1ddRavagedigitaal
16 mei 2008d![]() ![]() |
|
|
Vreemd eigenlijk, dat de Britse regisseur Mike Leigh als een sombere en pessimistische regisseur bekend staat. Terwijl zijn werk toch vol zit met humor, ook al is dat vaak humor van de gitzwarte soort. Volgens velen zou de nieuwe film van Leigh Happy-Go-Lucky zijn eerste feelgood movie zijn. Iedereen kent ze wel; mensen die altijd alles van de zonnige zijde zien, de eeuwige optimisten. Behoorlijk irritant en vermoeiend kunnen zulke mensen zijn. Poppy, de jonge vrouw en het belangrijkste personage in de film, is zo iemand. Aan het begin van de vertelling wordt de fiets van Poppy gestolen, ze kan slechts haar schouders ophalen, om vrolijk verder gaan waar ze mee bezig was. Tevens besluit ze om autorijles te nemen. Het lijkt een vreemde film in het oeuvre van Leigh. Niet omdat het een optimistische film is, maar omdat hij tergend lang weigert om in zijn kaarten te laten kijken. Hij speelt geraffineerd en uitgekookt met de verwachtingen van de kijker. Bovendien werken het eeuwige optimisme en de grappen en grollen van Poppy behoorlijk op de zenuwen. De gedachte dringt zich op dat achter haar zonnige façade wel eens een duistere wereld schuil zou kunnen gaan.
Als gedreven chroniqueur van de donkere kanten van het menselijk bestaan, heeft de regisseur natuurlijk wel het een en ander in zijn mars. Niet voor niets is Bleak Moments (1971) de titel van zijn debuutfilm. De meest intrigerende kant van het verhaal is, hoe hij de botsing tussen Poppy en de duistere onderstroom van de wereld vorm gegeven heeft. Haar interactie met de mensen in haar omgeving moet zorgen voor het drama, het onderwijs in alle mogelijke vormen dient dan als verbindend element. Ze is namelijk juf op een lagere school, ze volgt voor de grap les in flamenco-dans en neemt autorijlessen. Onderwijs geven aan kinderen symboliseert hoop en misschien een betere toekomst. Slim om een hoofdpersoon te creëren die juf is, een prostituee als hoofdpersoon zou wanhoop symboliseren. Ondanks haar guitige en schijnbaar onverantwoordelijke levenshouding is de 30-jarige Poppy een gedreven lerares in de metropool van Londen. Ze heeft hart voor haar pupillen, wat bijvoorbeeld blijkt uit de wijze waarop ze omgaat met een agressieve bullebak van een leerling. Wat er aan dramatische kracht in de vertelling schuilt, wordt vooral getoond door haar wekelijkse contact met een rij-instructeur.
Haar steeds hoger oplopende botsingen met deze paranoïde en racistische man zijn hilarisch, maar krijgen wel gaandeweg een angstaanjagende lading. Uit de manier waarop ze met dergelijke botsingen omgaat, haar optimistische levensvisie tegenover de ruwe zwartgalligheid van de rij-instructeur, wordt hoop gesteld tegenover wanhoop. Daarmee zijn we aanbeland bij een centraal thema in het werk van Leigh. Dan is Happy-Go-Lucky toch zonder voorbehoud een ware Leigh-film. Er zijn in zijn rolprenten altijd dwazen die tegen de ellende en uitzichtloosheid ingaan met hun onvermoeibare vasthoudendheid, om toch wat van het leven te maken. Doorgaan, ondanks alles, is een sleutelbegrip in het werk van de filmmaker. Daarom is zijn Life Is Sweet (1991) zo'n treffende titel die van toepassing lijkt op het gehele oeuvre van deze grote cineast. In interviews heeft Leigh te kennen gegeven, dat we af moeten van de groeiende mode om pessimistisch en somber te zijn. Grappig om dat te horen van de regisseur van Naked (1993), zijn indringende meesterwerk over de Apocalyps, suggereert juist het tegendeel. Maar het is de intense levenslust van Poppy, schitterend vertolkt door Sally Hawkins, die de meest sceptische toeschouwer zou moeten overhalen, om met een iets zonniger blik naar de wereld te kijken. Ulrik van Tongeren
|