![]() |
1ddRavagedigitaal
1 decemeber 2008 d![]() ![]() |
|
Politici verlangen in toenemende mate dat reïntegratie richting arbeidsmarkt beter meetbaar wordt gemaakt. Onderzoekers hanteren vervolgens methodes waarbij ruis in het onderzoeksmodel vermeden dient te worden. Manipulatie ligt op de loer. door Piet van der Lende & Ron Kretzschmar
"Exact! Maar het gaat niet om de eindfase, maar om de meetmomenten die zich zullen voordoen in de tussenfasen. Daar spelen zich processen af die waardevolle informatie gaan opleveren." Deze woorden zouden 6 november jl. uitgesproken kunnen zijn door een onderzoeker van de faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. De eindrapportage Competentieontwikkeling en Reïntegreerbaarheid van DWI-klanten, werd die dag gepresenteerd aan de wethouder van Sociale Zaken. Dienst Werk en Inkomen (DWI) had de opdracht hiertoe gegeven. Doel is reïntegratie richting arbeidsmarkt beter meetbaar te maken dan op dit moment mogelijk is. Voortbordurend op Stichting Economisch Onderzoek (SEO) in 2006, analyse van in- en uitstroom van klanten, heeft er toe geleid dat een trapsgewijs geconstrueerd onderzoeksmodel het licht heeft mogen zien. In volle glorie staat het als een centerfold paginabreed afgebeeld op de helft van het rapport. Wanneer je onbevangen het rapport inkijkt en wordt geconfronteerd met het ingenieuze onderzoeksmodel, dan doet het denken aan een uitvinding van de boosaardige professor Lupardie uit de (strip)avonturen van kapitein Rob. [PDF] WetenschapsopvattingDe wetenschapsopvatting en onderzoeksmethode die de faculteit der Gedragswetenschappen hanteert, is ontleend aan de natuurwetenschappen: ruis in het onderzoeksmodel dient vermeden te worden. Een factor die ruis gaat veroorzaken is bijvoorbeeld de gemiddelde leeftijd van de deelnemers, die is 45,3 jaar. Daar wordt verder geen aandacht aan besteed. Het is bekend dat werkgevers (langdurig) werklozen boven de veertig jaar niet interessant vinden; ze circuleren daarop verplicht in de trajectencarrousel, werken met behoud van uitkering en worden zo nog minder interessant voor de normale arbeidsmarkt. De treden zélf veroorzaken ook ruis. De onderzoekers beweren dat trede 1 en 2 nader dienen te worden onderzocht. Hier bevinden zich zieke mensen. Men denkt echter dat mensen die niet werken daardoor ziek zijn, en zieke mensen die werken daardoor weer beter worden. Volgens een rapport van de Rekenkamer Amsterdam (Reïntegratie. Begeleiding van bijstand naar werk, 2007) worden klantmanagers niet zelden onder druk gezet om een 'traject te vullen' wanneer dat 'achterblijft bij de contractafspraak' [PDF pagina 74]. Twee hypothesen zouden daarom moeten worden toegevoegd: Worden in trajecten gedrongen gezonde mensen ziek? Worden in trajecten gedrongen zieke mensen nog zieker? De enige functie van trede 1 en 2 lijkt de 'eigen werkgelegenheid' die rond de trajectenindustrie is georganiseerd: onderzoek, trajecten en afdelingen, vacatures voor maatschappelijk werkers, consulenten, trajectbegeleiders, nieuw onderzoek enzovoorts. Dan komen we bij de factor die de meeste ruis oplevert: de klantmanager. Waarschijnlijk omdat de DWI opdracht gaf, wordt deze belangrijke schakel niet erg kritisch benaderd. Maar verleden jaar nog veroorzaakten klantmanagers volgens de Rekenkamer behoorlijke ruis. Een samenvatting: de klantmanager heeft geen tijd zich te verdiepen in de klant en geen kennis van de arbeidsmarkt en het onoverzichtelijk aantal wisselende trajecten. Het ontbreekt ze aan ondersteuning en hebben daardoor 'beperkt evaluatief en lerend vermogen'. (p9). Statistiek, piskijken of politiek?"Waarde