OSLO,
22 februari 2007 - Vertegenwoordigers uit een veertigtal landen onderhandelen
vandaag en morgen over een mogelijk verdrag dat moet leiden tot een verbod
op het gebruik van clusterbommen. De conferentie in het Noorse Oslo volgt
op de mislukking van het maken van afspraken binnen de Verenigde Naties
over het vernietigende wapentuig.
Een
verbod op het gebruik van clusterbommen zou volgens een internationale
coalitie
van hulpverlenings- en mensenrechtenorganisaties geen minuut te vroeg
komen. Niet-ontplofte submunitie van clusterbommen maakt jaarlijks veel
slachtoffers in landen als Libanon, Afghanistan, Cambodja, Vietnam en
Irak. Uit een onderzoek van de Handicap International van november 2006
bleek dat 98 procent van de slachtoffers van clusterbommen burgers zijn,
en 27 procent kinderen.
De
conferentie over clusterbommen ligt in het verlengde van het Verdrag van
Ottawa over het verbod op landmijnen. Een veertigtal landen, het Rode
Kruis en de Verenigde Naties hebben in de afgelopen maanden te kennen
gegeven dat ze voor zo'n verdrag gewonnen zijn. Op de bijeenkomst in Oslo
moet worden uitgemaakt welke wapentuigen precies binnen de categorie "clusterbommen"
vallen.
Dat
gebeurt voorlopig zonder deelname van enkele belangrijke wapenproducerende
landen, met name de Verenigde Staten, China, India, Israël, Pakistan,
Australië en Rusland. Anderzijds nemen er enkele landen deel die de VN-conventie
over conventionele wapens niet hebben ondertekend, zoals Afghanistan,
Indonesië, Libanon en Mozambique.
Het
debat over de clusterbommen kwam opnieuw op de internationale agenda na
berichten dat Israël clusterbommen van Amerikaanse makelij had gedropt
in het zuiden van Libanon. Dat gebeurde in strijd met de afspraak dat
Amerikaanse clusterbommen alleen tegen militaire doelwitten mogen worden
ingezet. Human Rights Watch drong er vervolgens bij de Amerikaanse regering
op aan de verkoop van clusterbommen aan Israël te verbieden.
De
Verenigde Staten hebben clusterbommen gebruikt bij de oorlogen in Vietnam,
Afghanistan en Irak. In Vietnam sterven elk jaar nog driehonderd mensen
door onontplofte Amerikaanse oorlogsmunitie. De wapens zijn al gebruikt
in 23 landen; 75 landen hebben clusterbommen op voorraad.
Ook
de Nederlandse krijgsmacht had tot voor kort de beschikking over naar
schatting 200.000 clustergranaten, -raketten en -bommen. Defensie gaf
bij herhaling aan niet genegen te zijn het bezit en de mogelijke inzet
van clustermunitie te staken. "Er zijn goede redenen voor het handhaven
van wapens met submunitie", schreef staatssecretaris van Defensie
Van der Knaap in oktober 2005 nog.
De
Koninklijke Luchtmacht toonde zich een aantal jaren eerder al erg in zijn
nopjes met clustermunitie. De aanval met clusterbommen door Nederlandse
F-16's op het vliegveld van Podgorica in Montenegro was een van de 'markante
momenten' van de Nederlandse deelname aan de Kosovo-oorlog. Nederlandse
gevechtsvliegtuigen wierpen gedurende het conflict volgens het ministerie
van Defensie in totaal 165 clusterbommen af.