1ddRavagedigitaal 20 juni 2008dPrint deze pagina | ||
|
Oerol is deze week weer op Terschelling neergestreken. Nog tot en met 22 juni kun je er terecht voor 'theater op locatie' op straat, in het bos of op het strand. Het thema dit jaar is 'het eiland van de vorige dag'. Peter Barton toog er een dagje heen en bekeek wat volgens hem de moeite van het aanschouwen waard is. door Peter Barton Op het strand bij Hoorn wordt tweemaal per avond (niet op zondag) door Théãtre du Centaure de voorstelling Flux gespeeld. Het liefdesverhaal gaat over twee centaurs (half mens half paard). Gesproken wordt er niet in, dus helaas is het een beetje lastig om te ontdekken waar het verhaal nu eigenlijk over gaat. Niettemin is het mooi om te zien hoe twee Franse acteurs op Friese paarden een kunstig ballet uitvoeren, waarbij de paarden eveneens uitstekend in hun rol blijven en geweldig met de acteurs samenwerken. Théãtre du Centaure was vorig jaar ook op Oerol te bewonderen, en hadden volgens velen toen het hoogtepunt van het festival voor hun rekening genomen. De reacties vielen nu wat tegen, vooral omdat de voorstelling zo kort was. Het verdronken dorp Loop door het bos bij het dorp Hee richting het duinmeertje en je krijgt een waarschuwing dat je een 'archeologische site' betreedt en dat het er gevaarlijk is. Maar met helm en veiligheidsjasje mag je het terrein betreden, dat speciaal voor Oerol is opengesteld. Eenmaal op het terrein lijkt het de nachtmerrie van elke archeoloog: bij graafwerkzaamheden zijn ze ergens tegenaan gestuit, en als archeologen verder graven en met man en macht erachter proberen te komen wat voor schatten hier in de grond zitten, blijkt het een onder het zand bedolven hoogspanningsmast te zijn.
Toch zijn de Vlaamse 'archeologen' van Compagnie KAiET allerminst teleurgesteld. De mast markeerde namelijk de grens van het buurtschap Goeverdingum, dat vijftig jaar geleden onder het duinzand werd bedolven nadat de toenmalige burgemeester van Terschelling de ontruiming van het gehucht gelastte omdat het gevaar liep door hevig onweer van die dag. Enige tijd heeft het dorp leeg gestaan omdat de bewoners nooit meer terug keerden, totdat het vanwege veiligheidsredenen twee jaar later werd bedolven onder opgespoten duinzand. Nu archeologen het weer opgraven, komen oude verhalen weer boven. Zoals die van de aangespoelde Spanjaard José die er een tankstation opende en trouwde met Rinske, die ook wel de Nachtegaal van Goeverdingum werd genoemd vanwege haar mooie stem. Je kunt rondlopen in het servicekantoortje van José's tankstation en een plaatje aanvragen in zijn jukebox, al heeft die jukebox maar één singeltje: "Ik mis je zo" van de Nachtegaal van Goeverdingum. Toen ze bij hem wegging om met een trucker er vandoor te gaan, brak zijn hart namelijk en heeft hij alle platen in zijn jukebox vervangen door een exemplaar van het singletje van zijn verloren liefde. Mooi bedacht. Maar wie op de details let, trapt hier niet in. Zo hebben er nooit hoogspanningsmasten op enig waddeneiland gestaan, zullen lantaarnpalen die vijftig jaar onder het zand hebben gelegen écht niet meer functioneren (net als de telefoon en de jukebox in José's kantoortje overigens) en is het verhaal dat het gehuchtje een nitraatbom was geworden door alle vogelpoep die er lag ook niet echt geloofwaardig. Wie bovendien Goeverdingum met zoekmachine Google opzoekt, komt er meteen achter dat Compagnie KAiET vorig jaar zomer datzelfde dorp al 'ontdekt' had bij Antwerpen in de buurt. Maar veel mensen Googlen niet, weten niets over hoogspanning op de Wadden en gaan ervan uit dat het theatercollectief de half bedolven autolampen weer hebben aangezet en de rook uit de fabrieksschoorsteen zelf produceren.
