1ddRavagedigitaal 22-02-08dPrint deze pagina | |
|
Om de voor hen onwelgevallige passages uit boeken geschrapt te krijgen, stappen bewindslieden en topambtenaren naar de rechtbank. De juridische kosten worden verhaald op de belastingbetaler. Dit ontdekte journalist Alexander Nijeboer op basis van gegevens die vrijkwamen na een WOB-procedure. door Alexander Nijeboer Vorig jaar spanden staatssecretaris Cees van der Knaap van Defensie en oud-minister Job de Ruiter (Justitie) juridische procedures aan tegen mij als schrijver van het boek Een man tegen de Staat over de klokkenluiderszaak van oud-defensiemedewerker Fred Spijkers. Ik deed een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) en ontdekte dat het ministerie van Defensie de rechtsgangen tegen mijn boek betaalde. Ook blijken bewindslieden en topambtenaren vaker op kosten van de belastingbetaler naar de rechter te stappen – ook als zij feitelijk op 'persoonlijke titel' procederen. Privé-affaireOp 24 oktober 2006 verscheen in Metro een column van Pamela Hemelrijk waarin zij over de op handen zijnde publicatie van Een man tegen de Staat schreef. Zij refereerde in het stuk aan een korte passage uit mijn boek over een mogelijke privé-affaire rond De Ruiter, die destijds minister van Defensie was. Alhoewel ik met De Ruiter uitgebreid correspondeerde over het voorval en hem meer bevindingen voorgelegde dan ik in mijn boek zou publiceren, stond enkele uren na publicatie van de Metro-column de deurwaarder op de stoep met een dagvaarding. De Ruiter en diens advocaat Harro Knijff wilden publicatie van het boek door de rechter laten verbieden omdat het melding maakte van de vermeende privé-affaire. De Volkskrant bracht het bericht de volgende ochtend op de voorpagina: 'Oud-minister De Ruiter eist verbod boek affaire-Spijkers'. Het kort geding zou een dag voor de officiële presentatie plaatsvinden. Omdat de privé-affaire slechts een alinea uit het 344 pagina's tellende boek besloeg en nauwelijks raakte aan de essentie ervan – besloten mijn advocaat Fulco Blokhuis en ik – aan te sturen op een schikking. Advocaat Knijff van De Brauw Blackstone en Westbroek stuurde de rekening voor de rechtsbijstand van De Ruiter naar het ministerie van Defensie, die vervolgens € 19.137,50 aan het advocatenkantoor betaalde, zo blijkt uit via een beroep op de WOB vrijgekomen documenten. Persoonlijk gegriefdOok Cees van der Knaap – destijds staatssecretaris van Defensie en onlangs benoemd tot burgemeester te Ede – startte een procedure tegen mij als auteur naar aanleiding van de publicatie van Een man tegen de Staat. Van der Knaap voelde zich 'persoonlijk gegriefd' door passages uit het boek waarin ik stelde dat de bewindsman twintig maal de Tweede Kamer had voorgelogen, waarbij hij mogelijk brieven zou hebben geantedateerd, wat door mij als valsheid in geschrifte was aangemerkt.
