![]() |
1ddRavagedigitaal
2 december 2008d![]() ![]() |
|
Het was geen verrassing dat Burma VJ – Reporting from a Closed Country van de Deense regisseur Anders Østergaard prijzen zou gaan winnen op het IDFA documentairefestival. Zaterdagavond won de film de hoofdprijs, de Joris Ivens Award, en de Movie That Matter Human Rights Award. Ongetwijfeld de belangrijkste film van het festival, is deze documentaire samengesteld uit beelden geschoten door Birmese jongeren tijdens de opstand tegen het Birmese regime in september 2007. DVB: Democratic Voice of Burma noemen deze jongeren zich. Ze gebruikten minicamera's. Via het internet werden de beelden Birma uitgesmokkeld. Ondertussen heeft het regime maatregelen genomen, en het internet op slot gegooid. Toch gingen in 2007 de beelden van de opstand de wereld rond, en nu is er Burma VJ, een verzameling van huiveringwekkende beelden.
Het zijn schokkerige beelden, waarmee getoond wordt hoe de Birmese politiemacht de opstand met extreem geweld neerslaat. Schokkend zijn de beelden van de executie van een Japanse cameraman, en het oppakken van de priesters, die een belangrijke rol speelden bij de opstand. Later drijven de lijken van de priesters in de rivier, de opstand werd neergeslagen. De documentaire is een indrukwekkend en aangrijpend document van de tomeloze moed van de opposanten van het wrede regime in Birma. Er waren tijdens het IDFA nogal wat documentaires te zien waarin het menselijk leed centraal staat: Birma, Noord-Korea en ook veel uit Afrika, vaak moeilijk te verwerken en te verteren documentaires. Toch belangrijk dat ze vertoond werden, hopelijk belanden er een aantal in de filmhuizen en op televisie. De Joris Ivens Special Jury Award ging naar Forgetting Dad van Rick Minnich, een van de beste egodocumentaires van het festival. Hierin behandelt de regisseur het geheugenverlies van zijn vader, en vraagt zich in dit persoonlijke onderzoek af of dat geheugenverlies wel echt is. Zonder in de valkuilen van sentimentaliteit te vallen is het een imponerende verkenning van persoonlijk verlies, en laat de toeschouwer genoeg ruimte om zelf conclusies te trekken.
Het festival bood ook een ontdekkingsreis op wat er in de wereld van het documentaire maken gebeurt. Daar zitten films tussen die nog dagenlang in het hoofd blijven rond dolen. Japan, A Love Story of Love and Hate is een typisch voorbeeld hiervan. De Britse filmmaker Sean McAllister bevond zich twee jaar in Japan om een documentaire te maken over het 'ware' karakter van het land. Er waren genoeg onderwerpen en mensen, maar niemand wilde meewerken. Dat heeft te maken met de gesloten Japanners, die moeite hebben zich bloot te geven. Tot McAllister op een opmerkelijk koppel stuitte. Yoshie is een 29-jarige vrouw, Naoki een 56-jarige man; ze hebben voor Japanse begrippen een ongewone relatie. Naoki was vroeger succesvol, nu is hij alles kwijt, inclusief zijn libido. De rollen zijn omgedraaid, Yoshie moet hem in leven houden. Als ze hem het huis zou uitgooien, belandt hij in de goot. De film geeft terloops een briljante inkijk in de gesloten en keiharde Japanse samenleving. Naoki laat zien hoe het toegaat op het kantoor waar hij een parttime baantje heeft. Daar heerst een meedogenloze tucht, en het wordt begrijpelijk waarom 36.000 Japanners jaarlijks zelfmoord plegen. De druk op de werkvloer is immens groot. Alleen als ze dronken worden laten Japanners de teugels vieren, stappen ze uit hun rol.
Die vreemde bijna sadomasochistische relatie tussen Yoshie en Naoki krijgt een hoopvolle wending aan het eind van de documentaire wanneer Naoki in opstand komt. Hiervoor maakt hij gebruik van de documentairemaker. McAllister is een gedreven filmmaker met een bijna meedogenloos journalistiek instinct. Hij weet niet alleen door te dringen in de persoonlijke levenssfeer van zijn onderwerp, maar ook de maatschappelijke context haarscherp te tekenen. Er waren niet veel documentaires te zien met een dergelijke scherpte en compassie. Het maakt ons nieuwsgierig naar de volgende editie van het IDFA, wat daar voor ontdekkingen te zien zullen zijn. Met 157.000 bezoekers was deze editie in ieder geval uiterst succesvol. Met de aantekening dat het festival uit zijn voegen begint te barsten, er zijn nu al te weinig bioscoopzalen om al die mensen te bergen. Interessant om te zien hoe het IDFA deze groei zal weten bij te benen in de toekomst. Ulrik van TongerenLees ook 'Openingsfilm maakt indruk op IDFA'en IDFA: Schrijnende tegenstellingen tussen arm en rijk
|