UTRECHT,
29 augustus 2007 - De Nationale Recherche heeft gisteren in zijn woonplaats
José Maria Sison aangehouden, de 68-jarige medeoprichter van de communistische
partij van de Filippijnen (CPP). Volgens het landelijk parket van het
OM is Sison betrokken bij twee moorden op de Filippijnen.
Sison
tijdens een eerdere persconferentie
(foto: Jan Beentjes)
Deze
moorden in 2003 en 2004 zouden zijn gepleegd door de New People's Army
(NPA), de gewapende tak van de CPP. Sison zou vanuit Nederland daartoe
opdracht hebben gegeven. De NCPN afdeling Utrecht is verbolgen
over de aanhouding en vreest dat hiermee de vredesbesprekingen van het
Nationaal Democratisch Front met de Filippijnse regering worden verstoord.
Eind
januari 2003 werd de voormalige NPA-leider Romulo Kintanar (50) doodgeschoten
in een restaurant in de Filippijnen. De geruchtmakende moord werd volgens
het OM opgeëist door het NPA, dat hem zou willen straffen voor "misdaden
tegen de revolutie en het volk".
Ruim
een jaar later werd Arturo Tabara doodgeschoten, die ook lid zou zijn
geweest van de leiding van de NPA. Ook deze aanslag is volgens het OM
opgeëist door het rebellenleger, dat hem bestempelde als "een geharde
crimineel en fanatieke contrarevolutionair". Ook zijn schoonzoon
Stephen Ong kwam bij de aanslag om het leven.
De
Nationale Recherche doorzocht dinsdag behalve de woning van S. nog zeven
andere adressen in Utrecht en een in Abcoude. Het Team Internationale
Misdrijven bracht in Nederland eerder Afghaanse militairen voor de rechter
wegens foltering in hun thuisland.
Sison
stichtte eind jaren '60 een door Mao geïnspireerde communistische partij
in de Filippijnen, de CCP, die de revolutie moest brengen en de bevrijding
van de tientallen miljoenen armen in het eilandenrijk. Al snel werd deze
strijd bloedig, na de oprichting van een militaire organisatie die overal
in de Filippijnen opstanden organiseerde tegen de bezittende klasse.
De
beweging van Sison werd een geduchte tegenstander van de machthebbers.
Maar de revolutie bleef achterwege en Sison werd gearresteerd door het
leger dat hem negen jaar opsloot, vastgeketend op een bed in een eenmanscel.
De 'held van de armen' kwam pas vrij nadat het Filippijnse volk zich had
ontdaan van dictator Marcos, en de democratisch gekozen Corazon Aquino
besloot tot een verzoeningsbeleid.
Toen
Sison in 1987 in Nederland verbleef, trokken de Filippijnen echter zijn
paspoort in en hij besloot hier te blijven. Hij werd verantwoordelijk
gehouden voor bloedige zuiveringen in zijn eigen partij en de organisator
zijn van een bomaanslag die in 1971 het leven eiste aan negen Filippijnen.
Begin
1992 startte Sison vanuit zijn verblijfplaats Utrecht een 'rectification'
(zuiverings-)campagne binnen de CPP. Deze campagne had tot doel om CPP-leden
die afgeweken waren van het juiste marxistisch-leninistische Mao Tse Toeng-gedachtegoed
weer in het gareel te krijgen of uit de partij te verwijderen. Onder het
pseudoniem Armando Liwanag schreef Sison een meer dan driehonderd pagina's
tellend stuk: 'Reaffirm Our Basic Principles and Rectify the Errors'.
Dit
optreden van Sison wierp destijds een vreemd licht op de solidariteitscampagne
die op dit moment nog steeds gevoerd wordt voor zijn politiek asiel in
Nederland. Deze campagne lijkt politiek versmald tot aanhangers en sympathisanten
van de Nederlandse GML/Rode Morgen en de Belgische Partij van de Arbeid,
die beide van maoïstische signatuur zijn.
Ruim
een maand geleden oordeelde het Gerecht van Eerste Aanleg van het Europese
Hof van Justitie dat Sison in 2002 onrechtmatig op de Europese terreurlijst
is gezet. Zo was geen hoor en wederhoor toegepast. De Unie denkt die onvolkomenheden
inmiddels te hebben gerepareerd, waardoor Sison nog steeds op de terreurlijst
staat.