STOCKHOLM,
13 juni 2007 - De militaire uitgaven zijn vorig jaar wereldwijd met 3,5
procent gestegen in vergelijking met 2005. Dankzij de 'oorlog tegen het
terrorisme' behaalde de wapenindustrie vorig jaar een totaalomzet van
900 miljard euro. Het tekort aan olie en gas werkt nieuwe conflicten in
de hand, zo meldt het Stockholm International Peace Research Institute
(Sipri).
Bombardement
op Baghdad
Ter
vergelijking: in 2006 werd er wereldwijd ongeveer 87 miljard euro besteed
aan ontwikkelingssamenwerking. "We weten dat miljoenen levens gered
zouden kunnen worden met interventies op het vlak van basisgezondheidszorg
die slechts een fractie zouden kosten van wat de wereld elk jaar spendeert
aan legers", verklaarde Elisabeth Sköns van Sipri.
De
wapenproductie is gedurende de periode tussen 1997 en 2006 gestegen met
maar liefst 37 procent. De Amerikaanse regering gaf in 2006 omgerekend
396,2 miljard euro uit aan militaire zaken en staat daarmee ver aan kop.
Het land was verantwoordelijk voor 42 procent van alle uitgaven. De 'oorlog
tegen het terrorisme', in gang gezet na 9/11, is de voornaamste oorzaak
van de stijging.
Na
de VS volgen Groot-Brittannië, Frankrijk, China en Japan. De regering
in Peking gaf voor het eerst meer geld uit aan wapens dan Japan: China
spendeerde vorig jaar 37,1 miljard euro. Alleen in West-Europa en Centraal-Amerika
was er sprake van een daling.
De
stijging in de handel van conventionele wapens die in 2003 werd ingezet,
zette zich ook in 2006 door. China en India waren de grootste importeurs,
de VS en Rusland de grootste exporteurs. Moskou leverde onder meer wapens
aan Iran, Venezuela en Syrië. "Terwijl er veel aandacht is gegaan
naar Russische wapenverkopen aan Iran en Syrië, hebben de Golfstaten en
Israël veel meer geïmporteerd", meldt het Sipri.
Saudi-Arabië
heeft grote contracten ondertekend met Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk
en de VS, die de Russische export doen verbleken. "Al die wapens
stapelen zich eens te meer op in een regio die als bijzonder onstabiel
beschouwd wordt", aldus het Sipri.
Begin
2007 telden de VS, Rusland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en China
meer dan 26.000 kernkoppen. "Hoewel het totale aantal kernkoppen
geleidelijk wordt teruggebracht, zijn deze vijf landen bezig of plannen
ze belangrijke programma's om deze arsenalen te moderniseren." Volgens
Ian Anthony van Sipri betekent dit dat "de vijf permanente leden
van de Veiligheidsraad kernwapens in hun arsenalen zullen houden tot voorbij
2050."
Olie
en gas worden steeds zeldzamer en dat zal in de toekomst nieuwe conflicten
kunnen veroorzaken over de hele wereld, en niet alleen in het Midden-Oosten.
"Zowat de hele wereld ziet het losbarsten van gewapende conflicten
als een extreme maatregel tegen problemen. Toch is erg waarschijnlijk
dat er in de toekomst steeds meer interne gewapende conflicten zullen
plaatsvinden omwille van de energievoorraad, vooral in Afrika", meent
het SIPRI.
Het
is niet nieuw dat de wereld zich zorgen maakt over de nood aan energie.
De groeiende, wereldwijde vraag naar energie, de hoge olieprijzen, de
afhankelijkheid van de schaarse leveranciers en het nijpende vooruitzicht
naar een tekort aan olie ("Peak Oil"), maken het daar niet makkelijker
op. Het SIPRI wijst erop dat de onzekerheden worden aangewakkerd door
terrorisme, klimatologische omstandigheden, stroomonderbrekingen en de
onzekere omstandigheden in de olielanden.
Volgens
het SIPRI moeten we ons het meest zorgen maken om de vergroting van de
Iraanse invloed in het Midden-Oosten. "Iran kan op elk moment elk
transport door de Straat van Hormuz afsluiten. Hier komen elke dag meer
dan 17 miljoen vaten olie door, goed voor zo'n 20 procent van de wereldvoorziening",
aldus het SIPRI.
Het
Zweedse instituut wijst erop dat de olievoorziening wereldwijd onder de
aandacht moet gebracht worden en dat "een nationalistische aanpak
niet tot een oplossing zal dienen deze keer". "We moeten internationaal
gaan samenwerken om een betere vertrouwensband op te bouwen en de spanningen
met de olielanden weg te nemen", aldus het SIPRI. "De enige
echte oplossing voor de onzekerheid rond energievoorziening ligt in de
ontwikkeling van alternatieve brandstoffen".