AMSTERDAM,
28 NOVEMBER 2007 – Hoewel diverse leden van het kabinet eerder dit jaar
hebben verkondigd dat dierenrechtenactivisme niet onder de noemer terrorisme
kan worden geschaard, is deze week een overheidscampagne van Postbus 51
van start gegaan waarmee het tegendeel wordt beweerd. De Partij voor de
Dieren heeft het kabinet om opheldering gevraagd.
'In
elke klas zitten wel radicale figuren. Soms met extreme ideeën over dierenrechten,
of politiek, of geloof… Dingen die er behoorlijk hard uitkomen. Ik schrik
daarvan, en er zijn ook leerlingen natuurlijk die daar echt gekwetst van
kunnen raken', zegt de lerares in gedachten, wandelend door haar klas
in het kader van een Postbus
51-spotje voor radio en tv.
Hierop
verschijnt in beeld in een oranje tekstvak de tekst 'In Nederland werken
steeds meer mensen samen om te voorkomen dat iemand terroristische ideeën
krijgt'. Daarna zien we de oranje button die bij de campagne
hoort,
met daarop de tekst 'Nederland tegen terrorisme'. Volgens de Partij voor
de Dieren (PvdD) wordt hiermee het dierenactivisme ten onrechte bestempeld
als terrorisme.
De
PvdD zegt verbaasd te zijn dat mensen die opkomen voor de rechten van
dieren via radio- en televisiespots alsnog in het verdachtenbankje worden
gezet. "Deze stigmatisering van dierenrechtenactivisten door de overheid
is volstrekt ontoelaatbaar. De radio- en televisiespots waarin mensen
die dieren een beter leven gunnen worden afgeschilderd als terroristen
moeten zo snel mogelijk uit de ether en van de buis", aldus PvdD-Tweede
Kamerlid Esther Ouwehand.
Eerder
dit jaar gaf minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) aan dat er geen enkele
reden is om aan te nemen dat 'activiteiten die onder het dierenactivisme
gerangschikt kunnen worden, aanleiding kunnen zijn tot terroristische
acties'. Ook uit een recent AIVD-rapport blijkt dat van een terroristische
dreiging vanuit het dierenrechtenactivisme geen sprake is.
De
campagne loopt van 19 november tot en met 23 december, op initiatief van
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en het Expertisecentrum
Risico- en Crisiscommunicatie (ERC), in samenwerking met de G4 (de vier
grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht), NS, Schiphol,
politie en het Openbaar Ministerie. Indien de campagne wordt voortgezet,
zal de Partij
voor de Dieren een spoeddebat aanvragen over de kwestie.