1ddRavagedigitaal 18 september 2008 dPrint deze pagina | |
|
Naar aanleiding van een politie-inval vorig jaar bij een discotheek in Amsterdam hebben vier personen de Nationale Ombudsman gevraagd onderzoek in te stellen naar de gebeurtenissen in die bewuste nacht. Hierbij werden 250 discogangers gecontroleerd, waarna 103 van hen in Vreemdelingenbewaring zijn geplaatst. Een onthutsende reconstructie. door All Included In de nacht van 15 op 16 juni 2007 vindt er tijdens een Afrikaans feest in het Grand Café Het Vervolg in Amsterdam Zuidoost een grootschalige politiecontrole plaats. Tweehonderdvijftig personen worden op grond van de Vreemdelingenwet gecontroleerd op het bezit van een verblijfsvergunning, waarna 103 mensen in Vreemdelingenbewaring worden geplaatst. Deze 'razzia' heeft tot veel commotie geleid in de Afrikaanse gemeenschap en daarbuiten. Er was veel verwarring over het doel en het resultaat van de actie. En er werd heftig geprotesteerd. Vier 'slachtoffers' dienen een jaar later een klacht in bij de Nationale Ombudsman omdat zij niet tevreden zijn met het onderzoek wat de politie heeft gedaan naar haar eigen functioneren. Tevens zijn bij de klacht twee verklaringen bijgevoegd over de wijze van uitzetting. Actiegroep All Included die opkomt voor de rechten van migranten zonder papieren begeleidt deze mensen in hun aanklacht. Tevens dient All Included zelf een klacht in bij de Ombudsman nu het gelukt is een totaalbeeld te geven van alle aspecten die de inval met zich mee heeft gebracht. RazziaGrand Café Het Vervolg is onderdeel van de Arena Boulevard, een gebied voor winkelen en uitgaan in Amsterdam Zuidoost. Vrijdag 15 juni 2007 vindt er een Afrikaans concert plaats. Rond middernacht zijn er zo'n 250 mensen aanwezig in het Vervolg, waaronder Nigerianen, Ghanezen, Nederlanders, Senegalezen, Filippijnen. Het feest begint aardig op gang te komen, de shows zijn begonnen, de stemming is goed. Rond één uur ’s nachts komen plotseling tientallen agenten het café binnen, buiten omsingelen arrestantenbusjes, cellenbussen, politiewagens en politie te paard het gebouw. De deuren gaan op slot. De straten rondom Het Vervolg worden afgezet. Blaffende herdershonden springen tegen de ruiten op, twee ambulances, een groep ME'ers uit de binnenstad en rechercheurs van het Bureau Zware Criminaliteit voegen zich bij de omsingeling. Binnen moet de muziek uit. Maleke, die bij het podium staat en zojuist het publiek aan het lachen heeft gebracht, vraagt in de microfoon wat er gaande is. Een veertigtal agenten mengt zich in het publiek. Van de bovenverdieping worden mensen gehaald, iedereen moet in de ruimte voor de bar staan, in het zicht van de politie. Niemand snapt wat er aan de hand is. Binnen gaan de grote lichten aan. In totaal nemen tachtig agenten van politie Amsterdam-Amstelland deel aan de actie, te weten Bureau Vreemdelingenpolitie, Bureau Financieel Economische Recherche, Dienst Executieve Ondersteuning. De inval draagt codenaam Phantom. De lokale tv-zender AT5 is aanwezig daar het van tevoren over de op handen zijnde inval was ingelicht. Pas na twintig minuten richt de politie zich tot het publiek met meer informatie en worden flyers uitgedeeld met 'uitleg' over de inval. Een agent neemt plaats op het podium en kondigt middels de aanwezige geluidsinstallatie aan dat iedereen ter plekke moet blijven om zijn identiteitsbewijs te tonen en zich rustig moet houden. "Hier spreekt de politie. Dit is een controle op grond van de Vreemdelingenwet. Iedereen met de Nederlandse nationaliteit