergens een klein krasje in dit imago kunnen vinden. Zie hier een grond voor anti-'wij weten hoe het zit'-websites als GeenStijl.

Identiteit

De onvrede in deze geesten komt misschien voort uit de aantasting van de identiteit, die voor deze groep is vast beklonken in zaken als veiligheid, herkenbaarheid, en een angst voor verandering. Dit laatste niet zozeer op persoonlijk niveau, waar veranderingen over langere tijd gezien er vrijwel altijd zullen zijn (verandering baan, partner, woonlocatie).

Juist in de context van het dagelijks leven is dit manifest, in velerlei vormen: 's avonds Lingo om kwart voor zeven, Sesamstraat op het juiste tijdstip, een herkenbaar cultuurlandschap, mensen in de omgeving die jouw taal goed spreken en pakweg dezelfde interesses delen, de oude sportclub en de al eeuwenlang draaiende kaasfabriek.

Snelle verandering van deze, structuur gevende elementen, door immigratie, economische veranderingen of het gevoel van dreiging van terrorisme door nieuwe ingezetenen, geven een gevoel van ontheemdheid. Het succes van Vinex-locaties waar opnieuw een 'gemeenschapje' gecreëerd kan worden, of de uitbundigheid tijdens kortdurende Hollandse voetbalglorie op een EK geeft een invulling aan dit gebrek.

Het zorgt er ook voor dat we zaken aangrijpen om ons tegen af te zetten. Voorbeeld is de bonus-discussie. Wilders deed hier opeens mee met de linkse onvrede. Iedereen moet op dezelfde manier behandeld worden, en je mag genoeg geld verdienen, maar niet excessief – zeker niet in publieke functies. Het krijgen van topbaantjes door je vriendjesnetwerk is onrechtvaardig. Excessieve beloning en vertrekpremies zijn fout.

Schuldvraag

De boosheid tegen deze onrechtvaardigheid komt mijn inziens regelmatig voort uit het verlangen om anderen de schuld te geven en ons zo 'goed' te voelen: het verzet hiertegen vijzelt de eigen goedheid op. Ook speelt het verlangen naar een gemeenschappelijke vijand die ons een groepsgevoel bezorgt.

Het boeiende is dat de discussie over onrechtvaardige verdeling van de welvaart vaak op persoonlijk niveau plaats vindt. Rijkman Groenink is de foute man. Maar de enorme gemeenschapsgelden voor nationalisatie van ABN-Amro en Fortis worden als noodzakelijk geacht – hier voelen mensen niet dat er sprake is van een oneerlijk speelveld, want het gaat om grote instituties waar je je eigen persoon moeilijk mee kan identificeren. Daarnaast heb je mogelijk zelf geld staan op die bank.

De discussie gaat vervolgens over of 'wij' als gemeenschap, in dit geval de staatskas, er over twee jaar nog een leuke winst uit kunnen halen door ABN duurder te verkopen. Dit hoopgevend winstmotief is hierbij niet zozeer een doel, maar vaak een onbewuste legitimatie voor het trekken van de grote flappen uit de gemeenschappelijke portemonnee. Het ironische is dat juist dit soort winstmotieven, vertegenwoordigd in speculatief kapitaal, een van de grote oorzaken is van de huidige failliete banken.

Verwend

Terug naar de maatschappelijk onvrede. Komt de hunkering van deze groep naar veiligheid en onveranderlijkheid voort uit een reactie op toenemende onzekerheden door economische globalisering? Of is dit eigen aan een groep die de complexiteit van de maatschappij moeilijker vat dan anderen? En wat is een wijs antwoord hier op?

Het zal, op z'n clichématigs, een geheel aan factoren zijn – ik vermoed dat de focus op gemak, comfort, consumentisme en de overvloed aan reclame er ook debet aan is – het maakt de mens verwend; televisie is het gemakkelijke, eeuwdurende entertainment. We zijn niet meer in staat rustig stil te staan bij onze gedachten en emoties, en ons ongeluk te duiden. Dat projecteren we vervolgens op de buitenwereld.

Idealisten die de groep Wilders-stemmers harde verwijten maken, kunnen naar mijn idee beter begrip ontwikkelen voor hun onvrede, of je die nu terecht vindt of niet. Zijn het echt foute mensen? Niet dat we begrip moeten hebben voor hun oplossingen van doorgedraaide, fascistische politici op de rechterflank, maar wel voor de ervaring en gevoelens van die kiezersgroep. Dat begrip ontwikkelen geldt trouwens ook voor de mensen die zelf maatschappelijke onvrede ervaren – in theorie is het simpel: herken het, erken het en transformeer het.

In de praktijk is het moeilijk, want het vraagt om even afstand te nemen van je directe opborrelende gedachten en de bijbehorende gevoelens. Het vraagt om van de comfortabele, geplaveide paden te stappen die je gedachten sturen. Is een Nationaal Psychotherapeutisch Programma geen aardig idee voor ons land? Deelname verplicht, ik doe graag mee.

 


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Geef je mening:

 

.

 

Naar boven

 

 

 

 

hghg