Van der Knaap voerde de zaak 'Van der Knaap/ Nijeboer' op 'persoonlijke titel', zo valt uit de dagvaardig op te maken en koos 'domicilie' ten kantore van de landsadvocaat te Den Haag. Hij had twee advocaten op de zaak gezet. Anton van Leeuwen (namens Defensie belast met de zaak-Spijkers) en landsadvocaat Bert Jan Houtzagers. Zij moesten middels een bodemprocedure bewerkstelligen dat het boek uit de handel zou worden gehaald. Wonderlijk genoeg werd uitgeverij Papieren Tijger niet gedagvaard. De landsadvocaten en Van der Knaap richtten hun pijlen alleen op de auteur in een bodemprocedurezaak die zich ook uitstekend leende voor een kort geding. Het boek bleef uiteindelijk in de handel. Ruim een half jaar nadat de dagvaardig was uitgebracht, Van der Knaap als enige bewindsman was teruggekeerd in kabinet-Balkende IV en de publiciteit rond het boek was geluwd, kwam er een schikking. Alle eisen van Van der Knaap waren van tafel en ik mocht gewoon blijven schrijven dat hij twintigmaal de Tweede Kamer had voorgelogen, alleen niet dat hij daarbij mogelijk valsheid in geschrifte had gepleegd. De laatstgenoemde beschuldiging zal ik in een eventuele volgende drukken van het boek dan ook anders formuleren. Alhoewel Van der Knaap het boek 'op persoonlijke titel' probeerde te verbieden omdat hij zich 'persoonlijk gegriefd' voelde, betaalde zijn departement de rekening. Hoe hoog de declaratie van het kantoor van de landsadvocaat precies is geweest, heb ik via de WOB niet exact kunnen achterhalen. Volgens secretaris-generaal Ton Annink van Defensie had de landsadvocaat geen gespecificeerde nota verzonden, dus viel het exacte bedrag niet meer te achterhalen. In totaal declareerde de landsadvocaten in 2006 en 2007 zo'n 60.000 euro in de zaak-'Staat/ Spijkers' en volgens Defensie zijn de kosten voor de juridische procedure van Van der Knaap tegen mij hierin inbegrepen. Op kosten belastingbetalerSaillant detail is overigens dat Van der Knaap via meerdere kanalen voor publicatie op de hoogte was gesteld van de serieuze beschuldigingen in mijn boek, maar nooit wilde reageren. Op 10 augustus 2006 uitte een CDA'er nog zijn ongerustheid bij Van der Knaap over de op handen zijnde publicatie. 'Het boek zal ongetwijfeld weer tot veel publiciteit voor de heer Spijkers', antwoordde de bewindsman de brievenschrijver, 'en veel kritiek over Defensie en over mijn persoon uitstorten (…) De werkelijkheid die de heer Nijeboer schetst in zijn boek, vooral over de periode na november 2002, zal voor zover ik het uit de voorpublicatie kan opmaken, volstrekt niet stroken met de mijne.' Ondanks herhaaldelijke verzoeken om zijn beleid in de zaak-Spijkers toe te lichten en mijn bevindingen te weerspreken, vernam ik echter niets van Van der Knaap. Kennelijk stapte de bewindsman liever op kosten van de belastingbetaler naar de rechter dan dat hij openheid van zaken gaf. Het ministerie van Defensie betaalde de juridische procedures van Van der Knaap en De Ruiter dus om mijn boek te verbieden. Het kort geding dat oud-opperbevelhebber van de Koninklijke Marechaussee Diederik Fabius verloor, werd niet door Defensie betaald. Fabius betaalt zijn twee juridische procedures – hij startte eveneens een bodemprocedure – volgens een verklaring voor de rechter uit eigen portemonnee. Overigens heb ik niet kunnen uitsluiten of hij deze nota's uiteindelijk doorbelast aan zijn huidige werkgever, het ministerie van Justitie. Joris DemminkHet blijkt geen incident dat topambtenaren en bewindslieden op kosten van de belastingbetaler procedures startten tegen journalisten om onwelgevallige publicaties aan te vechten. De secretaris-generaal van het ministerie van Justitie, mr. Joris Demmink, raakte in 2003 in opspraak – net als oud-minister De Ruiter na berichtgeving over een privé-affaire. Demmink schakelde eveneens advocaat Knijff in om de media aan te pakken die over deze privé-affaire hadden bericht.