En dat is natuurlijk ook zo, net zoals ze de 'historische editie' van de Harlinger Courant deels zelf hebben geschreven. En vooral dát zorgt ervoor dat veel mensen geloven dat het verhaal op z'n minst op waarheid gebaseerd is. Immers, door het afdrijven en aanspoelen van duinzand verdwijnen en verschijnen er wel vaker dorpjes op de Wadden. SouldadaHet schijnt dat ze eigenlijk op strand wilden optreden, maar op het moment dat uw verslaggever ter plaatse was, was het daar te slecht weer voor en daarom trad Souldada met hun muziektheatervoorstelling Cancão op in het strandpaviljoen De Branding, op het Noordzeestrand van Midsland aan Zee. Wat overigens niet erg was, want het was voor de strandtenthouder reden om vanwege het "onvoorziene ongemak" een glaasje Oezo, een Griekse sterke anijsdrank, uit te delen. Velen merkten echter al niets van enig ongemak, omdat de mensen van Souldada niet de indruk gaven enige belemmering te ondervinden van de krappe ruimte in het strandpaviljoen. Alleen wie later binnen kwam druppelen, moest achterin staan, en zag wellicht niet alles. Maar het ging dan ook voornamelijk om de muziek. In Cancão wordt in een uur tijd een muzikale wereldreis gemaakt. Begonnen wordt met Friese muziek, waarna onder meer muziek uit verre Europese uithoeken, Zuid-Amerika en Afrika aan bod komen. De zangeres van het stel heeft duidelijk een uitgebreide talenknobbel, en een passie voor het zingen. Zo erg zelfs dat de groep een voorzorgsmaatregel heeft getroffen om te voorkomen dat ze te lang door zingt: aan het eind komen twee danseressen van achter het publiek tevoorschijn die de zangeres in een net vangt en meesleept naar buiten. Gelukkig wist ze zich snel te bevrijden, want het publiek vroeg terecht om een toegift. Wie van swingende wereldmuziek houdt, moet dit zeker bekijken. StraattheaterOerol is natuurlijk groot geworden dankzij het straattheater, waar het allemaal mee begon. Eén van die straattheater-acts is HEK van het gezelschap De Stijle, Want... Het is vrij eenvoudig: twee gemeentewerkers zijn met een dranghek de straat af aan het zetten waar zij dit nodig achten. Voornamelijk voor sloopwerkzaamheden: om de onzichtbare muren tussen mensen te slopen. Vuur is altijd al geliefd bij straattheater-artiesten, net als onderbroekenhumor. Zo ook bij Bobarino Gravittini die zijn Big Underwear in de fik zet, en de Flamme Fatale a.k.a. Marian en Marianne die tussen de hete vlammen koorddansend poi doen met vuurballen.
Maar omdat dat natuurlijk lang niet indrukwekkend genoeg is, is er ook nog een voorstelling genaamd Bobarino Meets Flamme Fatale: The Big Underwear Fire Institution. Meer van Bobarino's scheetgrappen en meer vuur. We krijgen het er warm van, en dat mag ook wel, want de zon blijft de grote afwezige. Voor straattheater is ruimte genoeg op Oerol. Voor het publiek zelfs ook. Tegen de muur van de Brandaris in Terschelling-West is zelfs een complete tribune gebouwd voor het publiek van straattheatervoorstellingen. FestivalgevoelWie aan grote festivals denkt, denkt waarschijnlijk meteen aan een groot podium met artiesten, bierstandjes en eettentjes op een groot veld waar veel mensen naartoe stromen. Oerol heeft ook twee van dat soort locaties: de Westerkeyn in Midsland en het Groene Strand in Terschelling-West. Bij de Westerkeyn treden wat kleinere bands op en zijn wat exotische restaurantjes en het mediacafé opgebouwd, alwaar 's middags Omrop Fryslân live uitzendt en verschillende artiesten en medewerkers interviewt, hoewel grotendeels in het Fries (maar aan het eind van de middag op groot scherm herhaald met Nederlandse ondertiteling). Op het Groene Strand, vlakbij de haven en het busstation van Terschelling-West, treden grotere bands op en is zondagavond de 'grand finale' van het festival op dit strand.
Ik zou zó weer terug gaan om de rest te bekijken, want in één dag kun je onmogelijk alles zien, en het meeste is zeker het bekijken waard. Er kleeft echter een groot nadeel aan Oerol: het is op een eiland, en niet het meest bereikbare. Dagelijks gaan er vijf 'normale' boten en vijf snelboten naar Terschelling. Het goedkoopste retourtje is ronduit duur te noemen: 22 euro voor de veerboot, voor de snelboot ben je nog eens vijf euro per vaart extra kwijt. Als je je bedenkt dat een goedkope kampeerplaats voor één persoon negen euro per nacht kost, ben je dus al ruim dertig euro kwijt voordat je ook maar iets gezien hebt. Voor verreweg het meeste moet je dan ook nog eens apart entree betalen. Dat maakt dat het festival eigenlijk niet toegankelijk is voor mensen met een laag budget. Voor wie het geld wel heeft (of toevallig in bezit van eigen boot) is het festival een aanrader. Eenmaal op Terschelling hoeft het niet zoveel te kosten; er zijn voldoende gratis voorstellingen, met name het straattheater en de optredens op het Groene Strand. Hou wel rekening met de lange vaartijd (2 uur voor de veerboot, 45 minuten voor de snelboot) en neem je tent mee, al helemaal als je niet in het Waddengebied woont.
|