

SAN
FRANSISCO, 24 september 2008 - Clandestiene wapenleveranciers hebben Irak
sinds 2003 overspoeld met ongeveer een miljoen wapens. Dat gebeurde in
opdracht van de Amerikaanse en Iraakse regering. Een groot deel van de
wapens is nu zoek of kwam terecht in handen van opstandelingen.
Dat
blijkt uit een rapport
van Amnesty International. Het onderzoek werd verricht door TransArms,
een Amerikaanse organisaties die de internationale wapenstromen in kaart
brengt.
Volgens
de onderzoekers hebben Bagdad en Washington officieel 217 miljoen dollar
uitgegeven aan de bewapening van het Iraakse leger, de politie en de veiligheidsdiensten
van de verschillende Iraakse ministeries. Ongeveer de helft van dat bedrag
ging naar het bedrijf Taos
Industries, de grootste leverancier van kleine vuurwapens aan Irak
sinds de invasie in 2003.
Het
grootste deel van de verkopen bestaat uit infanteriewapens als machinegeweren,
scherpschuttergeweren, granaatwerpers en pistolen. De onderzoekers vonden
ook documenten die suggereren dat verschillende onderaannemers van Taos
illegaal opereren of door de Verenigde Naties bestempeld worden als wapensmokkelaars.
Zo
sloot Taos een contract af met het Moldavisch-Oekraïense bedrijf Aerocom
voor de levering van 99 ton wapens aan de Iraakse veiligheidsdiensten,
grotendeels kalasjnikovs. Aerocom heeft een kwalijke reputatie. In 2002
beschuldigde een expert van de VN-Veiligheidsraad het bedrijf ervan wapens
te smokkelen van Servië naar Liberia en zo het VN-embargo te schenden.
In
mei 2005 bracht de Italiaanse krant Corriere della Sera ook al
aan het licht dat er bij rebellen in Irak duizenden Beretta 92S-pistolen
in beslag genomen waren die door Taos geleverd waren aan een Amerikaanse
basis in Bagdad. Een Italiaanse rechtbank stelde de weinig transparante
transportmethode van de wapens in vraag.
Ondanks
de twee beschuldigingen bleef de Amerikaanse overheid contracten toekennen
aan Taos, het meeste recent in oktober 2007. Amnesty stelt niet alleen
vragen bij de wapenleveranciers en de wazige manier waarop de wapens geleverd
worden, maar zegt ook dat er onvoldoende controle is over waar de wapens
terechtkomen. Dat wordt ook door twee Amerikaanse overheidsrapporten bevestigd.
Volgens
Amnesty moet de situatie in Irak gezien worden als een onderdeel van een
groter, mondiaal probleem met ongelimiteerde wapenverkopen. "Het
is dringend tijd voor een verdrag rond de wapenhandel", zegt Brian
Wood van Amnesty. "Zestig jaar na de ondertekening van de Universele
Verklaring voor de Rechten van de Mens moeten de regeringen tot een overeenkomst
komen over de internationale wapenhandel, met mensenrechten als centraal
thema."
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Reageer
op dit bericht
|