collega, hier kan alleen sprake zijn van een onbekende uitheemse ziekte." Rechts op de voorgrond staat de chirurgijn en houdt het urinaal tegen het licht; hij kijkt met diepe frons in zijn voorhoofd naar het bolvormige flesje met gele vloeistof. Links op de achtergrond ligt de patiënt in bed met bezorgd kijkende mensen aan het voeteneind. De chirurgijn beoefent de 'uroskopie' – het deftige woord voor 'piskijken'. Sociaalwetenschappers zijn te vergelijken met de chirurgijn op de prenten en schilderijen uit 17e eeuw. Ze hanteren statistische methoden om uitspraken over aantallen en groepen te doen. Achter theorieën gaan niet zelden politieke opvattingen of druk van opdrachtgevers schuil, die men zich niet altijd realiseert. Manipuleren is niet moeilijk; een klein verschil in percentage kan grote politieke gevolgen hebben. Het Centraal Planbureau (CPB), Raad van Werk en Inkomen (RWI) en SEO produceren rapporten die elkaar tegenspreken. De SEO is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam en onderzoekt voor overheid en bedrijfsleven. Wanneer men de rapporten over drie jaar doorkijkt, dan vallen de 'gelegenheidsallianties' op (RWI, SCP, CPB) en de niet zelden tegensprekende uitkomsten over een zelfde onderzochte groep en periode. Dit 'politieke gecijfer' geldt eveneens voor een nieuwe ster aan het firmament, het Nicis Instituut. Deze denktank richt zich 'op het versterken van sociale en economische kracht van grote steden'. Onlangs heeft Nicis een onderzoek gepubliceerd over reïntegratie, waarbij het tot kosten van 537.000 euro per persoon kwam. Deze stoere rechtse onderzoeksploeg onder leiding van een Groningse hoogleraar, die het liefst uitkeringen wil afschaffen, maakte eerder een fraaie opmerking met een verwijzing naar hun vorig onderzoek. Die zou men als volgt kunnen samenvatten: zonder deze mensen, zou de Zuiderzeelijn er zijn gekomen. Andere belangenDe gemeente Amsterdam kwalificeert het Nicis-rapport als "wetenschap van de koude grond" en minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken beschouwen de nieuwe denktank als "wetenschappelijk omstreden". Zij komen maar tot kosten van 27.000 euro per persoon en 50 procent vindt wel degelijk een baan. Politici hebben andere belangen en hun ambtenaren hebben waarschijnlijk de 'eigen werkgelegenheid' van de trajectenindustrie meegeteld waardoor een uitstroom van amper 3 procent kon oplopen tot 50 procent. De SEO en het CPB rekenen blijkbaar weer anders, want zij komen tot kosten van 125.000 euro per persoon. Soms weten onderzoekers niet dat er een 'politiek bedoeling' achter het model kan schuilen, en lijken bedoelingen oprecht. "Ik probeer juist nieuwe, betere manieren te vinden die zowel mensen zonder werk als de maatschappij verder kunnen helpen", zo liet een onderzoekster van de faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam ons weten als reactie op onze kritiek op het rapport Competentieontwikkeling en Reïntegreerbaarheid van DWI-klanten. De Amsterdamse Bijstandsbond heeft een kleine enquête gehouden onder 128 mensen met een uitkering. Vrijwel alle ondervraagden hebben negatieve ervaringen met de klantmanagers en 93 procent heeft geen vertrouwen in de DWI. Het overgrote deel van de geënquêteerden meer dan twee trajecten gevolgd en 12 procent meer dan vijf. Voor een traject moet vrijwilligerswerk of mantelzorg worden opgegeven; men vindt dat echter zinvoller dan trajecten, respectievelijk 71 procent en 95 procent. Hoewel de meerderheid niet te maken heef met strafmaatregels en kortingen, is 76 procent daar bang voor. Dat hangt voortdurend als een dreigende wolk boven het hoofd.
|