

DEN
HAAG, 6 januari 2008 – Scheidend burgemeester Deetman van Den Haag ziet
in het onlangs verschenen adviesrapport van de Nationale Ombudsman geen
aanleiding om de regelgeving op het gebied van demonstreren te verbeteren.
Volgens eigen zeggen handelt hij in voorkomende gevallen "zorgvuldig".
Vorige
maand meldde de Nationale Ombudsman dat de gemeente Den Haag een versnelde
aanmeldprocedure voor demonstraties moet invoeren. De gemeente hanteert
de regel dat alle demonstraties en betogingen vier dagen van tevoren gemeld
moeten worden. Deze procedure doet volgens de ombudsman afbreuk aan de
vrijheid van demonstreren en vormt een beperking van de demonstratievrijheid.
De
ombudsman ziet niet in waarom de aanmeldprocedure bij bijvoorbeeld statische
acties waaraan maar een handvol demonstranten deelneemt, hetzelfde is
als bij grote demonstraties. Ook bij betogingen naar aanleiding van de
actualiteit hanteert de politie de termijn van vier dagen. Dat moet sneller
kunnen om het recht op betoging niet nodeloos te beknotten.
Dit
advies geeft de Nationale Ombudsman in een onderzoeksrapport naar aanleiding
van klachten over het optreden van de Haagse politie bij demonstraties.
In het rapport Demonstreren
staat vrij
concludeert de ombudsman dat er veel onduidelijkheden bestaan over rechten
en plichten bij demonstraties, zowel bij demonstranten als bij politie.
Om
meer duidelijkheid te scheppen heeft de ombudsman een demonstratiekaart
[pdf
bestand] ontwikkeld met daarop de rechten en plichten bij demonstraties.
Vooral met betrekking tot eenmansacties en kleine demonstraties heerst
verwarring. Eenmansprotesten mogen altijd en hoeven niet te worden aangemeld,
zo staat op de demonstratiekaart.
Burgemeester
Deetman reageerde in eerste instantie geprikkeld op het rapport. Het bevreemdde
hem dat de ombudsman het onderzoek is begonnen naar aanleiding van signalen
van demonstranten die anoniem zijn gebleven. De gemeente had de namen
graag gekregen om hoor en wederhoor toe te passen en de signalen te verifiëren.
Dit maakt de beoordeling van het rapport volgens de burgemeester 'lastig'.
Maar
daags voor zijn afscheidsreden verspreidde Deetman een brief
[pdf
bestand] waarin
hij het oordeel van de ombudsman in zijn eigen voordeel vertaalt. "Na
bestudering van het rapport merk ik tevreden op dat de Nationale Ombudsman
de organisatie (politie en gemeente) als professioneel aanmerkt. Met deze
kwalificatie doet de NOM recht aan de inspanningen die politie en gemeente
zich hebben getroost om het demonstratieklimaat in Den Haag te optimaliseren",
aldus Deetman.
Deetman
erkent dat agenten in het verleden ten onrechte demonstranten naar een
'vergunning' hebben gevraagd. "Dit is voor mij destijds aanleiding
geweest om het korps maatregelen te laten treffen om de interne informatievoorziening
hierover te verbeteren en het kennisniveau structureel op het vereiste
peil te houden. […] Daarvan maakt onderdeel uit, dat bij demo's nimmer
sprake kan zijn van het vragen naar een vergunning omdat het om de uitoefening
van een grondrecht gaat."
Over
de verplicht gestelde aanmeldtermijn van vier dagen, die in de ogen van
de ombudsman in voorkomende gevallen van kleine acties als spontaan uitgeroepen
picket-lines een remmende werking heeft, schrijft Deetman: "De Haagse
APV biedt de mogelijkheid om vrijstelling te verlenen van de aanmeldtermijn
van vier dagen in het geval van onbekendheid met deze regels bij de aanvragers
of acute actualiteit. Voor het overige is het zaak om aan de termijn de
hand te houden in verband met de mogelijke samenloop met andere demo's
en omdat ook kleine demo's grote gevolgen kunnen hebben voor de openbare
orde in de stad."
Ook
de klacht van de ombudsman over de dwingende rol van de politie bij het
vooroverleg, wuift Deetman naar het rijk der fabelen. "Medewerkers
van de politie acteren in het vooroverleg niet dwingend, maar zorgvuldig.
Dit past bij een professionele organisatie en voorkomt willekeur. Dat
wil niet zeggen dat de medewerkers van het BCC (Bureau Conflict- en Crisisbeheersing)
zouden beschikken over onvoldoende inlevingsvermogen en klantgerichtheid.
BCC maakt afspraken met de organisatoren om een zo goed mogelijk verloop
van de demo te garanderen."
Bij
de uitvoering van een identiteitscontrole wordt volgens Deetman strikt
de hand gehouden aan de richtlijnen van het College van Procureurs-Generaal
en de nadere uitwerking daarvan door de lokale driehoek. "Voor demonstraties
geldt in dit verband dat slechts om een identiteitsbewijs wordt gevraagd
indien er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit." Er
zijn talloze voorbeelden uit de praktijk die het tegendeel bewijzen.
Kortom,
voormalig burgemeester Deetman is zéér te spreken over zijn
eigen beleid en het Haagse politiekorps. Hij kan zich zelfs vinden in
de handreiking van de ombudsman in de vorm van een bij het rapport horende
demonstratiekaart met spelregels rond eenmansacties en demonstraties.
Nu maar afwachten of de nieuwe burgemeester het demonstratierecht en de
kritiek daarop wat serieuzer neemt dan deze afgelikte oliebol. (AvV)
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Reageer
op dit bericht
|