1ddRavagedigitaal
27 maart 2009d![]() ![]() |
|
|
Het zijn geen krokodillentranen die ze de lezers voorschotelt, al is de titel toch wel een beetje gemeend. Je kunt erom lachen of huilen, maar je leert met Een moeras vol krokodillen beter begrijpen hoe het Europees Parlement vrijwel niets van importantie zelfstandig kan besluiten.
Eind januari van dit jaar, een half jaar voordat ze daadwerkelijk het Europees parlement vaarwel zal zeggen, legde Els de Groen de laatste hand aan het onlangs verschenen boek Een moeras vol krokodillen. Daarmee is ze, zeker wat de Nederlanders betreft, de eerste van de in 2004 gekozen Europarlementariërs die de moeite neemt terug te blikken. De Groen doet verslag van haar wel en wee in deze mammoetinstelling gedurende de afgelopen jaren. Het kan de kandidaatstelling van de politieke partijen en hun programma's voor de aanstaande Europese verkiezingen niet meer beïnvloeden, maar de kiesgerechtigden kunnen er nog wel hun voordeel mee doen. Europa TransparantHet boek begint met een korte uiteenzetting over de manier waarop de schrijfster en activist Els de Groen in het vaarwater van het Europees Parlement belandde. Begin 2004 reageerde zij positief op het verzoek zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van dat jaar onder de vlag van Europa Transparant (ET), de eigen partij van de inmiddels beroemde en beruchte Brusselse klokkenluider van Nederlandse origine Paul van Buitenen. Aanvankelijk stond ze op een onverkiesbaar geachte plek, maar doordat andere kandidaten zich hadden bedacht werd zij op 10 juni 2004 – tot ieders verbazing - de tweede kandidaat die Van Buitenen mocht vergezellen naar Brussel. Vervolgens beschrijft De Groen hoe de twee al binnen enkele maanden op een bijna onafwendbare manier met elkaar overhoop kwamen te liggen. Eind december noemt ze ET nog steeds een 'goed idee', maar blijkt duidelijk dat ze van plan is haar eigen weg te gaan, omdat steeds meer sprake is van 'een politieke partij op christelijk-fundamentalistische grondslag' (p. 24). Sinds die fase geraakt in het boek ET met Van Buitenen al snel op de achtergrond en gaat het in feite alleen nog maar over Els de Groen, die als 'onafhankelijk europarlementariër' […] 'met haar medewerkers deel uitmaakt van de Groenen (GREEN/EFA)'. De auteur heeft voor haar relaas de vorm van een dagboek gekozen, dat loopt van winter 2004-najaar 2005 tot 21 januari 2009. De tijdsaanduidingen zijn nogal ongelijksoortig, nu eens een periode van een aantal maanden dan weer een afzonderlijke dag. Het is bovendien een achteraf bewerkt dagboek waarin De Groen herhaaldelijk – onder de vlag van een bepaald tijdstip – een sprong naar voren maakt en verklapt hoe iets later is afgelopen. Vandaar dat het boek doet denken aan hedendaagse publieksfilms, waarin de toeschouwer als in een labyrint zijn eigen gids mag zijn. Lonesome cowgirlDe titel van het boek is ontleend aan een uitspraak van een collega van De Groen, die politÃek een moeras vol krokodillen noemde (waarin de auteur, naar eigen zeggen, als 'naïeveling' beland was). Maar het gaat over veel meer dan de politiek en roept bij mij eerder de associatie op van een lonesome cowgirl, in de grootste speeltuin voor tweederangs politici ter wereld. Laat ik dan meteen maar de grootste hete aardappel die de auteur ons voorschotelt aan mijn vork prikken: namens wie of wat heeft Els de Groen de afgelopen jaren, als Europarlementariër met een Nederlands paspoort, haar sporen in Brussel en de rest van de wereld verdiend? De partij waarvoor ze haar carrière als schrijfster en gezin op een laag pitje zette, stelde als zodanig van het begin af aan bar weinig voor. Niet voor niets had ze zich, met het oog op de campagne in 2004, geroepen gevoeld 'het actieplan van Van Buitenen in een pakkende context te gieten' (p. 10). Dus toen de partij en Van Buitenen als politicus al gauw na de verkiezingsoverwinning door de mand vielen, ontkwam De Groen niet aan de vraag naar haar bestaansrecht als parlementslid. Het formele antwoord op die vraag, dat telkens weer in het boek naar voren komt, is dat ze nu eenmaal op die dag in 2004 gekozen is en daardoor het mandaat heeft gekregen om zich vijf jaar lang als Europarlementariër te manifesteren. MissieHet informele antwoord, dat herhaaldelijk tussen de regels door zichtbaar wordt, is dat ze een vrouw met een missie is, dat ze zich in die missie gesteund acht door ontelbare mensen binnen en buiten Europa en dat ze de (extra) middelen die haar juist als europarlementariër ter beschikking staan voor tenminste de volle honderd