dient zich kenbaar te maken bij de politie door zijn of haar hand op te steken. Iedere vreemdeling wordt staande gehouden op grond van artikel 50, lid 1 van de Vreemdelingenwet 2000. U dient te blijven op de plaats waar u zich nu bevindt. Als u in het bezit bent van een paspoort/identiteitsbewijs of vreemdelingendocument, moet u dit gereed houden voor controle." Aparte groepenDe feestgangers dienen zich vervolgens te scheiden, te weten: Nederlandse mensen, buitenlandse mensen met identiteitsbewijs en buitenlandse mensen zonder identiteitsbewijs. Bij de ingang zijn twee grote tafels waaronder een biljarttafel aan de kant geschoven en zijn twee controlepunten opgezet met apparatuur om identiteitsdocumenten te kunnen controleren. De aanwezige bedrijfsleider wordt hiervoor geen toestemming gevraagd, evenmin krijgen zij een document getoond aangaande de binnentreding. Achter het podium, dat op het terras is gebouwd, is een plons te horen. Twee feestgangers zwemmen onopgemerkt hun vrijheid tegemoet. Het café zit samen met een aantal kantoorgebouwen aan een meertje. Een derde wordt door de politie uit het water gehaald. De actie wordt uitgevoerd omdat er vermoedens zijn dat het café een verzamelplaats is voor criminele illegale vreemdelingen, zo staat in Engels en Nederlands te lezen op de rondgedeelde folder. De aanwezigen zijn verbijsterd en teleurgesteld dat een dergelijke actie op een feest in een publieke ruimte plaats vindt. Voor velen is Het Vervolg een tweede huiskamer. De controle begint. De aanwezigen met een Nederlands identiteitsbewijs worden opgedragen zich als eersten te melden bij één van de controlepunten. Sommige echtparen worden gescheiden omdat de een Nederlands is en de ander niet. Degene met buitenlandse identiteitspapieren aan de ene kant van de zaal, de ander aan de overzijde. Alexandra Janssen, een blonde vrouw met de Nederlandse nationaliteit, heeft haar papieren niet meegenomen, ze ging immers naar een feest. Zij wacht daarom geduldig om te kijken wat er met haar gaat gebeuren. Na een tijdje wordt zij eruit gepikt en naar het controlepunt geroepen. Zij zegt dat zij haar papieren thuis heeft laten liggen. "Maakt niet uit, u kunt gaan", wordt haar gezegd. Daarop wordt zij boos, ze ziet hoe andere mensen met een andere huidskleur uitgebreid gecontroleerd worden. Ze zegt dat de agenten racistisch bezig zijn: "Het lijkt wel een razzia." Hierop is het antwoord: "Mevrouw, wees blij dat u mag gaan. En nu moven." Alexandra moet dan wel vertrekken, noch haar naam noch andere gegevens worden genoteerd of gecontroleerd. Ook een andere witte vrouw en een aantal Surinaamse vrouwen zijn vrij snel buiten, zonder dat zij papieren op zak hebben. TijdrovendDe controles nemen veel tijd in beslag. Onderhand worden aanwezigen met een niet-Nederlands identiteitsbewijs en verblijfstitel toegelaten tot de controlepunten. Het geheel speelt zich in een chaotische sfeer af. Naarmate de tijd verstrijkt wordt de sfeer heftiger en de emoties lopen op. De Sierra Leoonse zangeres Morisadatu die het voorprogramma verzorgde: "We zaten als sardientjes in een blik en moesten uren blijven staan, niemand mocht zelfs naar de wc." Er is een vrouw die in haar broek plast en in een hoek van de ruimte wordt op de grond geplast. De bedrijfsleider smeekt de agenten om mensen naar de wc toe te laten. Uiteindelijk wordt dit toegestaan. Mensen die moeten plassen, worden begeleid door een agent naar de wc's gebracht. Sommige mensen wachten twee uur voor zij aan de beurt zijn. Het is bovendien erg warm in de