1ddRavagedigitaal
10 februari 2009d![]() ![]() |
|
|
Volgens de Raad van State gaan de initiatiefnemers voor invoering van een wettelijk kraakverbod bij de beschrijving van de problematiek uit van bepaalde veronderstellingen die niet gebaseerd zijn op feitelijke gegevens. Eerder deze week dienden de Tweede Kamerleden Jan ten Hoopen (CDA), Arie Slob (ChristenUnie) en Brigitte van der Burg (VVD) bij de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel in zowel kraken als leegstand tegen moet gaan. Hiermee is de start van de plenaire behandeling van kraakverbod een feit. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil een verbod op kraken, zo bleek november 2007. Het CDA krijgt steun van de oppositiepartijen VVD en PVV, die al langer voor een verbod pleiten. De ChristenUnie laat haar definitieve steun afhangen van de precieze vorm die het CDA-voorstel krijgt. De initiatiefnemers van het kraakverbod hebben hun plannen inmiddels op een aantal punten aangepast na kritiek van de vier grote gemeenten. Zo zijn de mogelijkheden verbeterd om bureaucratie rondom de bewijslast tegen te gaan, en om speculatie met panden tegen te gaan. Kraken wordt een misdrijf. Gemeenten kunnen onwillige eigenaren van kantoorpanden en woningen binnen de leegstandsverordening twee keer een dwangsom in te dienen. Deze boetes kunnen oplopen tot tienduizenden euro's. Ook blijft er een belangrijke rol weggelegd voor leegstandbeheerorganisaties of anti-kraakorganisaties Geen bewijzenMaar de Raad van State kraakt het huidige wetsvoorstel. Volgens de Raad is de omvang van het probleem onduidelijk, evenals de oorzaken ervan. De Raad van State heeft geen bewijs aangetroffen dat er sprake is van een verharding in de kraakwereld of van een toename van de met het kraken gepaard gaande problemen. De Raad constateert dat de initiatiefnemers bij de beschrijving van de problematiek uitgaan van bepaalde veronderstellingen. Valide gegevens zijn immers niet voorhanden. Daarmee blijft de omvang van het probleem onduidelijk, evenals de oorzaken ervan. De stelling dat er sprake is van een verharding in de kraakwereld of van een toename van de met het kraken gepaard gaande problemen na de incidenten in de roerige jaren tachtig (Mariënburg) of na de strafbaarstelling van kraken in 1993 in artikel 429sexies van het Wetboek van Strafrecht, wordt niet nader toegelicht. 'In dit verband is niet zonder betekenis dat uit de verkenning onder de G30 [30 gemeenten, red.] blijkt dat kraken zelden als een probleem wordt ervaren en steeds minder voorkomt', aldus de Raad. De Raad van State constateert verder dat in het wetsvoorstel onvoldoende wordt aangetoond dat de bestaande middelen ontoereikend zijn. Ook heeft de Raad twijfels over de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen en de bijdrage die de voorgestelde verzwaring zal bieden aan de oplossing van de problemen. Verdergaande strafbaarstelling zal nauwelijks afschrikkende werking hebben. Bovendien betekent verdergaande strafbaarstelling niet dat het probleem van de ontruimingen minder wordt. Ook bij een algeheel verbod op kraken zal de eigenaar een civielrechtelijke ontruimingsvordering tegen de krakers moeten instellen. UitvoeringslastenDe Raad wijst er verder op dat met het omzetten van het kraken in een misdrijf (met een strafbedreiging van vier maanden gevangenisstraf) zoals voorgesteld de opsporing en vervolging van het delict niet of nauwelijks zal worden vergemakkelijkt. Evenmin zal het een verruiming van de toepassing van dwangmiddelen met zich brengen. Daarnaast brengt het voorgestelde instrumentarium volgens de Raad van State veel uitvoeringslasten voor de gemeenten met zich mee. In dit verband verwijst de Raad naar de geschiedenis van de Leegstandwet: het grootste gedeelte van de Leegstandwet, zoals deze gold in 1986, waaronder de invoering van een leegstandregister, is nooit in werking getreden. De reden hiervoor was dat de uitvoering van die wet te hoge kosten met zich zou brengen voor gemeenten. Deze kosten hielden met name verband met het leegstandregister en de plicht om leegstaande woningen en gebouwen te vorderen. Dat het in het onderhavige geval gaat om een bevoegdheid en niet een verplichting voor de gemeenten om een leegstandregister in te voeren, maakt het feit dat hiermee en met de overige onderdelen van het voorgestelde instrumentarium (hoge) kosten gemoeid zullen zijn niet anders. Voorts merkt de Raad op dat de gemeenten voor het vinden van potentiële gebruikers te rade zullen moeten gaan bij leegstandbeheerorganisaties. Thans zijn het de eigenaren die in veel gemeenten al gebruik maken van leegstandbeheerovereenkomsten (anti-kraak). Gemeenten hebben aangegeven dit een goede oplossing te vinden. Naar het oordeel van de Raad heeft het nieuwe instrumentarium op dit punt geen toegevoegde waarde en brengt het slechts onnodige uitvoeringslasten voor gemeenten met zich. 'Gelet op het voorgaande is de Raad niet overtuigd van de effectiviteit van de voorgestelde aanpak om leegstand terug te dringen', aldus Tjeenk Willink (PvdA). Kritiek niet gedeeldIn een reactie zeggen Ten Hoopen, Slob en Van der Burg de kritiek van de Raad van State niet te delen. 'We hebben redenen om te geloven dat er wel degelijk gemeenten gebruik zullen maken van het leegstandinstrumentarium', zo stellen zij. Ook de financiële crisis en krimp van de bevolkingsomvang in sommige regio's zouden kunnen leiden tot meer leegstand. 'Het gevolg daarvan zal zijn dat leegstand een nog groter maatschappelijk probleem wordt, waardoor veel gemeenten zich gedwongen zullen voelen hier een beleid op te formuleren.' Het wetsvoorstel voor een kraakverbod, alsmede het oordeel van de raad van State, kun je via deze link opvragen.
hghg
|