1ddRavagedigitaal 25 juli 2008Print deze pagina | |||||||||||||||||||||||||
|
Hopkins: Lokale economie oplossing voor peakoil en klimaatcrisis Transitie-initiatieven stellen zich een erg ambitieus doel: hun eigen stad of dorp voorbereiden op de combinatie van een permanente oliecrisis, de klimaatcrisis, en de noodzaak aan een economie te bouwen die niet afhankelijk is van fossiele brandstoffen. door Peter Polder Rob Hopkins, een 38-jarige permacultuurspecialist, startte in 2006 in het plaatsje Totnes in het district Devon, Zuid-Engeland een ecobeweging. Het doel van permacultuur is samenwerking tussen de mens en haar omliggende natuur gericht op een lange termijn overleving. Met permacultuur ontwerp je een functioneel systeem om de mens heen met de sterkte en veerkracht van een ecosysteem. Totnes Town wordt nu Transition Town Totnes genoemd, een gemeenschapsgebeuren bij uitstek. Mensen organiseren zichzelf in kleine themagroepen en comités die elk hun eigen bijdrage leveren aan het transitiegebeuren. In Totnes heb je themagroepen zoals Building & Housing, Health & Wellbeing, Food en Heart & Soul. Het transitiesysteem verspreidt zich als een olievlek door Groot-Brittannië. Al meer dan 50 dorpen en steden zijn hun eigen transitie-initiatief gestart, in honderden anderen staan nieuwe initiatieven op uitbreken. Onder hen ook grote steden als Bristol en de Londense wijk Brixton. Ook in Nieuw Zeeland en Australië loopt men er inmiddels warm voor. PeakoilDe maatschappij heeft zich met peakoil behoorlijk in de problemen gewerkt, en de effecten die dat zal opleveren zijn overweldigend. Er zijn dan ook legio films en boeken te vinden over hoe erg het allemaal wordt. Vaak eindigen dat soort boeken met een kort en ongeloofwaardig verhaaltje over spaarlampen en hybride auto's. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat die de wereld niet gaan redden. Publicaties die serieus op mogelijke oplossingen ingaan, zijn een stuk zeldzamer. Vaak zijn dat prachtige technologische verhandelingen die er blijkbaar vanuit gaan dat 'iemand' of 'ze' een prachtig plan in werking zetten om met allerlei technische snufjes of dwingende wetten de wereld te gaan redden. Dit soort plannen werken in de echte wereld nooit. Simpelweg omdat ze geen enkele rekening houden met de werkwijze van de politiek, met allerlei belangengroepen en machtsblokken die zich verzetten tegen verandering, met de culturele weerzin tegen de noodzakelijke individuele gedragsverandering en met het feit dat het ombouwen van onze energie-infrastructuur, onze huizen en onze auto's naar niet-fossiele brandstoffen een enorme investering vragen in geld, tijd en energie. Wie zich dat realiseert heeft soms de neiging bij de pakken neer te gaan zitten. Niet Rob Hopkins. Nog maar enkele jaren geleden zag hij voor het eerst The end of suburbia de inmiddels klassieke peakoil-documentaire die vooral laat zien wat er misgaat als de olieproductie begint in te zakken. Met een aanstekelijk optimisme begon hij te werken aan oplossingen. VeerkrachtOp de eerste plaats bedacht hij dat we niet kunnen wachten op de rest, zo lezen we in zijn Transition Handbook. Wachten tot iemand anders, de regering, het bedrijfsleven het voor ons oplossen, daar is het te laat voor. Het is vijf voor twaalf. Je zult het zelf moeten doen. Proberen de hele maatschappij te veranderen is onmogelijk. Beginnen in je eigen dorp of stad werkt wel. Wat Hopkins opviel is dat peakoil voor veel mensen een stimulans is om daadwerkelijk hun gedrag aan te passen. De reden daarvoor is simpel. Als je je auto inruilt voor een fiets vanwege de klimaatcrisis dan doe je dat vooral voor de rest van de wereld. Het directe effect is nauwelijks zichtbaar. Als je beseft dat de olieprijs zó duur wordt dat die auto binnenkort stil komt te staan, dan is een fiets kopen een investering in je eigen toekomst. Maar Hopkins gaat een paar stappen verder. Hij neemt het ecologische begrip 'veerkracht' als uitgangspunt voor zijn transitiestrategie. Veerkracht betekent dat een (eco)systeem sterk genoeg is om een shock te weerstaan. En die veerkracht haalt een systeem vaak uit diversiteit, in plaats van afhankelijk te zijn van energiebronnen die van ver komen en uitputbaar zijn. Vertaald naar de maatschappij betekent dit dat een economie die lokaal is georganiseerd een flinke crisis kan doorstaan. Zo'n economie is niet afhankelijk van fossiele brandstoffen en kan in geval van nood de meest essentiële zaken zelf produceren. Oftewel: voedsel, bouwmateriaal en energie moeten weer (grotendeels) uit de eigen omgeving gehaald worden. Gecombineerde aanpakNog niet zo heel lang geleden (50 à 60 jaar terug) functioneerden ook de westerse economieën op die manier. Daarna is alles weggevaagd als gevolg van de globalisering, aangedreven