
WASHINGTON,
3 januari 2007 – De Amerikaanse regering heeft woensdag definitief groen
licht gegeven aan het boren naar gas en olie in de zeebodem ten noordwesten
van Alaska. Dierenbeschermers vrezen voor de gevolgen voor de hier levende
ijsberen en zeezoogdieren.

Begin
februari werden de rechten voor de ontginning van bijna 120.000 vierkante
kilometer van de bodem van de Tsjoektsjenzee geveild, inclusief het natuurgebied
bij Teshekpuk Lake. Milieugroeperingen hebben tevergeefs geprobeerd via
de rechter de verkoop tegen te houden.
Het
is de eerste keer sinds 1991 dat er wordt toegestaan dat er in dit deel
van de Noordelijke IJszee, ten noorden van de Beringstraat, naar gas en
olie wordt geboord. Het gebied herbergt naar schatting het equivalent
van vijftien miljard vaten aardolie en 2,18 biljoen kubieke meter aardgas.
Hoewel
er minimaal tachtig kilometer uit de kust moet worden geboord, vrezen
dierenbeschermingsorganisaties dat de ijsberen, die voor hun jacht aangewezen
zijn op een steeds kleinere hoeveelheid zee-ijs, te lijden zullen hebben
van de booractiviteiten. Ook de walruspopulatie in dit gebied staat volgens
hen onder druk door het slinkende poolijs, dat zij gebruiken om vanaf
te fourageren.
"Teshekpuk
Lake is het belangrijkste vogelgebied in het Noordpoolgebied", zegt
Stan Stenner, uitvoerend directeur van Audubon
Alaska, een van de milieugroeperingen. "Wij zijn niet tegen olie-
of gaswinning, maar bedrijven moeten uit kwetsbare regio's als deze blijven."
De
bijna 160.000 hectare natte natuurgebieden ten noorden en oosten van het
Teshekpukmeer werden onder elke andere Amerikaanse regering aangemerkt
als beschermd gebied, zegt Nicole Whittington-Evans, plaatsvervangend
regiodirecteur Alaska van de Wilderness
Society.
In
de North Slope van Alaska, een gebied dat zo ongeveer alles omvat tussen
Brooks Range Mountains en de Noordelijke IJszee, liggen zowel de grote
olievelden van Prudhoe Bay als het Nationale Natuurreservaat (ANWR). Dit
reservaat in het oosten is een van de grootste beschermde natuurgebieden
ter wereld.
In
het westen ligt ook het minder bekende Nationale Oliereservaat. Het Nationale
Oliereservaat Alaska dient sinds 1923 als noodvoorraad voor de Amerikaanse
marine, hoewel destijds weinig bekend was over de omvang. In 1980 schatten
Amerikaanse onderzoekers de olievoorraad in de regio op 2,1 miljard vaten
olie en 8,5 biljoen kubieke voet aardgas. In 2002 werd die schatting bijgesteld
naar respectievelijk 9,3 miljard en 59,7 biljoen.
De
olie-industrie in Alaska kent een geschiedenis van incidenten. In maart
van dit jaar zorgde een groot lek in een pijpleiding van British Petroleum
(BP) ervoor dat meer dan een miljoen liter ruwe olie over de bevroren
toendra bij de Noordelijke IJszee stroomde. Alleen de ramp met de olietanker
Exxon Valdez in 1989 was nog dramatischer. De schoonmaakwerkzaamheden
voor die ramp duren nog tot op de dag van vandaag voort.
"Er
lekt dagelijks olie in de North Slope", zegt Whittington-Evan. "Net
voordat BP de leiding afsloot, was er opnieuw lekkage." Tussen 1996
en 2004 werden ruim 4500 gevallen van lekkage genoteerd, inclusief gevallen
waarbij dieselolie, smeermiddelen en chemicaliën werden gelekt.
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - -
Reageer
op dit bericht
|