AMSTERDAM,
5 december 2007 - C&A en H&M verkopen kleding waarvan de katoen
gedwongen is geoogst door kinderen uit Oezbekistan. Dat blijkt uit onderzoek
van een Britse journalist. In het tv-programma Netwerk meldde C&A
geschokt te zijn door de berichtgeving.
Veel
kledingzaken verzekeren hun klanten dat de kleding die ze verkopen niet
is vervaardigd door kinderen. Maar vaak wordt daarbij voorbij gegaan aan
de productie van de ruwe grondstoffen, zoals katoen. Want in die industrie
vindt nog vaak kinderarbeid plaats.
Simon
Ostrovsky ging op onderzoek in Oezbekistan, waar de staat kinderen dwingt
te werken in de katoenpluk. Dat onderzoek wees uit dat dit katoen, verwerkt
in producten, onder andere door C&A wordt afgenomen. Netwerk vertoont
een samenvatting van die reportage. [filmpje]
Bij
de productie van haar kleding maakt C&A gebruik van SOCAM, een door
haarzelf opgezette organisatie, die onafhankelijk onderzoek doet naar
de manier waarop de producten worden gemaakt. De leveranciers zijn namelijk
contractueel verplicht aan bepaalde ethische voorwaarden te voldoen. Maar
die controle reikt niet verder dan de vervaardiging van de kleding.
Uit
het onderzoek blijkt dat ook het Zweedse bedrijf Hennes & Mauritz
(H&M) producten met foute katoen verkoopt. In een reactie erkende
H&M op de hoogte te zijn van de kindermisstanden in Oezbekistan. Het
bedrijf zou haar producenten alleen kunnen aanraden geen katoen uit Oezbekistan
te gebruiken.
De
gehele Oezbeekse katoenindustrie is in handen van de staat. Katoen is
een van de belangrijkste exportproducten van het land. De Oezbeekse overheid
dwingt kinderen, die door de politie van school worden gehaald, om in
deze industrie te werken. De katoen is dus niet alleen afkomstig van kinderarbeid,
maar van gedwongen kinderarbeid.