door goedkope fossiele brandstoffen en dito arbeidskrachten. Nu iedereen zich helemaal blind staart op de klimaatcrisis, wordt die veerkracht vaak uit het oog verloren. En dat is in de ogen van Hopkins een cruciale fout. Je krijgt oplossingen zoals het onder de grond opslaan van CO², emissiehandel en een revival van nucleaire energie. Fixatie op peakoil leidt tot teerzanden, het omzetten van steenkool in benzine of het omzetten van voedsel in benzine. Maar indien de klimaatcrisis en peakoil in combinatie worden aanschouwd en aangepakt, zal dit volgens Hopkins leiden tot een lokalere economie, verhandelbare energiequota, decentrale energie opwekking, lokale munteenheden en een geplande aanpak om fors minder (fossiele) energie te gaan gebruiken. In zijn The Transition Handbook beschrijft hij tevens de processen die nodig zijn de instelling van de mens te veranderen. Hopkins analyseert de 'post petroleum stress disorder'; wat er met mensen gebeurt op emotioneel vlak als ze door krijgen wat klimaatverandering en peakoil voor hen betekent. Veel mensen haken af en kiezen er voor om het te negeren, anderen klampen zich vast aan onhaalbare of irreële oplossingen als waterstof of 'vrije energie', en sommigen willen de heuvels in vluchten. Begrijpelijke emoties, aldus Hopkins, maar ze beïnvloeden de wijze waarop we omgaan met die problemen sterk. In veel opzichten lijkt ons energiegebruik op een verslaving. Het is daarom interessant om te kijken of afkickmethodes die in de verslavingszorg ontwikkeld zijn ook bruikbaar zijn voor energieproblemen. StappenplanHopkins haalt er het werk van de Chris Johnstone bij. Deze psycholoog beschrijft de verschillende stappen die nodig zijn voor gedragsverandering. Stap 1 is dat je begrijpt dat je een probleem hebt en daar iets aan moet doen, bij stap 2 denk je na over verandering, met stap 3 bereid je je daarop voor, terwijl je met stap 4 overgaat tot actie. Met stap 5 probeer je die verandering vast te houden en stap 6 doet je beseffen dat je soms terug kan vallen en de cyclus nog een keer over moet doen. De strategie van de milieubeweging is vaak gebaseerd op stap 1 en 2, om vervolgens direct over te gaan naar stap 4 en het daar bij laten. Iets dat volgens Hopkins vaak niet werkt. Een model dat Chris Johnstone daarnaast legt is FRAMES. De 'F' staat voor Feedback, oftewel een eerlijk beeld geven van het probleem van de patiënt (zijn olieverslaving); de 'R' voor Responsibility (eigen verantwoordelijkheid nemen); de 'A' voor Advice (advies) over hoe daar mee om te gaan; de 'M' voor menu van options, meerdere mogelijkheden om van zijn olieverslaving af te komen; de 'E' voor Empathy, oftewel in plaats van mensen te vertellen wat ze moeten doen, met mensen mee denken over wat ze kunnen doen; en de 'S' voor Self Efficay (eigenwaarde), mensen het gevoel geven dat ze de stap kunnen maken. Centraal hierbij is een positieve visie. Oplossingen zijn mogelijk en haalbaar. Doomsday is geen optie. Een van de manieren die de Transtion Initiatives daarvoor gebruikt is het met buurtbewoners gezamenlijk uitwerken van visies op de toekomst van hun eigen dorp of stad met veel minder energiegebruik. VergelijkingHopkins
zet daarbij een interessante vergelijking op tussen 'klassiek milieuactivisme'
en het transition town model. Een die voor mij als milieuactivist
een eye opener was. Het is weliswaar een extreme versimpeling van
de werkelijkheid, maar wel een die daardoor duidelijkheid verschaft.
Handleiding De rest van het boek licht Hopkins stap voor stap (12 in totaal) toe hoe je je eigen transition initiative opzet. Kort gezegd (maar lees zeker het hele boek als je aan de slag wilt) betekent dat eerst het voeren van een intensieve campagne om mensen te informeren en te netwerken. Vervolgens zet je binnen de lokale gemeenschap een aantal denktankjes op om hardop na te denken over lokale oplossingen. Van daaruit wordt er een plan opgesteld om veel minder energie te gaan gebruiken en de lokale veerkracht terug te krijgen, inclusief initiatieven om dit met betrokken groepen ook daadwerkelijk in gang te zetten. Denk daarbij aan het opzetten van een lokale munteenheid (samen met lokale middenstanders en de kamer van koophandel) en het opzetten van trainingen rond het energiezuiniger maken van het eigen huis. Kortom, het is een echt doe-boek. Een aanrader voor iedereen die niet bij de pakken neer wil gaan zitten en iets wil gaan doen aan de klimaatcrisis en peakoil.
Uitgeverij Green Books , ISBN 978 1 90032218 8. Eind van dit jaar zal een Nederlandstalige editie verschijnen bij uitgeverij Jan van Arkel.
Meer info over Transitions Towns. Meer (Nederlandstalige) informatie over peakoil op deze website. Lees
of bestel ook de bruchure 'Regionalisering als alternatief voor
|