ruimte, maar er mag geen raam of deur open. Sommige mensen huilen, anderen raken in paniek. Drie mensen, twee vrouwen waarvan een zwanger en een man, worden onwel. Eén persoon wordt door de GGD ter plaatse hulp verleend - een man staat bij deze persoon te huilen - en wordt daarna naar het ziekenhuis overgebracht. Veel mensen zijn druk aan het bellen naar buiten. Familie en vrienden worden midden in de nacht wakker gebeld met het nieuws van de inval en de vraag of zij papieren willen brengen die de legale status aantonen. Langzamerhand begint het daarom ook buiten drukker te worden. Mensen komen gealarmeerd kijken wat er aan de hand is. Sommigen willen identiteitsbewijzen geven aan de mensen binnen maar de agenten die buiten staan willen ze niet aannemen. De bedrijfsleider is bij de controletafels aanwezig. Hij mag geen contact onderhouden met de rest van het personeel. Buiten hoort hij veel mensen schreeuwen. Ze blijken naar de politie binnen te zwaaien met identiteitspapieren van bezoekers. Pas na lang aandringen van de bedrijfsleider worden deze papieren aangenomen. Degenen die de politie binnen heeft laten gaan, staan buiten geschokt na te praten. In de drukte en chaos wordt een ambulancebroeder van de GGD door een politiehond gebeten en moet behandeld worden. In de boeienArtiest Maleke staat bij het podium wanneer de politie binnenvalt. Als de agenten naar hem toe komen vertelt hij hen dat hij een artiest is van de avond. Hij vraagt hen waarom de politie binnenvalt. Hij krijgt geen antwoord. Hij wordt naar een agent gebracht waar híj een aantal vragen moet beantwoorden. Ondanks het feit dat hij een paspoort heeft met een Schengenvisum wordt hij aangehouden. Hij wordt gedwongen zijn riem en schoenveters af te doen en deze in een plastic zak te deponeren waarop het cijfer 22 staat geschreven. Vervolgens wordt hem opgedragen deze zak met nummer voor zijn borst onder zijn kin vast te houden voor het nemen van een foto ten overstaan van andere aanwezigen. Dit overkomt iedereen die aangehouden is, wat als zeer vernederend wordt ervaren. Maleke weigert het nummer vast te houden: "Waarom willen jullie deze foto nemen? Waarom ben ik aangehouden? Ik ben hier om op te treden. Ik ben geen crimineel, dus ik hoef ook niet als een boef op de foto." Zes agenten werken Maleke vervolgens met grof geweld tegen de grond, ondanks het feit dat hij geen brede sterke man is. Nog twee andere agenten staan erbij. Zangeres Morisadatu die in de buurt staat, wil het gewelddadig optreden filmen met haar telefoon, maar een agente houdt haar tegen en zegt dat er niet gefilmd mag worden. Maleke schreeuwt dat hij geen crimineel is. Hij wordt zo hard boven op zijn nek en romp gedrukt dat hij het gevoel heeft dat zijn ogen uitvallen. Hij moet diep naar adem snakken. Hij loopt hierbij een aantal kneuzingen op. Maleke wordt in de boeien geslagen, zijn paspoort wordt afgenomen en hij wordt naar één van de meer dan twaalf arrestantenbusjes gebracht. Hij wordt in een zeer krappe eenpersoonscel geplaatst van een grote cellenbus. Daar moet hij, net als vele anderen, naar eigen zeggen vier of vijf uur wachten onder zeer oncomfortabele omstandigheden voordat de bus hen naar het Uitzetcentrum Schiphol brengt. Uitzetcetrum Schiphol Uren gaan voorbij. De feestgangers in het Grand Café worden ongeduldig en boos, de politie is mensen in de rij aan het duwen. Er wordt geschreeuwd. Tenslotte blijven degenen over die de papieren thuis hebben gelaten en degenen die geen geldige verblijfstitel hebben. Per vijf à zes personen worden