procent wil benutten. En die missie betreft, in algemene zin, allerlei vormen van onrecht ter bestrijden en, in de praktijk van genoemd mandaat, met name de onderdrukking van de Roma als etnische minderheid in Europa, de fraude en corruptie in voormalige 'Oostbloklanden', fascistische tendensen in de Europese Unie (EU) en de gevolgen van de productie van uraniumwapens. Natuurlijk zijn er ook in Nederland heel wat mensen te vinden die zich herkennen in de door De Groen gekozen thema's, maar je kunt toch moeilijk stellen dat die mensen haar naar Brussel hebben gestuurd. Bovendien zijn er weinig aanwijzingen dat De Groen zich veel gelegen heeft laten liggen aan 'haar' kiezers. Integendeel, haar minachting voor wat ze af en toe over hun thuisland hoort of ziet is onmiskenbaar. Dat ze onze politieke elite af en toe de mantel uitveegt, is nog wel te verteren. Maar dat ze bijvoorbeeld even gemakkelijk nationalisme en Euroscepsis op een hoop gooit (p. 152), is een miskenning van de politieke realiteit. Inkijk in EU-keukenTyperend is dat De Groens dagboek volkomen voorbijgaat aan het Nederlands referendum over de zogenaamde Europese grondwet op 1 juni 2005. In die periode (pp. 35-41) slokt klaarblijkelijk Bulgarije (toen nog kandidaat-lid) haar meeste aandacht op. Pas veel later, op woensdag 23 mei 2007 (p. 195), maakt ze eindelijk melding van de grondwet en wel naar aanleiding van het bezoek van de Nederlandse premier die haar en haar 784 collega's tekst en uitleg komt geven over de nee-stem in zijn land. Haar veelvuldige klacht dat Nederlanders niet weten wat in Brussel gebeurt en dat met name de media daarvoor verantwoordelijk zijn, klink dan ook niet erg overtuigend. Dit alles neemt niet weg dat het boek inderdaad, zoals de flaptekst al belooft, een uniek kijkje biedt in de keuken van het politieke bedrijf. Een kijkje dat ruimschoots opweegt tegen een serie Euroverhandelingen en -debatten op het gebruikelijk hoge abstractieniveau, want Els de Groen kan schrijven en windt er geen doekjes om. Zo ontstaat het beeld van een kafkaësk circus met duizenden medewerkers, die vooral elkaar bezighouden en noch Europa noch de wereld veel verder helpen. Je kunt erom lachen of huilen, maar je leert in ieder geval beter begrijpen hoe deze instelling vrijwel niets zelfstandig kan besluiten, althans bij zaken van enig belang. Telkens is ze afhankelijk van de raad van ministers en/of de Europese Commissie, zoals onlangs (11 maart) nog het geval was met haar goedkeuring van een kilometerheffing voor vrachtwagens. Des te meer valt het op dat de auteur ondanks alles impliciet de instelling de hand boven het hoofd houdt. Alsof er voor de voorstanders van Europese eenwording geen andere wegen openstaan die naar Rome leiden. Desnoods zonder een parlement, dat aan elkaar hangt van machtsspelletjes, hobbyisme en bureaucratische rituelen. Maar die mogelijkheid komt in het boek niet aan de orde. ZelfkritiekTenslotte moet gezegd worden dat Els de Groen, de verbeten en bijna grimmige bestrijder van allerlei onrecht, niet alleen vele andere mensen de maat neemt maar ook zichzelf. Wat dat betreft is dit boek van haar niet in de laatste plaats een openbaar gewetensonderzoek: telkens opnieuw vraagt ze zich af of ze wel goed bezig is, probeert ze te verklaren waar haar eigen manier van doen vandaan komt en onderzoekt ze de gevolgen van haar eigen activiteiten. Ze mag dan bepaalde personen te kijk zetten en soms wat al te gemakkelijk met een oordeel klaarstaan, als het erom gaat ook de hand in eigen boezem te steken is ze een lichtend voorbeeld voor het merendeel van haar collega's. Op het eind van het boek (p. 249) schrijft ze dat ze al in 2004, bij haar aantreden, van plan was na vijf jaar het stokje aan een ander door te geven. Inmiddels is de partij waarmee ze toen in zee ging ter ziele gegaan, heeft ze eind 2007 al 'met één been in een burnout' gestaan en weet ze dat ze als onafhankelijk lid van de Groene Fractie geen enkele kans maakt om herkozen te worden. Terwijl
Paul van Buitenen afwacht of hij nog vóór 16 april een teken van God krijgt,
ziet zij reikhalzend uit naar de 'alledaagse vrijheid' (p.250)
om heerlijk op de fiets te springen en te winkelen wanneer het je uitkomt.
Maar de powers that be zijn nog niet van haar af: 'Ik ben en
blijf inzetbaar voor mensen die dat verdienen, meegerekend de mensen die
ik verwaarloosd heb.' Titel: Een moeras vol krokodillen Pagina's: 256 Auteurs: Els de Groen Uitgeverij: Papieren TijgerPrijs: € 19,50 ISBN: 978 90 6728 230 7
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
hghg
|