![]() |
1ddRavagedigitaal
3 mei 2008d![]() ![]() |
|
Bijna een kwart van de bijzonder hoogleraren is afhankelijk van het bedrijfsleven. We kijken er al nauwelijks meer van op. Maar het zit het bijvoorbeeld met de onafhankelijkheid van de sociaal-wetenschappelijke adviesraden in Den Haag? door Ron Kretzschmar Melk is écht goed voor elk! Dat in zuivelproducten voedingsstoffen zitten waar we niet buiten kunnen, was aan de universiteit van Wageningen het thema van de intreerede van buitengewoon hoogleraar zuivelkunde Toon van Hooijdonk. Onderzoek van de Volkskrant wijst uit dat een kwart van de bijzonder hoogleraren in Nederland afhankelijk is van het bedrijfsleven. Universiteiten leveren in ruil voor geld een bijdrage aan onderzoek voor bedrijven als Campina of Unilever. De status van hoogleraar draagt bij aan het nieuwe toetje dat het bedrijf waar ze de leerstoel voor bezetten in de markt wil plaatsen. Daarnaast doen ze onderzoek voor de universiteit. Zijn dwarsverbanden met de universiteit en het bedrijfsleven ongewenst? Belangrijk fundamenteel onderzoek wordt in Nederland nog steeds door de overheid gefinancierd. De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen is het instituut dat een oogje in het zeil houdt. De boodschap van het artikel is dat wetenschappelijk onderwijs- en onderzoeksinstituten onafhankelijk dienen te zijn. Met deze hoogleraren wordt de mentaliteit van de markt binnen de muren van de universiteit geïntroduceerd. Maar hoe zit het met de mentaliteit buiten die muren? Duistere wereldVoor exacte wetenschappen is de onafhankelijkheid duidelijker aan te geven dan bij de sociale wetenschappen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de onafhankelijkheid van de sociaal-wetenschappelijke adviesraden in Den Haag? Volgens dezelfde redenering zouden de adviseurs van de regering en lokale overheden ook een bedreiging kunnen vormen voor de onafhankelijkheid en dus de democratie. De vele door de overheid betaalde adviesbureaus produceren jaarlijks talloze rapporten die meer politiek dan wetenschappelijk gehalte hebben. De adviesraden zijn evenals de buitengewoon hoogleraren veelal verbonden met hun opdrachtgevers; daar komt bij dat het om sociale wetenschappen gaat. Het is bekend dat in sociaal wetenschappelijk onderzoek gemanipuleerd kan worden met variabelen en meettechnieken. De Raad van Werk en Inkomen (RWI) lijkt gespecialiseerd in deze tak van sport (zie 'Reïntegratie wordt opgeleukt' ). Ook de twee grote broers van de RWI willen de weg nog wel eens kwijt raken. Twee jaar geleden rekenden de computermodellen van het Centraal Planbureau (CPB) en de Sociaal Economische Raad de dreigende vergrijzing door en kwamen op verschillende resultaten. Het CPB paste later zijn rekenmodellen aan – het veranderde 1,5 procent BNP in 3 procent - en kwam tot een tegenovergesteld resultaat. Wetenschappelijk adviesAls hoogleraar geschiedenis Frank Ankersmit van de Rijksuniversiteit van Groningen in de Volkskrant zegt dat de ideologie uit de politiek is verdwenen – politieke partijen vissen in dezelfde electorale vijver - , lijkt de ideologie weer te voorschijn te komen in de vermomming van wetenschappelijk advies. Volgens het onlangs verschenen rapport Dijsselbloem, zijn het ook de wetenschappelijke onderzoeken geweest die het onderwijs in de problemen heeft gebracht met de veranderingen in het verleden. Basisvorming, studiehuis, grootschalige scholengemeenschappen en het VMBO; beslissingen werden vooraf gegaan door wetenschappelijke onderzoeken, die zachtjes de politieke beslissingen in de Tweede Kamer moesten 'masseren'. [PDF bestand] Denken in abstracte modellen begint al vroeg in het curriculum. Ook de Arbeids & Organisatiepsychologie (A&O) maakt hiervan gebruik en is mede verantwoordelijk voor de uitdijende managementcultuur, die menig organisatie onwerkbaar maakt. Studenten raken vertrouwd met de gedachte dat het normaal is dat op een gemiddelde afdeling van een ziekenhuis met een personeelsbestand van 53 mensen 23 managers rondlopen. Wanneer je handboeken en casussen van de wetenschappelijk studie A&O bestudeert, begrijp je dat in modellen een ideologie verweven zit. Studenten worden 'opgevoed' met de gedachte dat knelpunten op de werkvloer te vinden zijn. Modellen lijken objectief door de methoden en technieken die gebruikt worden en krijgen dan wetenschappelijk gezag. Het waarheidsgehalte van de modellen wordt door deze schijnexactheid vergroot en er is weinig ruimte meer voor kwalitatieve benadering. MarktwerkingEen casus is dat van een vervoersbedrijf, gebaseerd op een werkelijk situatie. Ontstaan uit een fusie met twee regionale vervoersbedrijven, kreeg dat te maken met hoog ziekteverzuim. De A&O psycholoog wordt door het management ingehuurd en doet onderzoek naar de werkvloer. Jaren later als het bedrijf het water tot de lippen is gestegen komt het in het nieuws als vervoersbedrijf Arriva, een tak van Vancom dat betreffend busbedrijf Hermes had overgenomen. Nu blijkt het management alles te verwijten. Het materieel was zwaar verwaarloosd, de communicatie in het management meer dan slecht. De modellen die in de jaren '90 uit Amerika zijn overgewaaid, irriteren ook A&O psychologen zelf. In een Nieuwsbrief voor wetenschappelijk onderzoek van het Nederlands Instituut voor Psychologen van november 2006 staat: 'Broodje-aap-verhalen in A&O-psychologie. Sommige theorieën worden klakkeloos aangehaald en voor waar aangenomen. Terwijl er geen empirische onderbouwing is. Het is noodzakelijk dat kritischer gekeken wordt naar publicaties en dat er meer discussie is over onderzoek'. Je zou na dit citaat ook kunnen zeggen dat de modellen een uitkomst zijn voor managers die hun feilen willen wegwerken of uit eigen belang veranderingen willen doorvoeren.
|