zij gevraagd naar voren te komen. Ze worden gefouilleerd, al hun bezittingen worden hen afgenomen inclusief veters en riemen. Ook zij moeten allen met nummer op de foto ten overstaan van anderen. Ook worden ter plekke vingerafdrukken afgenomen en handboeien omgedaan. Sommige geboeide mensen worden hardhandig de bussen in gesleurd. Twee agenten die de papieren controleren krijgen onderling onenigheid over de foto op een identiteitsbewijs. Lijkt de persoon nou wel of niet op degene op de foto? Voor de zekerheid wordt hij toch aangehouden. Zij gaan allemaal mee naar Uitzetcentrum Schiphol voor verder onderzoek. Voor degenen die niet beschikken over een verblijfstitel zal dit voorlopig het laatste feest zijn wat ze meemaken, maanden in detentie en gedwongen uitzetting liggen in het verschiet. Als iedereen opgepakt en weggevoerd is, wordt het hele café met zaklampen en honden doorzocht. Er worden geen wapens of drugs gevonden. Ook voor dit doorzoeken is geen toestemming gevraagd aan eigenaar/manager en is geen bevel of toestemming op schrift getoond. Als de actie afgelopen is, is het acht uur in de ochtend. Afdeling bolletjesslikkersVisat Lagu is een Nigeriaanse bezoeker die samen met zijn vriendin naar het feest is gekomen. Direct na de inval gooit een agent het eten en de drankjes weg die hij met zijn vriendin aan het nuttigen is. Hierop reageert Visat met de woorden: "Waarom wordt een gezellig feestje verstoord en worden onschuldige mensen als criminelen behandeld?" Ondanks het feit dat hij asielpapieren bij zich heeft waaruit blijkt dat hij een kandidaat voor het Generaal Pardon is, wordt hij aangehouden, met nummer op de foto gezet, vingerafdrukken afgenomen en handboeien omgedaan. Hij heeft geen verzet geboden. Het is de eerste keer in zijn leven dat hij in de cel zit. In de cellenbus zit hij in een zeer krappe cel van twee uur 's nachts tot zeven uur 's morgens. Aangekomen op Uitzetcentrum Schiphol wordt hij met anderen geplaatst op de afdeling voor bolletjesslikkers. Na tien lange en moeilijke dagen wordt hij vrijgelaten en ontvangt een schadevergoeding. Er blijken meer uitgeprocedeerde asielzoekers aangehouden te worden die vanwege hun procedure voor het Generaal Pardon nooit opgepakt hadden mogen worden. Zoals Peter, een andere bezoeker van deze avond. Ook hij heeft tien dagen gezeten en ontvangt later een schadevergoeding. Hij heeft velen op Schiphol huilend gezien. Velen zijn hardhandig aangepakt. Hij is erg boos over wat er gebeurd is: "De boodschap aan de Afrikaanse gemeenschap is: you are nobody, jullie hebben geen rechten." Artiest MalekeOok B.W. [een van de klagers bij de Ombudsman, red], een Afrikaanse uitgeprocedeerde asielzoekster die onder het Generaal Pardon valt, wordt in Het Vervolg aangehouden. Dinsdag 26 juni, elf dagen na de inval, wordt zij aan het eind van de middag vrijgelaten. Zij woont in het Jeannette Noël Huis, een opvanghuis in de Bijlmer, geïnspireerd door de Catholic Worker beweging. Een huisgenoot schrijft na haar vrijlating het volgende in het Protestantse blad Horizon: 'Het is voor iedereen onbegrijpelijk dat zij zo lang gevangen gehouden is. Nog op de nacht van de aanhouding heeft een huisgenoot een officieel persoonsdocument van haar naar de plek gebracht waar iedereen aangehouden is en aan een politieman afgegeven. Op dat document staat haar IND-nummer. Eén telefoontje naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) was voldoende geweest om te constateren dat ze onder het Generaal Pardon valt.' Artiest Maleke wordt na zijn arrestatie