In
2004 startte Knijff namens Demmink een procedure bij de Vorig jaar zomer stapte de secretaris-generaal wederom naar de Raad van de Journalistiek. Onder meer De Telegraaf en actualiteitenprogramma EenVandaag hadden bericht over een aangifte van de veroordeelde crimineel Huseyin Baybasin tegen Demmink wegens pedofilie. Ditmaal stuurde Knijff een rekening van € 9096,36 naar het privé-adres van Demmink, die de nota uiteindelijk van zijn departement vergoed kreeg. De Raad voor de Journalistiek bespeurde overigens in alle gevallen onzorgvuldigheden in de berichtgeving over Demmink en het openbaar ministerie zag uiteindelijk in de aangifte geen grond om de secretaris-generaal te vervolgen. Micha KatOpmerkelijk
in dit verband is ook de procedures die mr. Hans Westenberg, vice-president
bij de Rechtbank Den Haag, voert tegen journalist 'Er gaan opeens gekke dingen gebeuren zoals rechters die uitvoerig gaan bellen over de zaak', zo citeerde Kat advocaat Smit. 'In de Chipshol-zaak is dat ook gebeurd met mr. Westenberg van de Haagse rechtbank. Nederland lijkt wel te klein voor grote claims. Iedereen kent elkaar. Laten we dat een variant noemen van ons poldermodel.'
Rechter Westenberg maakte bezwaar tegen deze passage en schakelde de landsadvocaat in. Advocaat Boukema van het kantoor van de landsadvocaat Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn, vordert in zijn dagvaarding aan Smit en Kat 'dat de rechtbank voor recht verklaart dat de aantijging van Smit, advocaat te Rotterdam, gepubliceerd door Kat in Topadvocatuur, met de strekking dat mr. J. Westenberg niet onafhankelijk, niet onpartijdig, respectievelijk niet bekwaam is, onrechtmatig jegens Westenberg is.' Volgens het juridisch vakblad Advocatie zou deze zaak interessante tuchtrechtelijke jurisprudentie op kunnen leveren over hoe ver een civiele advocaat mag gaan in zijn contacten met journalisten en wat de rol van een cliënt hierin zou moeten zijn. Daarnaast kwam het niet eerder voor dat een rechter een topadvocaat en een journalist dagvaardt inzake uitspraken over zijn functioneren als rechter. Belang rechtsspraak De juridische procedures tegen Smit en Kat werden tot dusver betaald door de Raad van de Rechtspraak. De organisatie is geen bestuursorgaan waarop de WOB van toepassing is. Desalniettemin wil de Raad wel openheid van zaken geven. Juridisch adviseur mr. P.H. Banda zegt dat 'aan mr. Westenberg zélf geen vergoeding wordt gegeven'. Volgens Banda steunt de Raad voor de Rechtspraak Westenberg omdat 'het belang van de rechtsspraak in het geding is'. De steun bestaat uit het feit dat de Raad bij deze juridische procedure de formele opdrachtgever is van de landsadvocaat, die voor Westenberg optreedt. Op verzoek becijferde Banda dat de Raad sinds 2004 aan juridische procedures € 77.856,97 heeft uitgegeven om de gewraakte passages uit het boek van Kat te bestrijden. Banda stelt dat dit bedrag 'niet uitsluitend de intermediaire kosten voor bijstand in rechte omvat, maar ook de kosten voor adviezen aan de Raad en aan het bestuur van de betrokken rechtbank.' Thomas Bruning, secretaris van journalistenvakbond NVJ, vindt dat de overheid bij geschillen met journalisten eerst naar de Raad voor de Journalistiek zou moeten gaan, zoals overigens secretaris-generaal Joris Demmink deed in zijn geschillen met diverse media. "Voor media is de financiële drempel om zich voor de rechter te verdedigen tegen kapitaalkrachtige partijen hoog", zei Bruning op 7 februari in een rede op een debat over zelfregulering in de journalistiek. "Zeker de overheid zou het sieren om altijd eerst de weg langs de Raad voor de Journalistiek te bewandelen, alvorens kostbare bodemprocedures te starten tegen kleine partijen zoals in de diverse zaken van defensiestaatssecretarissen en generaals tegen Alexander Nijeboer." Op 27 februari a.s. doet de rechtbank te Amsterdam uitspraak in de bodemprocedure die oud-opperbevelhebber Diederik Fabius aanspande tegen auteur Alexander Nijeboer als gevolg van publicatie van het boek Een man tegen de Staat. Nijeboer wordt bij de juridische procedures die tegen hem zijn aangespannen financieel bijgestaan door de NVJ en vakcentrale FNV. Mr. Harro Knijff was wegens arbeidsongeschiktheid onbereikbaar voor commentaar namens zijn cliënten.
|