1ddRavagedigitaal
15-02-08d![]() ![]() |
|
|
De afgelopen jaren leken de broers Coen de weg enigszins kwijt geraakt met nietszeggende films als The Ladykillers. De rafelige ironie van die film, en enkele films daarvoor, heeft plaats gemaakt voor het schurende nihilisme en moralisme van hun nieuwste opus. De broers Coen schrikken er niet voor terug om lijken, bloed en sadistisch geweld te laten zien. Maar het is veeleer de suggestieve en tergend terloopse wijze waarmee dat alles wordt getoond die indruk maakt, maar zeker ook verontrust. Het drama speelt zich af op de desolate grens van Texas en Mexico in 1980. De Vietnam-veteraan Moss, gespeeld door Josh Brolin, stuit tijdens een jachtuitje op de uitkomst van een drugsafrekening: lijken en een grote zak geld. Dan ontspint zich een achtervolgingsverhaal, waar een angstaanjagende huurmoordenaar genaamd Chigurh (Javier Bardem) op de in feite ongelukkige vinder jaagt. Een oude sheriff achtervolgt op zijn beurt de twee. Tommy Lee Jones als de uitgebluste en filosofische sheriff Bell fungeert als het melancholische geweten van de vertelling. Gebaseerd op de gelijknamige roman van Comack McCarthy doet de film sterk denken aan het werk van Sam Peckinpah, regisseur van onder meer The Wild Bunch. De Coen's hebben gekozen voor een vergelijkbare filmgrammatica. Het gebruik van de weidse, desolate landschappen en de meedogenloze bloeddorstigheid in de films van Peckinpah moet zeker als een inspiratiebron gediend hebben voor deze productie. Wat de filmmakers bovendien verbindt is een zeker moralisme, en een nostalgische hang naar betere tijden. Joel (53) en Ethan (50) Coen vormen werkelijk een bijzonder koppel. Samen regisseren, produceren, schrijven en monteren ze hun films. Niemand weet wie wat doet, de broers vormen een ideale symbiose. Dat heeft de afgelopen 25 jaar een opmerkelijke reeks films in alle mogelijke genres opgeleverd. Blood Simple, Miller's Crossing, Barton Fink, Fargo en The Big Lebowski zijn enkele van hun opmerkelijkste werken. Eigenlijk werken ze buiten de mainstream - hun producties zijn nooit kassakrakers - toch hebben ze een absolute artistieke vrijheid bereikt. Hun films bruisen door de sprankelende vormgeving, de ironische dialogen en de doorleefde acteerprestaties. No Country for Old Men wijkt van hun vorige werk af door de serieuze, moralistische ondertoon. De terloopse wijze waarop huurmoordenaar Chigurh aan de lopende band slachtoffers maakt, is op de een of andere manier komisch. Of wellicht lacht de kijker nerveus de beklemmende invloed van dit personage weg. Een toekomstig slachtoffer vragen een muntje op te gooien; om te beslissen over zijn leven is zowel wreed als komisch. Die merkwaardige mengeling van tegenstrijdigheden geeft de film een intrigerende subversieve lading. Sheriff Bell vraagt zich in de film dan ook hoofdschuddend af waar dat nieuwe extreme geweld vandaan komt. Heeft dat te maken met opvoeding van jongeren, en de alom tegenwoordige drugshandel in het grensgebied? Er zit in de film de noodlotfilosofie ingebakken dat het tomeloze geweld er altijd al was, de Amerikaanse natie is hiermee tenslotte opgebouwd. Dergelijke gedachten maken dit onmiskenbare meesterwerk tot een verontrustende kijkervaring. Ulrik van Tongeren
|