met de cellenbus naar het Uitzetcentrum Schiphol gebracht waar zijn vingerafdrukken worden genomen. Ook hier moet hij met het nummer 22 op de foto, wat hij opnieuw weigert. Hij wordt vervolgens voor de foto met z'n armen achter de rug vastgehouden door agenten. Maleke is in shock over het feit dat hij en zijn Afrikaanse broeders worden behandeld alsof zij van geen waarde zijn. Hij is getuige dat een man de politie vertelt dat hij zijn papieren thuis heeft. De politie weigert hem iemand te bellen om deze documenten te komen langsbrengen. Waarom doen jullie dit, vraagt Maleke. "Wrong place, wrong time", zegt de agent. De volgende dag krijgt Maleke een beschikking waarin hem wordt gevraagd het land voor een bepaalde datum te verlaten. Waarom dit van hem geëist wordt, wordt hem niet uitgelegd. Hem wordt slechts verteld dat hij het document aan de grensbewaarder moet overhandigen bij het verlaten van het land. Op zondag 17 juni om 13 uur wordt hij op straat gezet, 36 uur na de inval. Maleke vraagt de bewaker die hem vrijlaat hoe hij terug kan gaan naar Amsterdam. Hij krijgt geen antwoord en wordt de deur uitgezet. Maleke heeft het erg koud daar hij slechts het T-shirt aan heeft wat hij droeg toen hij in Het Vervolg werd aangehouden. Hij heeft geen idee waar hij is, het Uitzetcentrum op Schiphol Oost blijkt in een stuk niemandsland te liggen. Van de in totaal 250 aanwezigen in het Grand Café Het Vervolg zijn 103 mensen opgehouden in het kader van de vreemdelingenwet. Hiervan zijn 26 mensen na verhoor en ophouding binnen een dag vrijgelaten, 67 mensen in vreemdelingenbewaring gesteld en 10 mensen met valse documenten aangehouden volgens het wetboek van Strafrecht. Drie van de 250 gecontroleerde personen worden verdacht van internetfraude. Zij worden tenslotte niet vervolgd of berecht maar in vreemdelingenbewaring gesteld. Wat was het doel?Wat was het doel van de politieactie? Criminelen of illegalen? Er heerst tijdens en na de politie-inval onmiddellijk grote verwarring over het doel van het politieoptreden. Ging het om het aanhouden van internetfraudeurs of van 'illegale criminelen cq overlastveroorzakers'? Of was het doel om een grote groep mensen zonder papieren in één keer aan te houden? Speelt het prestatiecontract van de politie - het vervullen van de verplichting tot aanhouden van 2000 illegalen per jaar in Amsterdam – een rol en is er sprake van een illegalenjacht? Is er een crimineel netwerk opgerold of moeten de nieuwe cellen vreemdelingenbewaring vol? Er was tevens grote verwarring over het resultaat van de actie. Zijn er criminelen aangehouden en worden ze berecht voor hun daden? Was de inval dan een effectief middel? Er wordt gespeculeerd over een hoofd- en een bijvangst, maar wie was uiteindelijk hoofd- en wie bijvangst? TV-zender AT5 die op speciale uitnodiging van de politie bij de inval aanwezig was zegt het in hun uitzending van 16 juni 2007 zo: "De West-Afrikanen die vrijdagnacht zijn aangehouden zouden zich volgens de politie op grote schaal schuldig maken aan internetfraude." En op 17 juni 2007 zo: "De meeste arrestanten verbleven illegaal in Nederland en maakten zich volgens de politie schuldig aan internetfraude." Het Parool van 18 juni stelt: 'Hoeveel van de arrestanten zich hebben schuldig gemaakt aan internetfraude – de reden voor de inval - kon een politiewoordvoerder vanochtend niet zeggen.' De Volkskrant van 19 juni 2007: 'De grootscheepse actie volgde op een onderzoek van de politie waaruit bleek dat zich vele illegale internetfraudeurs in het café Het Vervolg zouden bevinden.' De politie stelt in de media de internetfraudeurs als hoofdvangst voor. In Het Parool van 21 juni 2007 kiest de politie echter een andere inslag: 'De inval was er één in 'een constante reeks' acties op grond van de vreemdelingenwet. En niet één die specifiek was gericht tegen internetfraudeurs. "Want dan zou het resultaat met twee aangehouden internetfraudeurs wel erg mager zijn", aldus een woordvoerder van de politie.' In Het Parool van 31 juli 2007 vervalt men echter weer in de internetfraude: 'Volgens politiecommissaris Hans Schönfeld was gebruikmaking van de Vreemdelingenwet de enige manier waarop een bende illegale Nigeriaanse internetcriminelen kon worden opgerold.' Er wordt dus een waar rookgordijn opgetrokken over het doel van de actie. PrestatiecontractBij de vraag of er sprake is van enerzijds illegalenjacht of anderzijds criminaliteitsbestrijding is het relevant te weten wat het prestatiecontract van de politie aangaande mensen zonder papieren inhoudt. In het Landelijke Kader Nederlandse Politie 2007 is de intensivering van het vreemdelingentoezicht als een 'resultaatsafspraak' opgenomen in de prestatiebekostiging van de politie. Dit betekent dat korpsen een extra vergoeding ontvangen wanneer zij jaarlijks minstens 12.000 mensen zonder verblijfsvergunning oppakken en in vreemdelingenbewaring plaatsen. Hiertoe dienen 40.000 staandehoudingen op grond van artikel 50 van de Vreemdelingenwet te geschieden. Voorzitter Bakker van de Raad van Hoofdcommissarissen noemde de extraatjes voor de politiekorpsen "een soort stimulans". Ze moeten ervoor zorgen dat de politie actiever wordt bij het controleren van mensen die illegaal in ons land zouden kunnen zijn. Volgens de politie hebben prestatiecontracten een positieve aanjagende rol gespeeld bij de professionalisering van de politie. De prestatieafspraken zijn ondertekend door de voorzitter van het Korpsbeheerdersberaad Job Cohen (namens korpsbeheerders van de 25 regionale politiekorpsen en het Korps Landelijke Politiediensten, KLPD), de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie. Amsterdam zou het quotum van 2000 per jaar moeten halen. "Wij gaan niet meedoen aan het verstrekken van premies voor het arresteren van illegale vreemdelingen", stelde GroenLinks gemeenteraadslid Judith Sargentini in 2006, waarmee zij een motie waarin de burgemeester wordt gevraagd om te zorgen dat de premie geschrapt wordt, aangenomen kreeg. Sargentini noemde de illegalenpremie "inhumaan". In de commissievergadering Algemene Zaken van 12 oktober 2006 heeft burgemeester Cohen gezegd: "Er is geen sprake van een jacht op illegalen. Dat is in Amsterdam nooit gedaan en dat zal de Amsterdamse Politie nooit doen." Burgemeester Cohen noemde nog een andere nuance: de politie gaat jacht maken op criminele illegalen en als er dan "bijvangst" ook nog een paar niet-criminele illegalen tussen zitten is dat hooguit meegenomen. RechtspraakDe politie is volgens artikel 50 van de Vreemdelingenwet bevoegd om personen staande te houden ter vaststelling van hun identiteit als er een redelijk vermoeden van illegaal verblijf is. Het vermoeden moet gebaseerd zijn op feiten en omstandigheden en moet redelijk zijn naar objectieve maatstaven. Deze waarborgen zijn bedoeld ter voorkoming van discriminatoir handelen en dus ter voorkoming van het controleren op grond van huidskleur of spraak. De Amsterdamse rechtbank stelt op 2 juli 2007 dat er aangaande de inval in het Grand Café door de politie ten onrechte een verband is gelegd tussen criminele activiteiten door West-Afrikanen en illegaal verblijf. Het ministerie van Justitie rechtvaardigt de inval op grond van de Vreemdelingenwet grotendeels naar aanleiding van een tweetal fraudeonderzoeken. Het betreft onderzoeken naar fraude waarbij slachtoffers per e-mail worden benaderd met de mededeling dat zij een prijs hebben gewonnen of een erfenis hebben gekregen, te weten Macro (september 2005 tot en met februari 2006) en Presto (oktober 2006 tot en met april 2007). Het vermoeden van illegaal verblijf, noodzakelijk voor toepassing van art. 50, is voornamelijk gebaseerd op een anonieme brief uit 21 februari 2006 waarin vermeld wordt dat internetfraudeurs in het Grand Café te vinden zijn en op informatie van een informant dat veel illegale criminele Nigerianen die zich bezig houden met verdovende middelen, XTC, fraude en oplichting het café bezoeken. De rechtbank oordeelt dat de (opsporings)informatie gebruikt als grond voor de politieactie te onbepaald en te oud is. Het is niet hard gemaakt dat de criminele Nigerianen die in het Grand Café komen tevens illegale vreemdelingen zijn. De aanleiding rechtvaardigt de grootscheepse controle op basis van de Vreemdelingenwet onvoldoende. Daarbij is van belang dat het Grand Café een vrij toegankelijke plaats is en dat het feest dat werd gehouden open stond voor iedere belangstellende. De rechtbank stelt dat zowel het publieke karakter van het Grand Café als de omvang van het aldaar te verwachten publiek van invloed is op de eisen van redelijk vermoeden voor een dergelijke grootschalige politieactie. Naarmate deze twee elementen sterker aanwezig zijn, zal immers de inbreuk die op het publieke leven wordt gemaakt groter zijn en dus een steviger rechtvaardiging vergen. Raad van State Ter zitting betoogt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) namens de Staatssecretaris van Justitie dat men niet alle bezoekers in het Grand Café wilde controleren. Volgens de advocaat van de arrestanten, C.E. Stassen-Buijs, heeft de rechtbank die uitlating gebruikt als motivatie voor het oordeel dat klaarblijkelijk voor het Ministerie van Justitie zelf op voorhand onvoldoende aanleiding werd gevonden om alle aanwezigen te controleren en dus klaarblijkelijk geen redelijk vermoeden van illegaal verblijf had ten aanzien van alle aanwezigen. Het verslag van de zitting meldt: 'Dat er, achteraf bezien, een grote groep illegalen is aangetroffen, doet aan het vorenstaande niet af. Immers, de aanleiding voor het onderzoek rechtvaardigde de grootscheepse controle onvoldoende, terwijl verweerder niet beoogde, zo is ter zitting betoogd, om alle 250, veelal Afrikaanse, bezoekers van een Nigeriaans feest te controleren.' Het politieoptreden was - zo oordeelt de rechtbank - onrechtmatig. De vreemdelingenbewaring van de aangehoudenen dient opgeheven te worden. De waarborgen voor een redelijk vermoeden van illegaal verblijf, bedoeld ter voorkomen van discriminatoir handelen, werden niet gegarandeerd. Er was feitelijk sprake van misbruik van bevoegdheden en oneigenlijk gebruik, of misbruik, van het vreemdelingenrecht in een crimineel onderzoek. Het standpunt van de Amsterdamse rechtbank wordt echter op 30 juli 2007 in hoger beroep verworpen. De Raad van State, de hoogste algemene bestuursrechter, beoordeelt het gebruik van het vreemdelingenrecht voor het politieoptreden als rechtmatig. TrendDeze uitspraak van de Raad van State past in een trend. De laatste jaren worden de bevoegdheden van de vreemdelingenpolitie door verschillende uitspraken steeds verder opgerekt. Uit cijfers van de Raad van State blijkt dat het ministerie van Justitie in 2004 en 2005 ruim 80 procent van de rechtszaken won die zij bij de Raad van State tegen vreemdelingen had ingesteld. Vreemdelingen wonnen in 2004 ongeveer 7 procent en in 2005 3 à 4 procent van hun zaken. Sinds enige tijd is er hevige kritiek op de Raad van State. Op 6 januari 2007 zegt een aantal vreemdelingenrechters en wetenschappers in de NRC dat vreemdelingen bij de Raad van State te weinig kans hebben hun zaak te winnen. De Raad van State denkt te veel mee met het bestuur, in dit geval het ministerie van Justitie. "De Raad van State staat wat dichter bij het bestuur dan bij de vreemdeling", zegt de Haarlemse rechter Jaap Smit. "Het bestuur krijgt van de Raad van State te veel vrijheid", vindt universitair docent bestuursrecht Ben Olivier. Advocaat Pieter Bogaers heeft eveneens zware kritiek op de Raad van State. De hoogste beroepsrechter laat "geen ruimte meer aan rechtbanken om een onafhankelijk rechterlijk oordeel te vellen over de rechtmatigheid van de besluiten van de minister." De Raad van State "heeft daarmee de rechtspraak in Nederland gelijkgeschakeld aan het bestuur. Hierdoor is er geen sprake meer van correctie door de rechterlijke macht van het optreden van de minister en de IND. [...] Door deze gelijkschakeling van de rechter aan het bestuur is Nederland in vreemdelingrechtelijk opzicht de kenmerken gaan vertonen van een dictatuur, waaraan geen ontsnapping mogelijk is." PolitierapportageDe publieke verontwaardiging en de kritiek na de inval is groot. In diverse media is door slachtoffers gesteld dat er een onderscheid zou zijn gemaakt tussen blanke en niet-blanke bezoekers. Er zijn zowel door de gemeenteraad van Amsterdam als door de Tweede Kamer vragen gesteld over het politieoptreden. De gemeenteraad drong aan op een onderzoek. Naar aanleiding van deze onrust is door de politie de 'Rapportage politiecontrole Zuidoost 15 juni' opgesteld. Het Bureau Integriteit van de Amsterdamse politie heeft in opdracht van de korpsleiding onder andere onderzocht of de opzet van de inval racistisch was. Als aangetoond zou worden dat er sprake was geweest van discriminatie, zou een strafrechtelijk onderzoek kunnen volgen. Ook Cohen heeft zich kritisch opgesteld ten aanzien van de inval en het gebruik van de vreemdelingenwet in deze zaak. Het was voor de politie van groot belang om burgemeester Cohen over de streep te trekken om zo het politieoptreden politiek in te dekken. De politierapportage die op 22 augustus 2007 verschijnt blijkt dan ook geen kritisch of objectief onderzoek. Bureau Integriteit lijkt meer bezorgd te zijn om het blazoen van het politiekorps dan om het belang van de burger. Het is een erg defensief geschreven verhaal waarin vrijwel alle kritiek ontkend wordt en het 'verband criminaliteit en illegaliteit' als rode draad door het betoog loopt en juist dit was het verband dat de Amsterdamse rechtbank had verworpen. Het is bovendien ook het verband wat door de overheid consequent wordt gebruikt om haar repressief beleid te verdedigen. De politierapportage: een politiek betoog. Vier gedupeerden van de politie-inval dienen nu, een jaar later, een klacht in bij de Nationale Ombudsman omdat zij niet tevreden zijn met het intern politieonderzoek naar haar eigen functioneren. De rapportage 'Politiecontrole Zuidoost 15 juni' is overduidelijk geschreven richting de conclusie dat er een duidelijk verband is tussen criminaliteit en illegaliteit.
-
- - - - - - - - - - -
-
- - - - - - - - - - - |